Op 17 maart zijn we naar het UZ Gent gegaan voor je tweede ruggeprik in onderhoudsfase. Dit is nu al een paar weken geleden maar het was zo een helse dag dat die even moest bezinken. De avond ervoor was je al triest en zei je al dat je het niet zag zitten om opnieuw naar het UZ te gaan. 17 maart was een woensdag en je mama kwam je 's middags halen om dan direct naar het UZ te gaan. Wanneer je uit school kwam, begon je te huilen. Je wou absoluut niet gaan en was bang voor je ruggeprik. Na enig getroost en het gaan kopen van "gogo's" was je wat rustiger en kon je opnieuw wat lachen. We begrijpen dat je zo'n behandelingen niet meer zitten. Vorig jaar bestond je leven uit het ziekenhuis, prikken, onderzoeken, ... . Dit jaar bestaat je leven opnieuw uit naar school gaan, huiswerk maken, sporten, met vriendjes spelen, ... . Ruggeprikken horen daar volgens jou niet meer bij, maar ze zijn nog steeds nodig. Hoe moeilijk dat ook is voor jou om dat te begrijpen.
Eens aangekomen op het UZ begon de ellende. Eerst kregen we het bericht dat er geen enkele kamer vrij was. Er waren de laatste twee weken acht nieuwe kindjes met kanker opgenomen en er waren veel kinderen in behandeling. Niet alleen de afdeling lag stampvol, maar ook de andere kinderafdelingen waar ze nu ook, noodgedwongen, kinderen met kanker hadden moeten leggen. We moesten naar de dagzaal gaan en 's avonds zouden we dan een kamer krijgen op een andere afdeling. De dagzaal lag ook stampvol, maar je was blij dat je op een "zeer grote" kamer lag. Het was een drukte van jewelste. De verpleegkundigen en dokters hadden handen te kort. Ondanks de grote drukte en stress bleven ze steeds even behulpzaam, positief ingesteld, en konden ze lachen. Ongelooflijk wat een kracht en ingesteldheid die mensen hebben en dat dag in, dag uit. Gezien we eigenlijk gewoon moesten wachten op je ruggeprik, ben jij beginnen spelen met de andere kinderen in de dagzaal, en dan beginnen ouders ook wat met elkaar te praten. Voor je mama is dat niet altijd even gemakkelijk. Enerzijds wil je luisteren naar andere mensen omdat je allemaal in hetzelfde schuitje zit. Anderzijds wil je niet meer geconfronteerd worden met al die miserie.
Net voor je ruggeprik kregen we te horen dat je zou moeten overnachten op de dagzaal. Er was een kamer voor jou maar ze hadden net het bericht gekregen dat er een nieuw kindje zou worden opgenomen. Het negende kind dus in twee weken. Dan begin je je toch af te vragen in welke wereld we leven .... . Eind van die middag kreeg je je ruggeprik. Ondertussen was ook je papa toegekomen na zijn werk. Na je ruggeprik ging je terug naar de dagzaal. Na al een helse namiddag stond ons daar nog iets te wachten. Wegens op dat moment geen beschikbaarheid van kamers, hadden ze dat nieuwe kindje en zijn ouders op de dagzaal gezet. Ze hadden die mensen wel afgescheiden van de anderen met een gordijn maar het was niet mogelijk om ze af te scheiden van jouw bed. Omdat je je ruggeprik had gehad, moest je ook zo vlug mogelijk in je bed gaan liggen. Zelf had je niets door, maar je mama en papa wel. Die mensen kwamen voor het eerst op de afdeling en die gezichten vergeet je nooit: verdriet, ongeloof, niet begrijpen wat hen overkomt. Al die gevoelens maakt elke ouder mee de eerste dagen op die afdeling. We hadden die mensen graag privacy gegund. Voor hen maar ook voor ons. Je voelde hun pijn door je eigen lichaam gaan en dat zijn gevoelens die je eigenlijk niet meer wil meemaken.
Kort nadien hebben ze een eigen kamer gehad. Enkele uren later lagen jij en je papa alleen op de dagzaal. Van een grote kamer gesproken... . De volgende morgen mocht je al vroeg naar huis en praatte jij honderduit over de grote kamer die je voor jou alleen had. We hebben eigenlijk geen idee hoe jij die woensdag beleefd heb, maar voor ons was het een helse dag. We hebben het nog gezegd en we zeggen het terug: chapeau voor al de dokters, verpleegkundigen en anderen die dag in, dag uit op die afdeling werken. Ondanks de vaak benarde omstandigheden waarin zij werken, blijven ze steeds gaan voor de kinderen en hun ouders en dat betekent veel voor ons en voor hen die daar behandeld worden.