We zitten midden in de tweede fase van je behandeling. Afgelopen zaterdag waren je bloedwaarden nipt maar net genoeg om een chemokuur te ondergaan. Je had op zondag wel een bloedtransfusie nodig. Erg vond jij dat niet. Na je transfusie hoorden we je tegen je broer zeggen dat hij je niet kwaad mocht maken, want je was ongelooflijk sterk geworden doordat je bloed had gekregen. Je broer keek je aan en nam aan wat je zei. Voor volwassenen klinken al die medische zaken erg, maar kinderen ondergaan gewoon en geven er een eigen, mooie betekenis aan. Het is leuk om te zien hoe jij en broer daar allemaal mee omgaan.
Kinderen zijn heel rechtuit. Elke keer wij je broer van school halen, krijgen wij vragen van de kinderen. De vragen verschillen naargelang de leeftijd. Kleine kinderen vragen hoelang je nog van school moet blijven, wanneer je terug naar het ziekenhuis moet gaan e.d.. Oudere kinderen vragen naar de ziekte zelf: wat heeft hij precies, doet het pijn, is het besmettelijk, kan hij ervan sterven. Wij en je broer proberen steeds een eerlijk antwoord te geven op al die vragen. Op de vraag of je dood kan gaan, zegt je broer dat dat kan, maar dat wij allemaal hopen van niet. Een hard maar eerlijk antwoord en wonderbaarlijk om dat te horen uit een kindermond.
Komende zaterdag moet je opnieuw naar het ziekenhuis. Eerst worden je bloedwaarden gecontroleerd. We hopen dat je mag kuren. Indien alles goed is, moeten we dan zondag en maandag terug naar het ziekenhuis. Maandag krijg je, naast je gewone chemokuur, ook een lumbale punctie met chemo. Dan moet je in het ziekenhuis slapen. Tot hiertoe heb je weinig last van je chemo. Gisterenavond heb je voor de eerste keer moeten overgeven nadat we je je chemopil hadden gegeven. Nu is het afwachten of je daar deze avond opnieuw last zal van hebben.
Straks moeten wij naar school om het rapport van je broer af te halen, en voor jouw proclamatie. Ook al kan jij d'r zelf niet bij zijn, we vinden toch dat we moeten gaan. Wij zullen jouw cadeau in ontvangst nemen en je juf en de school bedanken voor al de extra inspanningen die zij tot hiertoe al geleverd hebben voor jou. We weten dat we wellicht massa's vragen zullen krijgen van kinderen en hun ouders over jou. Maar in tegenstelling tot enkele weken terug, hebben we het gevoel dat we er nu beter mee kunnen omgaan, en in staat zijn om te antwoorden op al die vragen zonder een beklemmend gevoel te krijgen.
De afgelopen weken zijn we in staat geweest om jouw ziekte een plaats te geven in ons gezin en leven. Tegelijkertijd zijn we sterker geworden en kunnen we beter de confrontatie met de buitenwereld aangaan. Die blijft soms hard maar blijft ook broodnodig. Nodig omdat die zo ondersteunend blijft voor ons gezin. Je bent nu al ongeveer zeven weken ziek, maar we blijven mails en kaartjes ontvangen van mensen die ons steunen en dat doet enorm deugd! Bedankt aan iedereen die ons gezin blijft steunen en ons daardoor blijft motiveren om verder te gaan zoals we bezig zijn.