Een zalig kerstfeest aan iedereen!
Kom even mee, neen, je hoeft je sneeuwlaarzen niet aan te trekken, je warme muts niet op te zetten. Laat die sjaal en die handschoenen toch liggen. Kijk, ik toon je een kerststal, een crèche de provence, met de santons. De dorpelingen op weg naar het pasgeboren kind. Langs groene velden, over groene paadjes gaan ze. Elk met zijn eigen cadeau. Geen sneeuw te zien, alhier. Zelfs geen plukken watte om sneeuw te imiteren.

Een zelfgekweekte pompoen, wat lavendel van afgelopen zomer, olijven, een brood uit eigen oven, muziek... Elk cadeau heeft zijn waarde.
Kijk! Daar heb je Piet Konijnenvel! Wie kent die nog?
 Sobere cadeau's. Zoals het traditionele kerstdiner ook is. Geen overdaad. Je eet wat er in deze tijd van het jaar voorradig is.
Eerst koolsoep. Gewoon, bouillon met kool. Oké, er mag wat kaas in. Gevolgd door sla, bij voorkeur uit eigen tuin, met een overheerlijke lookvinaigrette zoals enkel Marie-Françoise ze kan maken. Een stukje stokbrood hoort er bij. Dan komt gebakken kabeljauw, gebakken in olie, opgesmukt met op voorhand even aangebakken schijfjes look. Hier hoort kardoen bij, een vergeten groente die een beetje smaakt als kool of raapjes, maar eruitziet als reuzenselder. Kaas toe. Dan was het de bedoeling dat je naar de middernachtmis ging. Tegenwoordig slaan veel mensen dat gedeelte over. Of ze gaan om tien uur, zoals in Rome, soms... Maar dan, dan komt het... les treize desserts! Dertien desserts!!! Daar krijgt een zoetekauw als ik het water van in de mond, enkel en alleen door erover te lezen; Visioenen van taart, gebak, chocolade, slagroom, marsepein...
 Jammer, op 't eerste gezicht niets van dat alles. De dertien desserts zijn, net als het voorgaande, ook vrij sober. Ze verschillen een beetje van streek van streek, maar er zijn vaste ingrediënten. Waarom dertien? Er wordt allusie gemaakt op Jezus en zijn 12 leerlingen. Alle dertien komen ze tegelijk op tafel. Er zijn gedroogde vruchten zoals amandels, hazelnoten, vijgen, dadels, rozijnen... Vers fruit zoals witte druiven, mandarijntjes, appelsienen... Witte en zwarte nougat, en van die krokante nougat op een velletje hostiebrood. Gekonfijte vruchten. In olie gebakken deegvelletjes, oreillettes genaamd. We zijn al aan dertien hoor. Maar heb je liever chocolade, dat kan. Je vervangt gewoon een eerder genoemd element door chocolade, bonbons of pralines... Brood kan ook, maar dan liefst een zuiderse fougasse die je niet mag snijden, wel breken. Anders kun je in de loop van het komende jaar geruineerd geraken. Om af te sluiten is er koffie, met verveine van het huis. Echter, alvorens deze heerlijkheden te nuttigen, spreekt de oudste aan tafel een wens in het Provencaals uit. Het mag ook La Langue d'Oc zijn. Een wens die hierop neer komt: Laat ons vreugdevol genieten van de heerlijkheden die de schepper ons aanbiedt. Mogen we vreugdevol verder leven en weer samen komen aan deze tafel. Laat ons hopen dat, indien we volgend jaar niet met méér zijn, we zeker niet met minder zullen zijn!
Mooi toch?!
We wensen jullie van ganser harte net hetzelfde!
Johan en Lucrèce
Alègre! Alègre! Mi béus enfant, Diéu nous alègre! Emé Calendo tout vèn bèn! Diéu nous fague la gràci di vèire l'an que vèn! E se noun sian pas mai, que noun fuguen pas mens!
Allégresse! Allégresse! Mes beaux enfants, que Dieu nous rende heureux! Au temps de Noël tout va bien. Que dieu nous fasse la grâce de voir l'année qui arrive! Et si nous ne sommes pas plus, que nous ne soyons pas moins!
|