Voor je broer is deze periode ook niet gemakkelijk. Net als jouw en ons leven, is ook zijn leven volledig overhoop gehaald. De voorbije weken zorgden ook bij je broer voor zeer uiteenlopende gevoelens. Aanvankelijk begreep hij niet dat je ziek was: je was niet ziek en je had geen pijn (waarom ligt Jobbe in het ziekenhuis voor blauwe plekken?). Eens we wisten wat het was, had hij tal van vragen over je ziekte: waarom noemt het leukemie? het is toch geen "leuke" ziekte? Tot op de dag van vandaag weigert hij het woord leukemie daarom te gebruiken. Hij spreekt steeds van "bloedkanker". Hij vindt jouw ziekte "stom" want het zorgt ervoor dat alles anders is, en daarover kan hij heel kwaad worden. Soms is hij jaloers op jou: op de vele cadeautjes die je krijgt, het feit dat je later in bed moet omdat jij je medicijnen op een bepaald uur moet innemen, het feit dat jij niet naar school moet en geen huiswerk/toetsen hebt, ... . Het vervelendste vindt hij dat mensen steeds aan hem vragen hoe het is met jou en niet met hem. Er zijn ook momenten dat hij beseft dat hij eigenlijk wel de "gelukzak" is van jullie twee: hij kan onbezorgd buiten spelen met zijn vriendjes, gaan zwemmen/korfballen, naar de chiro gaan, op vakantie gaan. 's Avonds praten jullie over wat jullie elk die dag hebben gedaan, en dan wordt er bepaald wie de grootste gelukzak van de dag is. Het is mooi om jullie zo bezig te zien. Naast praten, kunnen jullie ook nog steeds ruzie maken. Gelukkig, want op zo'n momenten vergeten we allemaal dat je leukemie hebt en is alles precies als tevoren. Je broer heeft deze week, toetsenweek. Bij de toets "vrije tekst" heeft hij over jou geschreven. Het was een heel mooi en ontroerend verhaaltje. Aan de hand van een boekje dat hij kreeg van het UZ Gent heeft hij daarnaast in de klas uitgelegd welke ziekte je hebt, dat ze je chemokaspers toedienen, en wat de gevolgen daarvan zijn.Hij vond het heel fijn om dat te doen. Ondanks het feit dat ons hele leven op zijn kop is komen te staan, slaagt je broer erin om hoge cijfers te behalen op zijn toetsen. We zeggen hem steeds dat hij het ongelooflijk goed doet. Hijzelf vindt dat normaal, hij zegt dat jouw ziekte geen reden is om zijn huiswerk en toetsen slecht te maken. Net zoals jij, is je broer een dappere doorzetter.
Ondertussen hebben we er vijf dagen ziekenhuis opzitten. De eerste vier dagen kreeg jij dagelijks chemo en de vijfde dag moest je een NMR (hersenscan) ondergaan. Wat is een katheter gemakkelijk! Via die katheter nemen ze bloed en krijg jij je chemo. Geen prikken meer, en daar ben je dolblij mee. We hebben ook geprofiteerd van het zonnige weer de afgelopen dagen. Dinsdag zijn we naar de Blaarmeersen gegaan en vandaag naar de zee. Nu kan dat nog, want het is nog geen vakantieperiode dus geen massa volk op die plaatsen. In de vakantiemaanden zullen we dit achterwege moeten laten. Je wilt nooit meegaan als we iets voorstellen (is de buitenwereld te confronterend voor jou?) dus we sleuren je als het ware mee. Maar telkens ben je blij dat we iets hebben gedaan. Op zo'n momenten leef je enorm op, en hopen we dat je voelt dat we, ondanks je ziekte, zo veel mogelijk proberen een normaal leven te leiden, en proberen te genieten van elke dag.