J'avais oublié tant de belles choses, j'avais oublié que les bleuets sont bleu. Dat liedje zong ik elk voorjaar toen we nog kampeerden. Wanneer we na een grauwe, grijze winter het bos van Les Libellules opzochten en er in het gras blauwe bloempjes verschenen. Dat blauw hield een belofte van zonnige dagen in. Daardoor dacht ik dat dit liedje bij de lente hoorde. Een mens kan dwalen in zijn leven: het is een zomerlied. En bleuets zijn korenbloemen.
De blauwe bloempjes die mij elk voorjaar zo vrolijk maken zijn "violetjes". Ze zijn eetbaar, je kunt ze door de sla draaien en in Frankrijk zijn hele kwekerijen van deze lekkernij. Niet om ze zo op te eten, maar om ze te versuikeren. Mijn grootmoeder kocht ze soms en ze stonden per stuk geprijsd. Duur, maar een zelfgebakken taart kreeg er iets heel feestelijks door.
Ze zijn er terug, vanonder de sneeuw te voorschijn gekomen. En ik zou ze nu écht niet kunnen plukken om op te eten. J'avais oublié tralalalaliere...
|