Na een verschrikkelijke busrit (onderweg van 9 uur s avonds tot drie uur de volgende namiddag, met verscheidene tussenstoppen, noodstoppen, wegblokkades en bijna ongevallen), kwam ik aan in Loki, het befaamde feesthostel (volgens Lonely Planet: If you havent heard of it, you probably shouldnt stay there!). Toegegeven: de feestjes zijn hier ok.
La Paz is niet meteen de mooiste stad, maar er is vanalles te doen. De eerste dag heb ik me beperkt tot uitrusten en enkele bezoeken aan musea (cocamuseum en musea de arte temporada).De dagen daarna heb ik een aantal leuke activiteiten gedaan, die telkens gepaard gingen met een zekere adrenalineproductie. Geen probleem moeder en vader, ik heb alles overleefd!
Zondag heb ik samen met Bart (een Belg die ik 5 jaar terug op vorming ben tegengekomen in België; de wereld is soms klein) een bezoek gebracht aan de San Pedro gevangenis. Deze befaamde bezoeken zijn illegaal (foei) en worden vaak afgeraden, maar het was zeer boeiend en absoluut een unieke ervaring. Na het betalen van het nodige smeergeld (in Bolivia kan je alles kopen) werden we door de politie binnengelaten en kregen we een gids en een veiligheidspersoon. Beide gedetineerden uiteraard. We kregen een rondleiding door het arme gedeelte van de gevangenis. Zeer bizar. Als je hier opgesloten wordt, moet je een cel kopen. Naargelang hoe veel geld je neertelt (200-2000 dollar in het arme gedeelte) heb je een kleine of grote cel, soms met enkele luxeartikelen zoals douches en TVs. De gevangenis ziet er uit als een dorp met winkels, restaurants, saunas, sportzalen enzovoort. De gevangenen proberen elk op hun manier wat geld te verdienen. Vrouwen en kinderen van de gevangenen wonen ook gewoon in de gevangenis en kunnen vrij binnen en buiten lopen. Elke sectie heeft zijn eigen chef, die jaarlijks verkozen wordt en de gevangenis heeft een president, die ook jaarlijks door de gevangen verkozen wordt. Er is een eigen veiligheidsdienst en eigen wetten en regels voor elke sectie. Buiten de dagelijkse telling heeft de politie hier duidelijk niet veel in de pap te brokken. Allemaal zeer vreemd. Op het einde van de rondleiding werd ons in een apart lokaal zelfs cocaïne aangeboden (uiteraard wodrt dit ook in de gevangenis gemaakt, in een eigen lab), waarvoor we vriendelijk bedankten. Een unieke, bevreemdende ervaring (zonder fotos, de camera moesten we aan de politie geven wanneer we binnengingen).
De volgende dag was het tijd voor de deathroad. Met een mountainbike daalden we de World most dangerous road af. Een afdaling van 44km,waarop een hoogteverschil van een dikke 3000 meter werd afgedaald. Het betere daalwerk dus. De weg dankt zijn naam aan twee zaken. Het feit dat hier vroeger politieke tegenstanders in het ravijn werden gegooid en uiteraard het hoge aantal doden dat op deze weg gevallen is (en soms nog valt). Een weg, bezaaid met modder en stenen, die soms amper 2,5 meter breed is met een afgrond van 600 meter langs de kant van de weg: er zijn comfortabelere fietsroutes te bedenken. Ondanks de regen en de koude (boven sneeuwde het zelfs, hetgeen de afdaling nog net dat tikkeltje spannender maakte) genoot ik van de afdaling. Een trip van enkele uren, zonder noemenswaardige incidenten en met een spuuglelijke T-shirt als geschenk. Een tweede avontuur overleefd. (fotos 1-3)
De volgende drie dagen stond een trektocht naar de top van de Huayna Potosi op het programma. Een berg van 6088 meter hoog, 25 km ten noorden van La Paz. De eerste dag reden we naar basecamp, op een hoogte van 4700 meter. Een 200-tal meter hoger oefenden we het wandelen met cramp-ons en het ijsklimmen (foto 4). Een wandeling van een dik uur, twee uur oefenen en een wandeling terug later waren we behoorlijk uitgeput, vooral door het gebrek aan zuurstof. Dat beloofde voor de volgende dagen... Dag twee leek mij vooraf a walk in the park. We zouden amper drie uur wandelen naar High camp. Bleek ik even fout te zitten. De wandeling duurde inderdaad een drietal uren, maar aangezien we al ons materiaal moesten meesleuren (rugzak met warme kleren, helm, ijsbijl, cramp-ons, een soort van skibotten, water voor twee dagen en nog wat kleinigheden)en we steeds hoger gingen (en er dus steeds minder zuurstof was), was de klim over de rotsen en door de sneeuw behoorlijk zwaar(foto 5: een mooie, zware wandeling, met de top dreigend voor ons uit). Iedereen was dan ook bijzonder blij wanneer we aankwamen in het High xamp op 5130 meter hoogte. Na de lunch hadden we een vrije namiddag, die door de koude voornamelijk in onze slaapzakken werd doorgebracht. Na het avondeten en de briefing gingen we slapen. (foto 6: een groepsfoto voor het slapengaan) Niet evident om half zeven s avonds, maar noodzakelijk. Door de kou en de opwinding voor wat komen zou, werd het een korte nacht met bitter weinig slaap. We werden wakker gemaakt om 12 uur s nachts en nadat we thee dronken en cake aten en onszelf volledig inpakten en klaarmaakten, begon om één uur s nachts de tocht naar de top. Met een gids per twee man, verbonden met een touw en voorzien van een hoofdlamp en cramp-ons gingen we de kou en de sneeuw in. Al na enkele meters werd het zuurstoftekort pijnlijk duidelijk. Nog een zestal uren te gaan en 900 meter te stijgen... Twee uren later moesten we plots een ijsmuur beklimmen, uiteraard met een gapende afgrond onder ons. In het licht van de hoofdlamp en met veel gezucht en gekreun en een stevige portie angstzweet geraakte ik op de muur. Nog 500 meter te gaan en het zuurstofgebrek begon mij echt parten te spelen. Zelfs water drinken tijdens de korte pauzes was te vermoeiend hier (foto 7: duidelijk niet meer superfris). Stap voor stap (en het waren kleine stapjes) kwamen we dichter bij de top. Door de radio hoorden we dat er al enkele van onze groep opgegaven hadden. Langzaam maar zeker begonnen mijn vingers en tenen ook behoorlijk kou te krijgen (niet abnormaal bij temperaturen van min 15 graden), maar het was toch vooral het zuurstofgebrek dat mij bijna deed terugkeren. Het laatste gedeelte moesten we over een richel van eem halve meter breed met aanbeide zijden een flinke afgrond (foto 8). Niet simpel in deze omstandigheden.
Om 6.30 haalden we de top (fotos 9 en 10: mijn gezel Guido en ik zijn duidelijk zeer blij). Een prachtig uitzicht en vooral een fantastisch gevoel dat ik het gehaald had. De zon zien opkomen op 6088 meter hoogte, boven de wolken (foto 11), met aan de andere kant zicht op het Titicacameer en La Paz; ik heb nog niet dikwijls zoiets moois gezien. We bleven een vijftal minuten op de top, om dan terug af te dalen. Een afdaling van twee uur en een half, die ook absoluut geen lachertje was, maar ons wel de kans gaf om de mooie landschappen in daglicht te zien (foto 12). De vermoeidheid woog serieus en ik was dan ook zeer blij om aan te komen in High camp. Jammer genoeg moesten we, na een soep en broodmaaltijd, inpakken en verder afdalen naar het basecamp. Nog eens een tweetal uren afdalen, met alle uitrusting in de rugzak.
Deze driedaagse is één van de zwaarste, maar ook één van de mooiste dingen die ik ooit gedaan heb. Fantastisch!
Na deze prachtervaring was ik klaar om enkele dagen te rusten in La Paz, nog een beetje (?) te feesten en dan naar het Titicacameer te vertrekken. Binnen een kleine week krijg ik bezoek uit België en ik heb er zin in. Het zal deugd doen om met Ingeborg Nederlands te kunnen spreken en vooral om wat tijd door te brengen met iemand die ik al langer ken dan enkele dagen.
De laatste drie weken in Bolivia waren echt drie topweken. Een heleboel nieuwe ervaringen en uitdagingen, die ik nooit meer zal vergeten...
Waarschijnlijk voor de laatste keer uit Bolivia: gegroet!
Alweer een kleine update met een verslag van mijn twee weken werken als vrijwilliger in Villa Tunari.
Na een lange busrit (Santa Cruz-Cochabamba-Villa Tunari, met dank aan de bus die niet stopte in Villa Tunari) werd ik met open armen ontvangen in park Machia van de Comunidad Inti Wara Yassi, een opvangcentrum voor wilde dieren. Ze hebben onder andere apen, poemas, een heleboel vogels, een aantal kleine dieren en een beer. Wegens het grote tekort aan vrijwilligers waren ze maar wat blij met vers bloed. Na een wandeling door de jungle en enkele uren wachten, kreeg ik een kamer en een job. Ik werk twee weken in de quarantina bij de apen. Hier zitten 75 apen: 71 Kapucijnaapjes en 4 zwarte spinapen.
In quarentaine zitten de meeste apen in ruime kooien en 21 Kapucijnapen en twee spidermonkeys lopen overdag vrij rond aan een touw. De bedoeling is om de apen een zo goed mogelijk leven te bezorgen en sommigen kunnen misschien ooit vrijgelaten worden. De apen die hier zitten komen bijna allemaal uit gevangenschap, gaande van huisdier en circusdier tot mishandelde baraap (mensen betaalden geld om op zijn ezicht te slagen: verschrikkelijk!). Velen hebben een vreselijke geschiedenis en dat verklaart dan ook waarom sommigen soms agressief zijn.
Onze dagen zagen er veelal hetzelfde uit. Starten om 7 uur s morgens, alle apen een banaan geven, api geven (een soort havermout met melk en suiker), de apen die uit hun kooi mogen aan hun touw hangen, de kooien kuisen (en de dekentjes ophalen en wassen; 75 smerige dekentjes wassen is een stevige voormiddagbezigheid), snack geven, 150 rieten takken gaan afsnijden ergens in de jungle, de takken uitdelen (amusement voor de apen, ze vermalen ze tot hele kleine deeltjes), de restanten van de snack en de takken oprapen, lunch maken en uitdelen, alles opnieuw kuisen (ongelofelijk hoe apen hun lunch kunnen verspreiden en hoeveel kak apen produceren), opnieuw een snack geven, weer takken uitdelen om mee te spelen, de snack en de restanten van de takken opruimen, avondeten maken en geven, api geven, de vrije apen in hun kooi steken, 75 dekentjes uitdelen en de gordijnen toedoen en tot slot de heleboel nog een laatste keer opkuisen.Voornamelijk eten geven en kuisen dus en ik moet zeggen dat die apen verdorie lekker eten kriijgen (zie foto 1).
We werkten met 4-6 personen in quarentaine, ikzelf en een bende aantrekkelijke vrouwen, hetgeen het werk al een pak lichter maakte. Het werk was niet simpel en vooral het feit dat we dagelijks 10-11 uren werkten en dat 7 dagen op 7 woog wel zwaar. De eerste 4 dagen was het heet en zonnig en kloeg iedereen over de hitte. De volgende 10 dagen werd duidelijk dat het regenseizoen was. Minstens vier uren per dag (en vaak heel de dag) regen en als ik regen zeg, dan bedoel ik regen waar de gemiddelde douche qua waterdebiet verdomd jaloers op zou zijn. Gevolg: 10 dagen lang was alles nat. Continue natte voeten, kleren geraakten niet meer droog, de kamers waren zeer vochtig en alles begon lichtjes te schimmelen. De laatste dag heb ik de haartjes van mijn rugzak moeten wassen met het desinfecterend product dat we gebruikten om de kooien te kuisen.
Erger nog dan de regen en het zware werk, waren echter de muggen. Aan de rand van de jungle werden we gezegend met een gigantische hoeveelheid muggen (en tussendoor ook een beetje zandvlooien). Aangezien wij geen chemische antimuggenproduct mochten gebruiken (de apen kunnen daar niet tegen en durven al eens aan onze armen, benen en gezicht te lekken), stond ik letterlijk vol muggenbeten. Ik overdrijf niet (voor ne keer) als ik zeg dat ik er honderden had (foto 2: mijn been na één dag werken). Die beestjes staken door één en zelfs soms door twee lagen T-shirt heen. Zelfs een jeansbroek was onvoldoende bescherming. De enige manier om niet gestoken te worden was het dragen van een regenbroek en regenvest, hetgeen dan weer behoorlijk heet was op momenten dat het niet regende. Om u een idee te geven van de hoeveelheid muggen: één slag met de hand doodde gemakkelijk 4-5 muggen en het record muggen doden in één slag staat op 27 dode muggen in één slag. Behorlijk wat muggen dus.
Ne mens zou zich kunnen afvragen waarom iemand dit werk doet (en er nog voor betaalt ook). Zeer eenvoudig; de apen waren werkelijk fantastisch leuk. Op de vrije momenten die we soms hadden, konden we met de apen spelen en die beesten zijn bijzonder leuk en intelligent. Ik stond er van te kijken hoe slim en hoe menselijk de Kapucijnapen soms zijn. Er waren er bij die zonder problemen musketons openmaakten en enkele slimmerds slaagden er zelfs in hun kooien te ontmantelen en cijfersloten los te krijgen (wat vaak tot ontsnappingen en boeiende pogingen om ze terug te vangen leidde). De meeste aapjes waren echte schatjes, al waren er wel enkele die (om te spelen) iets te hard beten of krabden. (foto 3: Ruperto, één van de schattigste apen; fotos 4 en 5: Marocha, één van de spinapen; foto 6: een baby op moeders rug; foto 7: hoe een groot stuk riet vakkundig tot heel veel kleine stukjes werd verwerkt; foto 8: Romina met de zieke apin Natalia; foto 9: Katy met één van de aapjes; foto 10: altijd maar eten; foto 11: het allerkleinste aapje kreeg dagelijks de fles). Werkelijk zeer leuk om met de apen te spelen en hun menselijke gelaatsuitdrukkingen te zien!
Naast de apen waren de mandere vrijwilligers ook zeer leuk. Elke middag konden we een lekkere lunch kopen in het café voor slechts 11 bolivianos ( een dikke euro). Na het werk een pintje drinken (foto 12: Francesca, Romina en hun moeder die op bezoek was, Brad, Doña, de vrouw die voor ons kookte en aan ons oren trok als we te lang waren uitgeweest en op de achtergrond ons café) en s avonds in het stadje gaan eten met nen hoop volk. Elke zaterdag werd er naar de plaatselijk disco gegaan. Zeer leuk vertier, alleen een beetje pijnlijk om zondag om 7 uur terug te beginnen werken. Woensdag of donderdag waren er de themafeestjes in één van onze hostels met dezelfde gevolgen als de discobezoeken op zaterdag. Ik kan jullie bij deze verzekeren dat apenstront kuisen geen goede bezigheid is als je een kater hebt en slechts drie uur geslapen hebt (ik geef toe dat dit weinig verrassend was).
Het afscheid van Inti Wara Yassi viel me zeer zwaar. De laatste keer dat ik mijn apen gedag ging zeggen, had ik echt zin om te blijven ( en heb ik zelfs een klein traantje gelaten). Misschien kom ik ooit nog wel terug, hetzij om terug met de apen te werken, hetzij om met de beer te gaan wandelen (vrijwilligers die een maand of langer blijven kunnen met poemas of een beer gaan wandelen om die zo een gelukkiger leven te geven dan een kooileven). Dit was een prachtige ervaring en deze twee weken waren op een speciale manier twee van de beste weken van mijn reis, ondanks alle ongemakken en schadegevallen (gebroken visakaart, scherm van de camera stuk, een aantal kleren vakkundig vernield door apen).
Na twee weken was ik echter klaar voor een beetje meer comfort, geen muggen meer en mogelijkheid tot uitslapen (zelfs 9 uur is al uitslapen). Aangezien in Villa Tiunari niet echt een busstation is, moet je daar een nachtbus richting La Paz doen stoppen en hopen dat er plaats is. Geen sinecure!
Potosi, Sucre, Cochabamba en Santa Cruz 11-26 januari
De busrit naar Potosi was al een klein avontuur: ne platte band in the middle of nowhere en een tussenstop op 40 km van de eindbestemming om te eten (lama in pikante saus voor een ne goeien euro, daar wil ik al eens voor stoppen). Tijdens de wandeling naar het hosgtel liet de hoogte zich al voelen. Op 4000 meter is gewoon wandelen met een rugzak een sportieve beproeving.
Potosi bleek een zeer mooie stad met veel koloniale gebouwen. De eerste twee dagen namen we de nodige rust na de zoutvlakte. Hoogtepunt van een bezoek aan Potosi is uiteraard een bezoek aan de actieve zilvermijnen. Een bezoek dat uiterst interessant, maar tegelijkertijd ook een beetje pijnlijk was. Hier werken nog steeds 10000 mensen in de mijnen, in uitermate zware omstandigheden. Ze werken vaak zeven dagen op zeven en tien uur per dag in een hitte van 35-40 graden en dat vanaf een leeftijd van twaalf jaar (mag hier ook niet, maar gebeurt toch). We trokken een overal en botten aan (foto 1)en gingen de mijn in tussen de werkende mensen, we moesten tegen de muur leunen om niet gegrepen te worden door voorbijrazende karretjes vol vol stenen ( een tweetal ton, voortgeduwd en getrokken door 4 man of bergaf razend zoals in de betere Indiana Jones film) en hadden problemen om te ademen door de hoogte, het stof, de hitte en het gebrek aan zuurstof. Zoals het hoort hadden wij cadeautjes mee voor de mijnwerkers (cocabladeren, frisdrank en dynamiet) en in ruil daarvoor mochten we fotos nemen van de wrrkende medemens. Voor mij blijft het zeer moeilijk om fotos te nemen van mensen die ik niet ken, maar ik deed mijn best om de sfeer daar beneden in de mijn toch te vatten (fotos 2 en 3). Na het bezoek werd nog wat dynamiet tot ontploffing gebracht (hier voor een goeie twee euro vrij te kopen op de markt vanaf de leeftijd dat je kunt wandelen). Het bezoek was de moeite waard, maar zowel fysiek als mentaal een zware dobber.
Na nog enkele musea te hebben bezocht nam ik de bus naar Sucre. Damian had meer last van de hoogte (en na een ziekenhuisbezoek blijkbaar ook van uitdroging) en nam de bus naar lager gelegen gebied.
De aankomstin Sucre was verrassend. Er was juist een haelstorm gepasseerd en de mensen waren volop hagel aan het ruimen. De straten waren bedekt met stenen en modder en werden door buldozers terug vrij gemaakt. Palmbomen in een wit landschap: een bizar zicht.
Sucre is een leuke stad, met enkele interessante musea (Casa de libertad over de geschiedenis van Bolivia en Zuid-Amerika was behoorlijk leerrijk) massas kerken, een aantal goede bars en restaurants en een indoor markt om U tegen te zeggen. Ik vond een non-profit organisatie die trektochten organiseerde en was direct verkocht. Zondag ging ik met enkele van hun vrijwilligers naar een plaatselijke eersteklasse voetbalmatch. Ik moet zeggen dat het spelniveau van de kampioen van vorig jaar bedroevend laag was, maar het de spektakelwaarde behoorlijk hoog. Twee rode kaarten in de eerste helft (met uiteraard de bijhorende hoogoplaaiende discussies) zorgden er voor dat bij het rustsignaal vier zwaarbewapende agenten de scheidsrechter moesten beschermen. Na afloop van de wedstrijd waren er nog de betere rellen tussen supporters onderling en supporters en politie. Ik ging rustig een hamburger eten en genoot van de sfeer rond het stadion. Dinsdag vertok ik op een trektocht van drie dagen, samen met een Oostenrijkse, een Boliviaanse gids en een Amerikaanse vrijwilliger.
De tocht brachgt ons langs een oude Incatrail, weerom prachtige landsschappen, een krater (van een oude vulkaan of een meteorietinslag), dinosaurusvoetstappen en vele plaatselijke boerderijtjes (fotos 4-7). Ongelofelijk hoe mensen zo afgelegen en zo hoog kunnen leven, wachtend op regen om hun akkers vruchtbaar te maken.De laatste avond sloten we af bij thermische baden en sliepen we in een vervallen en door een kleine steenlawine gedeeltelijk verwoest gebouw (foto 8). Het meest memorabele deel van de trektocht was echter de terugkeer met een camion (foto 9). In the middle of nowhere komt een vrachtwagen (waar je normaal schapen of andere runderen in zou vervoeren) rond een uur of tien in de ochtend. Van overal in de bergen komen mensen afgedaald, met grote zakken en pakken vol groenten, fruit, kruiden en andere handelswaar. Iedereen wringt zich op de camion (en iedereen merkt luidop de aanwezigheid van gringos op)en de camion vertrekt over modder- en aardewegen. De passagiers, gaande van 1 tot 71 jaar, staan recht, zitten neer of leunen tegen hun handelswaar. Het lijkt alsof de camion vol zit, maar onderweg pikken we nog minstens 30 mensen op, incusief zakken en pakken en een occasionaal schaap. Het wordt uitermate druk en bewegen wordt dan ook quasi onmoelijk. Ik vrees voor het voortbestaan van mijn dikke teen, die vakkundig geplet wordt door het benige achterwerk van een 60-jarige vrouw, die zelf ook in de onmogelijheid is om te bewegen. Mijn fles limonade (ik dacht verstandig te zijn voor een rit van bijna vijf uur in de zon) bevindt zich buiten mijn bereik en onder heel wat groenten en fruit. Dorstig. Het laatste half uur worden we afgekoeld door een fikse regenbui en je kan al raden waar mijn reganjas was: buiten bereik. Uiteindelijk komen we aan in Sucre, kan ik tot mijn verrassing mijn teen nog bewegen en eindigt dit leuke inlandse avontuur. Geweldig dat mensen dit hier regelmatig moeten doen om een beetje geld te aan verdienen op de markt.
Van Sucre reed ik naar Cochabamba. Een rit van een goede tien uur, met aankomst om vijf uur s morgends. Het plan was om daar te couchsurfen, maar door omstandigheden is dat niet doorgegaan. Ik heb dan maar een hostelletje gezocht en daar een Uruguayaanse leren kennen. Een avondje in de Irish pub met een Boliviaanse metalgroep (best te pruimen)en een bezoek aan een grote markt later, besloten we de bus naar Santa Cruz te nemen. Het was een flitsbezoek aan Cochabamba, maar ik heb niet het gevoel dat ik veel gemist heb.
Sucre is een atypische Boliviaanse stad. Heel wat dure autos en op de plaza zijn verrassens veel maatpakmensen te zien. Dit is duidelijk een rijke stad. We bezochten enkele mooie musea, alweer een markt (foto 10) en de plaatselijke Irish pub. Waar je ook gaat, de Irish pub is altijd een goeie plaats om iets te gaan drinken (dank u Tine voor deze tip). Mijn nieuwe hobby is de krant lezen op de plaza en binnen enkele minuten ben je wel in gesprek met een plaatselijke babbelgrage mens. Boeiende gesprekken en een aangenaam tijdverdrijf.
Ik beslis om de volgende twee weken vrijwilligerswerk te gaan doen in Villa Tunari in een opvangcentrum voor dieren. Werken met apen of pumas lijkt mij een mooie afwisseling en ik ben wel klaar om eens twee weken op dezelfde plaats te blijven.
Na een nachtje in Quiaca, staken Damian, Elaine en ik de grens met Bolivia over. Geen sinecure, zo bleek, want we moesten een drietal uren aanschuiven om een stempeltje te krijgen. Het is ook gewoon mogelijk om de gres over te wandelen zonder stempeltje, maar ik vermoed dat ik dan later in de problemen zou komen. Het is direct duidelijk dat de zaken heel anders verlopen in Bolivia. Een ander groot verschil merken we wanneer we de bus naar Tupiza nemen. De bus ziet er uit alsof hij zeer weldra de geest zal geven en we zijn zeer blij wanneer we levend en wel Tupiza bereiken en onze rugzakken uit het bagageruim zien verschijnen. Bolivia is een pak goedkoper, maar duidelijk veel minder Europees en gestructureerd dan Argentinië en Chili. Een niet onverwacht cultuurverschil dus.
Tupiza blijkt een mooi stadje te zijn, waar we paardrijden in de bergen. Een zeer mooie tocht, maar 5 uren op een paard,dat geregeld al eens begint te lopen (draf noemen ze da zeker) is een pijnlijke zaak voor de achtersteven. Verder koken we heerlijk eten voor een luttele 15 boliviano (een kleine euro).
En dan begint het avontuur. Een vijfdaagse jeeptocht van Tupiza naar Uyuni, door woestijnen, langs de grens met Chili, langs verschillende lagunas en uiteraard door de Salar de Uyuni. Een trip die mij weer naar verschillende superlatieven doet grijpen.
We zitten in een jeep met een Hollands koppel en hebben een sympathieke chauffeur, zijn vrouw om voor ons te koken en hun dochtertje van een jaar of drie in de wagen. De eerste dag passeren we prachtige landschappen (fotos 1 en 2) en slapen we in een klein dorpje (San Antonio de Lopez), op een hoogte van 4200 meter. Er worden duchtig cocabladeren gesabbeld om geen last te hebben van de hoogte. Een zeer rudimentaire slaapplaats en we moeten al om 4 uur opstaan om verder te rijden. De tweede dag rijden we langs een verlaten dorpje, een heleboel lamas, lagunes met massas flamingos (foto 3; vrij imposant in het midden van deze woestenij), thermische baden (foto 4: Damian, ik zelve en Elaine), de woestijn van Dali (foto 5) en een eerste kleine zoutvlakte. Vandaag ontdekken Elaine en ik dat een eindje lopen in de woestijn op een hoogte van bijna 5000 meter geen goed plan is.
De derde dag kwam een nieuw hoogtepunt van mijn reis: de laguna colorado. Eem immens mooie lagune, met (zoals de naam zegt) verschillende kleuren, alweer een massa flamingos. De chauffeur moest ons na 50 minuten letterlijk weghalen bij dit natuurschoon, dat jammer genoeg onmoelijk op foto vast te leggen is (foto 6 en 7 zijn verdienstelijke pogingen). Op mijn lijstje van dingen die uitzonderlijk mooi zijn komt dus de Laguna Colorado bij, liefst bij de opkomende zon.
Nadien bezochten we nog de arbol de piedra (stenen boom), waar wij ons vooral amuseerden door op de vreemde rotsformaties te klimmen. Enkele lagunes (uiteraard met flamingos) later kwamen we aan aan de rand van de Salar de Uyuni. We sliepen in een hostel, opgebouwd uit blokken zout en vertokken de volgfende dag om 5 uur om de zon te zien opkomen boven de zoutvlakte.
De Salar de Uyuni is immens. De beloofde superlatieven schieten te kort om deze gigantische witte vlakte te omschrijven. Eindeloos wit (fotos 8 en 9). Vanop het Isla del pescado lijkt de zoutvlake een grote zee. Uiteraard maken we de nodige fotos locos, gebruik makende van de witte vlakte en wat visueel bedrog.
Marjolein en Jan (het Nederlands koppel) verlaat ons en wij rijden naar de voet van de Volcano Tunupa, een vulkaan van 5435 meter, die we morgen gaan proberen beklimmen (foto 10). Tijdens de beklimming sterven we meermaals, door een gebrek aan zuurstof op deze hoogte. We moeten de beklimming staken op een hoogte van 4700 meter door het slechte weer op de top, maar worden toch beloond voor onze inspanningen door een prachtig uitzicht op de vulkaan en de zoutvlakte (foto 11). Tijdens de afdaling bezoeken we nog een grot met enkele mummies die hier al eeuwen lang liggen (foto 12). Een ietwat lugubere plaats.
Na 5 prachtige dagen, zoeken we vrij uitgeput een slaapplaats in Uyuni city, een vrij droevige plaats. De warme douche doet deugd. De volgende dag vertrekken Damian en ik naar Potosi en Elaine naar La Paz. Alweer afscheid nemen, deze keer na twee weken samen reizen. Jammer maar helaas.
Met deze vijfdaagse heb ik alweer een hoogtepunt van mijn reis gehad. Iets te veel in de jeep zitten naar mijn zin, maar meer dan de moeite waard. Ik blij om samen met Damian naar Potosi te rijden. De bus nemen in Bolivia is toch een groter avontuur dan in Argentinië (maar ook wel een zeer goedkope trip). In Potosi wachten de zilvermijnen...
Na mijn
verblijf bij de familie was ik behoorlijk blij om een hostel te vinden met veel
sociale mensen. Al de eerste avond zijn we met een internationaal gezelschap de
stad gaan verkennen en ik moet toegeven dat de naam Salta la linda niet
gelogen is. Een zeer mooie stad, me heel wat interessante uitstappen.
De eerste
uitstap begon met een verrassende stop na 5 minuten om cocbladeren te kopen. We
gaan naar meer dan 4000
meter boven zeeniveau en cocabladeren helpen tegen de
hoogteziekte. Het werkte; ik werd niet ziek. De uitstap bracht ons langs
ruïnes, een oud mijndorpje, zoutvlaktes (foto 1) en de berg met zeven kleuren.
Een vermoeiende dag, maar zeer de moeite waard.
Op amper
een half uur van Salta gingen we wandelen in een natuurpark, dat mij sterk aan
het regenwoud deed denken (foto 2). Dolle pret en goedkoop: een prima
combinatie.
Een derde
uitstap ging richting Cafayate, een wijndorp in de bergen. De weg naar daar was
werkelijk adembenemend. Uitgestrekte berglandschappen (foto 3)en vreemde rotsformaties (foto 4: het
amfitheater) volgeden elkaar in een snel tempo op.
Tussendoor
was er tijd om af te spreken met een vriendin die hier woont en samen enkele
gebouwen en musea te bezoeken, uiteraard afgesloten met een frisse Salta
negra, het plaatselijke bier (foto 5).
Nieuwjaar
werd in heet hostel gevierd met een traditionele asado. Massas vlees! Tegen
twaalf uur trokken we de stad in en hier kwam het gedeelte dat ik mij iets
anders had voorgesteld. Het regende spreekwoordelijke oude wijven en we waren
quasi alleen op de Plaza, op 20 politieagenten (die massaal vuurwerk afstaken)
en een dakloze na. Neemt niet weg dat we goed vierden in de patio (foto 6) en
nadien in een plaatselijke discotheek. We eindigden in het hostel en zoals het
hoort was iedereen op het einde voldaan.
Voor de
eerste keer in mijn reis moest ik hier mijn plannen gedwongen aanpassen. De
eerstvolgende bus met vrije plaatsen naar San Pedro de Atacama was op 8 januari
en een hele week wachten lijkt mij net iets te veel. Bijgevolg besliste ik om
op 1 januari samen met enkele anderen naar het noorden te reizen. Christine en
Jack (USA, maar momenteel vrijwilligers in Paraguay), Damian (geboren in
Argentinië, maar woonachtig in Israel), Elaine (USA) en ik reisden met een
lichte nieuwjaarskater langs Jujuy naar Tilcara.
In Tilcara
hebben we twee dagen gewandeld in een gezonde 35 graden en brandende zon.
Prachtie wandelingen langs grotten (foto 7), een cactusbos (foto 8), kloven
(foto 9), opnieuw prachtige berglandschappen (foto 10) en een plaatselijk
schooltje met speeltuintje (foto 11: laat het kind in je los!). Niet evident,
wandelen op een hoogte van meer dan 3000 meter boven zeeniveau, maar we hebben ons
rot geamuseerd!
Uiteraard
werd ook hier maté gedronken (foto 12), een voornamelijk Argentijnse traditie.
Aangezien we hierna naar Bolivia gaan, genieten we van onze laatste maté en een
superlekkere asado in het hostel. We leren een Argentijn kennen die een hotel
heeft in Tilcara en worden pompt uitgenodigd om de volgende morgen gratis in
het hotel te komen ontbijten. Een ontbijt met vers brood, verse croisants,
fruit, ontbijtgranen, vers appelsiensap en thee. Een verademing na weken met
brood met confituur.
We nemen
afscheid van Christine en Jake, en daarenboven ook van Argentinië. Goedkoop Bolivia, here we come!
Door de vele festiviteiten en uitstappen en de beperkte internettoeang van de laatste week, krijgen jullie nu pas verslag van mijn verblijf in Tucuman en weldra Salta en Tilcara.
In Tucuman werd ik (op mijn verjaardag) opgewacht door Lourdes en Andrea (foto 1), twee meisjes die ik in BA leerde kennen. Lourdes had mij uitgenodigd bij haar thuis en haar ouders waren zo vriendelijk om mij uit te nodigen om te blijven tot na Kerstmis. 10 dagen bij een Argentijnse familie dus. Veel tijd om het leven hier te leren kennen en dingen mee te maken die in geen enkel reishandboek staan.
Mijn verjaardag vierde ik met een aantal mensen die ik al kende van in BA en een hoop nieuwe mensen. Een stevig Zuid-Amerikaans feestje (foto 2). De tweede dag ging ik met de vader mee naar een veteranenvoetbalmatch. Volksvertier zoals veteranenvoetbal in België ook kan zijn. Vooral het vieren van de overwinning met veel bier in de straten van een ontieglijk klein dorpje was op zijn minst gezegd amusant te noemen (foto 3). Ik werd prompt uitgenodigd om mee verjaardagen te vieren, BBQ te eten of op uitstap te gaan. Dolle pret. s Avond ben ik met Maxi (mijn 20-jarige broer) naar een verjaardagsfeest geweest. Eerst drinken met de papa en daarna met de zoon. Prima dag. De komende dagen waren eerder rustig. De Argentijnse manier van leven in de zomer is niet heel inspannend. Opstaan rond 9 uur, ontbijten, rustig niks doen, lunchen om 13 uur, nog een beetje niks doen en dan een siesta (het is dan ook te warm om iets te doen; ca. 35 graden). Tegen een uur of vijf in de namiddag kan er dan gestart worden met de activiteiten. In mijn geval was dat de stad bezoeken, wat oude gebouwen bekijken en musea bezoeken om de geschiedenis van de stad en het land te leren kennen.
Ik maakte een daguitstap met Lourdes en July naar een dorpje met een indrukwekkende dierentuin. Leeuwen, beren, tijgers, toekans, apen, Nen dierentuin dus. (foto 4)
Een andere topper was de tweedaagse met Lourdes en Maxi naar oude incaruïnes van Quilmes (foto 5 en 6), een incamuseum en Amaicha (foto 7),een dorpje waar we met de mountainbike een lagune bezochten in een kloof (foto 8). Zeer aangenaam en mooi.
Kerstavond in Argentinië. Ik had gehoopt om dit samen met een familie te vieren en dat is dus gelukt. Na een hele dag koken, kon er om 11 uur s avonds (wat hier een normaal uur is om te eten s avonds)begonnen worden. Een tafel vol empenadas, kip, boterhammen met kaas en hesp en mayonaise, een soort van ambachtelijke bitterballen en fruitsla stond in de tuin op ons te wachten (foto 10). Na een overdadige maaltijd werd het twaalf uur en kerstmis worrdt hier gevierd zoals nieuwjaar bij ons. Champagne en gelukwensen om twaalf uur en vooral heel veel vuurwerk. Gedurende een half uur dacht ik dat ik in de betere wijk van Bagdad zat, ten tijde van de golfoorlog. Nadien moesten we de buren gaan groeten. Een tocht van een uur of drie langs zes verschillende huizen, telkens met gelukwensen en vooral veel eten en drinken. Een nachtelijke discussie met een dronken, oude nationalist en veel eten en drinken later, belandden we bij wat vrienden, waar we tot een uur of zes gebleven zijn. Kerstmis in Argentinië is meer dan alleen een familiefeest.
Op kerstdag kwam er meer familie en s avonds hebben we een stapje in de wereld gezet. Tussen de tijd dat we vertrokken en effectief de discotheek binnengingen, zat meer dan twee uur. Ik zou dus van het landelijke Rotselaar gemakkelijk naar een discotheek in Londen kunnen gaan in die tijd, maar hier vinden de mensen dat niet abnormaal. Uiteindelijk toch goed gevierd.
De 26ste was er nog een grote asado (BBQ) s middags om mij uit te wuiven. Weerom tijd om afscheid te nemen. Dit keer van een familie waar ik toch 10 dagen verbleef, wat het niet gemakkelijk maakte.
Mijn verblijf bij de familie was een zeer verrijkende ervaring en ik hoop nog meer bij mensen thuis te kunnen blijven (foto 9 en 11: de familie en het huis). Nu heb ik echter even nood aan de vrijheid van een hostel. Eten wanneer je wilt, gaan en staan waar je wilt, opstaan en vertrekken als jij klaar bent,
4 uur op de bus naar Salta, om daar weer de draad op te pakken en een hostel te zoeken. En ook Salta was de moeite. Verslag volgt na onze trip door de zoutvlakte.
Groeten uit Bolivia!
Jan
De foto's volgen als ik beter internet heb ('t Is wa ziekskes). Hier lukt het niet.
Hola, que tal? Jawel, ik leef nog steeds! Het was dringend tijd om nog eens wat fotootjes en verhalen te delen, dus bij deze het relaas van Santiago, Valparaiso, Vina del Mar en Mendoza. Na een goeie maand natuurschoon in Patagonië, was het tijd om meer noordwaarts te keren, richting de hitte dus. In Santiago ben ik 10 dagen bij Emma gebleven, in eenhuis met een 15-tal mensen van overal ter wereld. Saniago was voor mij vooral een goede rustplek om eens wat langer te verblijven. Als stad is Santiago minder interessant dan Bueno Aires, maar het gezelschap maakte veel goed. Na de afgelegen dorpjes inhet zuiden, deed het deugd om (op bijna dagelijkse basis) feest te vieren met veel volk, te dansen, te drinken, te eten en niks te doen in de zon. Naast het gerust en gefeest, heb ik de tijd genomen om het Museo de la Memoria te bezoeken, over de staatsgreep, het militaire regime van Pinochet (met bijhorende horrorverhalen over vervolginen, uitwijzingen en folteringen) en het einde ervan. Zeer interessant en best wel een stevige brok geschiedenis die niet lichtverteerbaar te noemen is. Zowel in Santiago als in Valparaiso heb ik het huis van Pablo Neruda bezocht (foto 4). Een Chileense dichter die voor zijn werk in '71 de nobelprijs kreeg. Zijn huizen waren uitzonderlijk mooi en zijn werk (zelfs voor mijn Spaans) heel mooi (zie verder). Barbequeën op de Cerro San Cristobal, met zicht over de stad, is uiteraard een unieke ervaring. Tijdens de dag is de stad amper zichtbaar door de smog, maar 's avonds kan je zien hoe groot Santiago wel is (foto 1). Ndien nog een rustig terrasje om af te sluiten (foto 2). Een bezoek aan de salsatheek (bar waar salsa gedanst wordt) maakte duidelijk dat Zuid-Amerikanen toch nog net dat tikkeltje meer gevoel voor ritme hebben en blijkbaar heupbewegingen kunnen maken waar wij Europeanen nog niet aan moeten denken. Dit neemt niet weg dat er toch ook door mij lekker gedanst kon worden en met Zuid-Amerikaanse dames is dat een zeer aangeneem tijdverdrijf. Een flitsbezoek van twee dagen aan Valparaiso (een havenstad op twee uur rijden van Santiago), was een aangename afwisseling voor de grote stad. In Valparaiso zijn de huizen en de straten op zich kunst (foto 3)! Hou u vast, ik ben in Santiago naar het ballet geweest (foto 5). Eerste keer ooit, maar ik moet zeggen dat het de moeite was. De dansers en danseressen zijn niet uitgemergeld zoals bij Europees ballet (werd mij verteld) en ik moet toegeven dat de controle die deze mensen over hun lichaam hebben bewonderenswaardig is. Ik denk nu niet dat ik een frequent balletbezoeker ga worden, maar het was toch weer een niuewe ervaring. Een dagje paardrijden in de Andes, uiteraard met hoed, afgerond met een traditionele "pastel de choclo", bracht mij weer even in de mooie natuur van Zuid-Amerika (foto 6 en 7). Een andere topper in Santiago was zwemmen op het dak van een 30 verdiepingen hoog gebouw (foto 9). Prachtig zicht over de stad, een fleske champagne en een zwembad; wat kan een mens meer willen... Enkele feestjes (foto 8, 10 en 11) later was het dan tijd om te gaan. Na 10 dagen was het jammer om de mensen en het huis achter te laten, maar the show must go on en ik wil graag een dagje Mendoza bezoeken alvorens mijn verjaardag te vieren in Tucuman. Mendoza was een flitsbezoek meer dan waard. Toekomen om 4 uur 's nachts, een hostel zoeken in een donkere en onbekende stad, busticket kopen voor 's avonds en een wijntoer doen. Samen met een Hollandse en twee Australiërs huurde ik een fiets bij de befaamde "Mister Hugo" (foto 12) en fietsten we van bodega naar bodega. Heel wat wijntjes en een emmertje zweet later, nam ik de bus naar Tucuman. Wijn trouwens is een prima plan om goed te slapen op een bus! In Tucuman wacht mij een verblijf bij de familie van Lourdes (die ik in BA leerde kennen). Reizen, rusten, feesten, cultuur, natuur, veel zon, eten en drinken: Santiago heeft me het mij allemaal kunnen bieden. Met veel dank aan Emma om mij uit te nodigen in Housing Horizonte. Groeten uit het foorhete Salta! Geniet van de sneeuw, Jan
Voor de liefhebber, die een woordje Spaans verstaan: een gedicht van Neruda:
Pido silencio Ahora me dejen tranquilo. Ahora se acostumbren sin mi. Yo voy a cerrar los ojos. Y solo quiero cinco cosas, cinco raices preferidas. Uno es el amor sin fin. Lo secundo es ver el otoño. No puedo ser sin que las hojas vuelen y vuelvan a la tierra. Lo tercero es el grave invierno, la lluvia que ame, la caricia del fuego en el frio silvestre. En cuarto lugar el verano redondo como una sandia. La quinta cosa son tus ojos. Matilda mia, bienamada, no quiero dormir, sin tus ojos, no quiero ser sin que me mires. Yo cambio la primavera porque tu me sigas mirando. Amigos, eso es cuanto quiero. Es casi nada y casi todo. Ahora quieren se vayan.
Een goedenamiddag allen, Na een week Santiago, vind ik eindelijk de tijd om mijn ijdrage over El Bolson en Bariloche te posten. Voor de eerste keer vanop mijn eigen netbook (klein cadeautje van de Sint, die ik dit jaar met Visa moest betalen). Na mijn avonturen in Chili op de Careterra Austral, ben ik tot in Trevelin gelift, verder naar Esquel gelift en dan met de bus naar El Bolson gegaan. El Bolson, volgens de Lonely Planet het hippiestadje bij uitstek en voor een keer hadden ze gelijk. Vanag het moment dat ik de bus afstapte, was ik gecharmeerd door de sfeer die in dit stadje hing. Ik zocht een leuke jeugdherberg en maakte 's avonds direct kennis met de andere gasten. Al die avond besliste ik om de volgende dag mee te vertrekken op een tweedaagse trektocht met Selma. De tocht was prachtig (de brug kon veiliger, maar we geraakten veilig aan de overkant; zie foto1), de refugio waar we sliepen werkelijk een paradijselijke houten hut (foto 2 en 3) en weerom had ik geluk met het weer. 's Avonds maakten we kennis met een Argentijnse hippie van een jaar of 60. Zijn verhalen waren op zijn minst gezegd boeiend en de volgende dag was hij onze persoonlijke gids naar de gletsjer (foto 4). Een unieke tocht, mede door zijn inbreng ("un poco más peligroso, pero más rapido"). Zijn shortcut bleek langer te zijn en door een net iets te steile rots, moesten we toch maar de gewone weg nemen. In de afdaling kwam het toppunt. De kranige zestier zette zich op zijn jas in de sneeuw en sleede pijlsnel naar beneden, tussen de rotsen door. Uiteraard volgden wij. Dolle pret! Weer een zeer mooie tocht dus. Zondag was een absolute rustdag, zoals het hoort. We gingen naar een meer, waar we een strandje vonden met enkel locals. Geen toeristen, veel zon en koud water om (heel even) in af te koelen (foto 5). 's Avonds alweer een heerlijke zelfgemaakte maaltijd (koken kan toch leuk zijn als je er de tijd voor hebt) en de volgende dag afscheid nemen en de bus op naar Bariloche. Moe maar voldaan na een aangenaam verblijf in El Bolson (foto 6). In Bariloche waan je jezelf in een skioord in de Zwitserse bergen. De eerste avond genoot ik vooral van Barcelona-Real Madrid. Gewoon naar een (prachtie) voetbalmatch kijken in de zetel, met een Argentijns biertje en zicht op een prachtig meer. Meer moet ik niet hebben. De eerste dag huurde ik een mountainbike om nen toer van 35km te doen. Ideaal om redelijk snel veel natuurschoon te zien. Onderweg rustig de tijd nemen om wat te eten, te lezen en te genieten van het uitzicht was uiteraard een must (foto 7). Het was twee maanden geleden dat ik gefietst had en dat liet zich voelen. De dag erna toch maar wat extra geld gespendeerd aan een raftinguitstap. Niet supermoeilijk, maar wel heel leuk en vooral ijskoud. Een professionele fotograaf maakte heel wat schone foto's (en verkocht ons die uiteraard; zie foto 8 tot 11). Ik denk wel dat ik hier in Bariloche nog meer tijd had kunnen spenderen, maar de lokroep van de grote stad werd te groot. Een stad, met veel mensen, warm weer en feestjes; redenen genoeg om vrijdag een hele dag op de bus te spenderen richting Santiago, waar ik Emma (een Belgische vriendin) ga bezoeken. Uit het zeer zonnige en warme Santiago groet ik jullie allen, Jan
Een vrij snelle internetverbinding en een uurtje tijd: genoeg om
de blog nog eens aan te vullen dus.
Vorige week de Carretera Austral gedaan en het was een waar avontuur.
Ik ben begonnen in Chili Chico en heb mijn eerste nacht doorgebracht in een
duister hostelleke bij een oud koppel (foto 1). Een beetje vreemd, maar 's
avonds heb ik nog een uurtje met hen en de rest van het gezelschap (hun
vrienden/familie) gepraat. Leuk om met locals te praten, maar niet simpel. Net
nu ik gewend ben aan het Argentijnse dialect, krijg ik nen hop Chilenen (al da
niet met tanden) voorgeschoteld.
De eerste liftdagkwam er aan en na een eerste korte lift met een jonge kerel,
moest ik een drietal uren wachten op een plaats waar twee auto's per uur
langskomen. Gelukkig had ik een boek bij en was het mooi weer. Een koppel pikte
mij op, maar achteraf bleek dit minder gelukkig uit te draaien. De weg was
mooi, maar bochtig, niet geasfalteerd en links begrensd door rotsen en rechts
door een afgrond met beneden een meer. Het noodlot sloeg toe en de vrouw
verloor de controle over het stuur. Gevolg: de jeep ging van de baan en vertrok
achterwaarts de dieperik in. Ik dacht effe dat hier een einde kwam aan mijn
Zuid-Amerikaans avontuur (of erger), maar gelukkig stopte enkele rotsen onze weg
naar beneden en kantelde de jeep niet. Iedereen was ongedeerd en ik vooral heel
blij dat ik nog leefde. De vrouw dacht haar wagen nog handmatig te kunnen
bevrijden, maar dat was een beetje te optimistisch (foto 2 en 3). Na enkele
uren wachten, een aantal nieuwsgierige stoppers en een beetje nutteloos heen en
weer gesleur met stenen, zijn we achterin een vrachtwagen van de wegenwachters
terug naar Chili Chico gereden, waar ik rustig iets gegeten heb, een fleske
wijn gekelderd om te bekomen en een nachtje extra in dit (verder vrij doodse)
stadje doorgebracht. De auto zouden ze later met een "macina"
proberen redden. De dag erna lag hij er nog. Ik besef nog eens dat we veel
geluk hebben gehad.
De volgende dag kreeg ik een lift van een Argentijns koppel en hun vriendin tot
in Puerto Rio Tranquilo en daar heb ik een fantastische avond gehad bij een
Chileene familie (familie van het koppel). Een traditionele BBQ (asado) en
nadien muziek met nen trekzak en een gitaar. Er werd gedanst, gezongen en
moppen getapt. Een prachtige avond. (foto 4 en 5) Ik voelde mij alleen een
beetje onwennig bij mijn "gastenstatuut".
De volgende morgen samen met eem neef van de familie de bus genomen naar
Coihaique (tegen een voordelig tarief, dat normaal enkel aan Chilenen wordt
verleend) en beslis om daar twee dagen te blijven. Ik bezoek een natuurpark,
laat mijn kleren wassen en rust vooral een beetje uit. Alleen op restaurant
gaan wordt elke keer iets minder onomfortabel, maar blijft toch een beetje
raar.
Na Coihaique wil ik naar Puyuhuapi. Het is schijtweer en regent de
spreekwoordelijke oude wijven. Met behulp van 7 verschillende liften (van zeer
korte tot enkele uren durende) geraak ik zelfs tot in La Junta en daar blij ik
een nachtje. De weg is hier duidelijk belangrijker dan het einddoel. De wegen
zijn knap en meestal niet geasfalteerd. De natuur verandert elke 50km en zelfs
in de regen zijn de uitzichten prachtig. (foto's 6-8) Liften is leuk, want je
ontmoet mensen van alle slag (van bejaarden tot jongeren of werklui onderweg
naar een job 400km verder). Er wordt gestopt om foto's te nemen of een soort
van plaatselijke rabarber te plukken (foto 9).
De volgende dag lift ik weer met een zestal verschillende auto's mee. Achterin
een jeep of met een 30-tonner (28 koeien en 10 stieren onderweg naar Santiago),
die vlot over brugjes van max 14ton rijdt; allemaal anders, maar leuk. (foto's
10-12) Ik wandel sommige stukken en neem de tijd om te genieten.
Ik geraak in Futaleufu, waar ik hoop te raften, maar alles bljkt nog toe tot
begin december. Impulsief beslis ik om verder te gaan tot aan de grens, maar
dit blijkt niet de meest verstandige keuze. Zeer weinig auto's, geen lift en
een grens die sluit om acht uur (een half uur na mijn passage), dwingen mij om
in een gesloten camping aan de grnespost te slapen, kilometers van elk dorp.
Met een blikje tonijn en een halve liter wijn als avondeten, breng ik helemaal
alleen de nacht door op een verlaten plek aan de grens, naast een rivier.
Vernieuwend, ietwat beangstigend, maar weer een belevenis die ik niet had
verwacht mee te maken.
De volgende dag lift ik tot in Trevelin, waar een dorpsfeest aan de gang is.
Door de te saaie speeches, reis ik door naar Esquel en nadien El Bolson. Dit
zou een hippiestadje moeten zijn. Ik verwacht één dag te blijven, maar het
worden er vier. De moeite dus. Nu zit ik in Bariloche. Verslag ven Bariloche en
El Bolson komen later.
Het blijft leuk en boeiend hier. Voor de mensen die het zich afvragen, de baard
gaat er waarschijnlijk af in Santiago volgende week, maar ik beloof niks. Ik
mis niet veel uit Belgie, behalve dan wat mensen en vooral het feit van ergens
te kunnen binnenkomen en volk te kennen. Hier moet je altijd opnieuw van nul
beginnen en dat is boeiend, maar soms ook wel vermoeiend. Mijn Spaans is er
door het liften en door de dagen in El Bolson sterk op vooruit gegaan. Alleen
als er nen hoop locals onder elkaar begint te praten, moet ik afhaken.
Nog steeds super dus, ik kijk uit naar een dikke week rust in Santiago, zonder
inpakken en uitpakken en naar de volgende avonturen.
Ik groet jullie, geniet van de sneeuw en drink nen Duvel voor mij!
El Calafate-El Chalten-Los Antiguos 10-18 november
Hey allemaal, De afgelopen week ben ik vooral bezig geweest met rusten en noordwaarts reizen. Na de 5-daagse in Torres del Paine, heb ik in El Calafate vooral van het zonneke genoten en daar (dank u wel gat in de ozonlaag) ne serieus rode neus aan overgehouden. Tussen het rusten door heb ik uiteraard de Perito Moreno gletsjer bezocht. Een prachtig stuk natuur en ook hier weer stond ik met verbazing te kijken naar de immensheid van de natuur. Een gletsjer van 60 meter hoog en enkele kilometers breed, waar voortdurend gigantische brokken ijs afvallen in het water. Dit gaat gepaard met een moeilijk te omschrijven gedonder. Een spectakel waar je uren naar kan kijken en luisteren. (eerste twee foto's) Verder had ik het geluk dat het jaarlijkse folkloristisch gauchofestival plaats vond (foto 3). Veel volk in traditionele klederdracht, weinig toeristen en vooral een rodeowedstrijd, begeleid door een uiterst ééntonige stem en dito gitaar, maken dit tot een uniek gebeuren. Zotte paarden proberen nog zottere gaucho's van hun rug te werpen. De manier waarop de paarden worden behandeld, zou ene Michel VDB van Gaia zelf doen steigeren, maar ik catalogeer het onder folklore en de paarden lopen telkens vrolijk weg nadat ze verlost zijn van de gaucho. Het was de moeite. Ik koop een boek in het Spaans om zo wat te oefenen (Isabel Allende: El Reino del Dragón de Oro) en het lukt zowaar redelijk goed om dit te lezen. Zaterdag bezoek ik een meertje, dat vooral opvalt door de vele flamingo's (foto 4). Verder ontdek ik in El Calafate dat er gigantisch veel Israelische jongeren na hun legerdienst Zuid Amerika bezoeken. De meesten zijn redelijk sympathiek, maar als ze in groep zijn (wat vrij vaak gebeurt) zijn ze enorm associaal en spreken ze enkel Hebreeuws, zelfs als er anderen bij zijn. Vreemd volkje. In de (goedkope) jeugdherberg zitten gelukkig weer zeer veel nationaliteiten en er wordt weer duchtig verbroederd. Ik zie zelfs Itto terug (de Japanner die ik in BA leerde kennen). Met twee Israeli (Tal en Neria) vetrek ik naar El Chalten om daar twee dagen te gaan wandelen (foto's 5-9). Na een ritje van een uur of vier (bijna niks dus), beginnen we direct te wandelen. Weerom zeer schone landschappen en na een nachtje op de camping, staan we op om de Fitzroy (berg van 3400meter) te zien bij zonsopgang. Pech, want de wolken belemmeren het zicht. Gelukkig geeft de zon op de wolken toch nog wat mooie beelden. De tweede dag is zwaar en het weer zeer wisselvallig, maar we komen tijdig in het dorpje aan om de superclasico (River Plate-Boca Juniors) op TV te kunnen zien. Zoals de meeste klassiekers een saaie match. De volgende dag wacht ons een busrit van 11 uur naar Los Antiguos. Een kleine, oncomfortabele bus, zonder TV of toilet brengt ons over de Ruta 40 tot in Los Antiguos. Gelukkig is de weg (meestal niet geasfalteerd) en de omgeving (onmetelijk uitgestrekte landschappen, met af en toe wat guanaco's, struisvogels, koeien, schapen en paarden, meestal met kleintjes bij) een goede bezigheid. 11 uur is evenwel lang en ik ben vooral blij dat ik zelf muziek bij heb (11 uur naar Alanis Morisette van de chauffeur luisteren is geen optie voor mij). In Los Antiguos zoeken we samen met twee Hollanders en twee Franse dames een jeugdherberg en de volgende dag bezoeken we het meer. Het tweede grootste meer van Zuid Amerika is immens groot (uiteraard). Ik steek de grens met Chili te voet over en tussen de twee grensposten, ervaar ik een aangenaam gevoel van vrijheid. Alleen met de rugzak ergens tussen twee landen in (foto 10) wandelen in een aangenaam zonnetje; het kan veel slechter. Nu wacht mij Chili Chico en de Careterra Austral. Ik hoop meer locals te zien dan toeristen en beslis dan ook om alleen te reizen en niet met Tal en Neria. Een aangename spanning maakt zich van mij meester. Terecht, zo blijkt later. Maar dat zal voor de volgende keer zijn... Groeten, Jan
Zoals beloofd een verslagje en vooral enkele foto's van de trektocht door Torres del Paine, een nationaal park in Chili. Vrijdagmorgend vroeg met de bus vertrokken naar het park en onderweg bleek al dat de omgeving hier echt prachtig is. Bergen, meertjes, guanaco's,... In het park namen we eerst de catamaran om daarna aan de bekende W te beginnen (één van de opties om het park te ontdekken). Maren en ik vertrokken vol goede moed de berg op, met een veel te zware rugzak (eten voor vijf dagen, tent, slaapzak, matje en een paar properen onderfonskes wegen toch wel door). Na een prachtige tocht van een 15-tal km (en ook vandaag wogen de laatste loodjes enrom zwaar) bereikten we de eerste camping. Gratis, dus met een minimum aan comfort en dat is vrij letterlijk te nemen. Een houten hutje met een gat in grond was het toilet (ik verkies de vrije natuur) em buiten een bordje dat je geen vuur mocht maken was dat het enige ingerichte element op de camping. Water kwam van het beekje. Prachtig toch, dat he je water gewoon uit de beek kunt nemen. 's Avonds aten we met zicht op de gletsjer (eerste foto), samen met Jolien en Joachim, een Antwerps (maar toch sympathiek) koppel. De camping was niet erg druk, maar het leuke was dat we deze mensen vermoedelijk elke dag zouden tegenkomen. Een Engels koppel op wereldreis (Jonathan en Stacy) en een Parijsenaar (Matthieu) vervolledigden ons groepje van zeven. Verder liepen er nog wat zotte Israelieten rond (die zitten echt overal, omdat ze na hun legerdienst allemaal op reis gaan). Een eerste nacht in mijn toch wel kleine tent en ik was klaar voor de volgende dag. We liepen min of meer samen met Jolien en Joachim en de eerste pijntjes begonnen de kop op te steken. Na een behoorlijke lunch in een beschut hokje bij een refugio, kwamen we 23km later ruim op tijd aan onze volgende gratis camping. Niets lekkerder dan een blikje cola (te duur gekocht in de refugio) en daarna iets pasta-achtig (foto 2), op smaak gebracht met chilipoeder en parmesaan (de manier om zakjeseten toch wat smaak te geven). We zijn officieel met zijn zevenen om de rest van de tocht te doen. Echt leuk om dit met een toffe bende te doen. De derde dag klommen we, zonder rugzak, naar het midden van de W. De Valle del Frances. Werkelijk adembenemend mooi (foto's 3-4) en als kers op de taart waren we getuige van enkele vrij grote lawines (aan de overkant van de vallei gelukkig). Nadien met de rugzak naar de enige betaalcamping die we bezoeken en na een tocht van 21km (foto 5), kunnen we genieten van een redelijk warme douche. Zalig! Mooie camping met vooral prachtige kleuren in de lucht bij de zonsondergang (foto 6-7). 's Avonds nog een spelletje regenwormen gespeeld en terug in de koude tent. Grappig trouwens om te zien dat de mensen die binnen in de refugio slapen een heel andere ervaring hebben. Ze zitten binnen in hun T-shirt en luisteren naar muziek op de laptop, terwijl wij al onze kleren aantrekken om warm te hebben en het muzikaal moeten doen met "·My way" op de mondharmonica. Ik verkies onze manier van hiken! Het vriest hier 's nachts, dus er wordt met kleren aan geslapen en de camelback wordt met warm water gevuld om de voetjes toch een beetje op temperatuur te houden). Dag vier zou de zwaarste moeten zijn (21km, met heel wat steile stukken), maar dankzij een mooie shortcut (foto 8) en een steeds lichtere rugzak, blijkt dit nogal mee te vallen. Hoe hoger we komen, hoe kouder het wordt en we zoeken een uurtje beschutting in een refugio. Bovern in de laatste camping is het berekoud. Na enkele liters thee (door de koude en onze Engelse vrienden), kruipen we vroeg in bed. Morgen staan we om 4 uur op, om de zonsopgang bij de Torres te zien. Opstaan om 4 uur in de vrieskou om dan 1km af te leggen, maar wel 300 meter te stijgen, wie haalt het in zijn hoofd? We lopen een beetje verkeerd, maar komen net voor zonsopgang bij een mooi uitkijkpunt. Het was de moeite waard (foto 9-12)! Een laatste tochtje naar beneden en in de stralende zon beslissen we de laatste acht km naar de bus toch nog maar te voet te doen ipv een pendelbusje te nemen. Ma een laatste 20km is iedereen moe, maar zeer voldaan (om het met een cliche te zeggen). Ik heb echt genoten van de tocht. Niet enkel de schone natuur, maar ook het prachtige weer en vooral het gezelschap maakten dit tot een prachtige ervaring. Ik leef toch echt op als ik in een groep kan onderweg zijn en om de zoveel tijd met een onnozele opmerking de sfeer er in kan houden. Het was ook grappig om te zien hoe een groep nieuwe mensen elkaar leert kennen en evolueert als groep (deed me een beetje aan de scoutscursussen denken, waar we daar zeer actief mee bezig zijn). Na Torres del Paine brengt een bus me naar El Calafate, waar eerst en vooral een beetje rust wacht, een gletsjer en nadien een trip naar El Chalten (met misschien een nieuwe trektocht). Het idee speelt in mijn hoofd om daarna de Carretera Austral te nemen in Chili (met de bus of waarschijnlijk al liftend) om zo naar het noorden te gaan. We zullen zien...
Na een tripje naar het einde van de wereld en een trektocht in Torres del Paine heb ik nog een uurtje tijd om de blog aan te vullen en enkele mailtjes te sturen voor ik naar Calafate vertrek. Bij deze het relaas en de foto's van Ushuaia. Torres del Paine volgt weldra (en zal zeer de moeite zijn).
Buiten de stinkende Aziaat naast mij op het vliegtuig naar Ushuaia heb ik een vlotte vlucht gehad en al vanuit de lucht viel op dat de natuur hier prachtig is: besneeuwde bergtoppen en overal meertjes. Op de luchthaven kennis gemaakt met een Spaans koppel en samen de taxi genomen en een jeugdherberg gezocht. En dan het volgende gedeelte: what to do in Ushuaia? Tientallen reisagentschappen proberen boottrips, kanotochten, fietstochten, vliegtuigtripjes enzovoorts aan de man te brengen en dit uiteraard allemaal voor een hele hoop pesos. Ik beslis om de eerste dag een museum over de Yamana-indianen te bezoeken, de tweede dag een boottocht te maken en een ander museum te bezoeken en de derde dag naar het nationaal park te gaan. Het bezoek aan de pinguins was echt de moeite. Na een busritje van anderhalf uur door de prachtige natuur en een kort boottochtje, mochten we rondwandelen op het eiland waar de pinguins zaten. Aangezien het broedseizoen is, zaten veel pinguins stil op hun nest, dus ideaal om foto's te nemen. Echt wel een unieke ervaring om tussen de "wilde" pinguins te wandelen. Het nationaal park was mooi, maar ook niet super. ik durf te spreken van een mooie wandeling in een knap bos met hier en daar wat meertjes en bomen en planten die je bij ons niet ziet. De musea in Ushuaia zien er eigenlijk allemaal een beetje hetzelfde uit: een gedeelte over de indianen, een stukje over de kolonisatie, wat geografische uitleg en een beetje informatie over de plaatselijke fauna en flora. Alleen het Museo del Presidio voegt hier wat extra aan toe. Doordat het een oud gevangenisgebouw is, straalt dit een zekere sfeer uit en zijn er enkele leuke verhalen over de gevangenen, die hierheen werden gestuurd om vanalles te bouwen in erbarmelijke omstandigheden. Ushuaia was al bij al zeer mooi, maar moet het toch vooral hebben van de titel "meest zuidelijke stad ter wereld" (en eigenlijk is Puerto Williams in Chili nog iets zuidelijker). Ik zou Ushuaia alleen bezoeken als je veel tijd hebt (zoals ik) of veel geld om alle mogelijke boottochten en avontuurlijke uitstappen te doen. Na een aangenaam bezoek aan Ushuaia, heb ik donderdagmorgend de bus naar Puerto Natales genomen. 16 uren onderweg, twee keer overstappen, de grens met Chili passeren (inclusief aanschuiven en controles op het binnensmokkelen van appels en appelsienen). Er is geen nachtbus, dus dat was een hele dag door het raam kijken. Mooie landschappen, dolfijnen in het water bij de oversteek van de Magellanesstraat, zeer uitgestrekte vlaktes, één enkele film, een kleine koffiekoek en 16 uur later kwam ik aan in Puerto Natales (Chili), om mij daar klaar te maken voor een trektocht van vijf dagen in het natuurpark van Torres del Paine. Ik geniet hier nog steeds van elke dag, ontmoet steeds weer nieuwe mensen en denk dat ik dit leventje nog wel enkele maanden kan volhouden. Na de grote stad en het (voor mij iets te) toeristische Ushuaia is het park van Torres del Paine een verademing. de verhalen en vooral de foto's van de trektocht komen een van de volgende dagen op de blog. Nu nog snel een pizza eten voor ik weer zes uurtjes op de bus ga zitten naar Argentinie. Groeten uit Chili! Jan
OK, da van da sterven is een beetje voortijdig, maar wauw, wa was da! De afgelopen dagen heb ik de watervallen van Iguazu bezocht en ik heb nog niet dikwijls zoiets moois en imposants gezien. Zowel vanuit Brazilie (dinsdag gedaan en te zien op de eerste 3 foto`s) als vanuit Argentinie (donderdag en de volgende zes foto`s) een ongelofelijk mooi zicht. Aan Braziliaanse kant beperkte het bezoek zich tot een wandeling van 1200 meter, met een deel op een brug over en onder de watervallen, maar hier kreeg ik wel een mooi overzicht van de grootte van de watervallen. Aan Argentijnse kant waren er enkele wandelingen over, rond en onder de watervallen met fantastische zichten, een jeeptocht door het subtropische regenwoud en als absolute topper een boottocht op de rivier en onder (tot bijna in) de watervallen. Gevolg: een waanzinnige ervaring, prachtige beelden (door het vele water jammer genoeg niet op camera vastgelegd, al toont de voorlaatste foto wel waar we iets later onder gegaan zijn), volledig kletsnat geworden onder de watervallen en geweldig onder den indruk. De foto`s doen de watervallen geen eer aan, maar geven een klein beetje weer hoe fantastisch overweldigend ze zijn. Ik betrapte mezelf er meermaals op dat ik minutenlang stil naar het neerdonderende water heb staan kijken, met tranen in de ogen van verwondering.
Wat is er nog gebeurd de laatste dagen?
Een kleine impressie van een 17-18 uur durende busrit (2 keer uiteraard):
veel plaats en zetels die bijna plat liggen
genoeg slaap, maar te vaak onderbroken en dus twee vermoeiende ritten
4 films per busrit en geloof me, slechtere films zijn moeilijk te vinden. Komt daar nog bij dat het geluid afwezig was en er Spaanse ondertitels waren (wel weer een goeie oefening).
1 toilet voor een 40-tal mensen: aanschuiven en beslist geen dennegeur in het kleine kamertje
2 maaltijden van het niveau "matige vliegtuigmaatschappij"
1 paspoortcontrole door de Argentijnse politie
geen enkele tussenstop, nog een reden bij om blij te zijn dat ik een niet-roker ben...
Een topervaring dus, die mijn totale bustijd in Argentinie op 39 uren brengt ( de korte ritten van 1-2 uur ook meegeteld)! Woensdag was een vreemde dag. Blijkbaar doen ze in Argentinie om de tien jaar een volkstelling en dan is werkelijk alles geloten. Geen bal te beleven in Iguazu dus. Aangezien in mijn hostel ook niets te beleven viel en het 30 graden was, ben ik dan maar op zoek gegaan naar een betere plek. Bingo: een nabijgelegen hostel met gezellige tuin en zwembad. Ik heb me daar gezet, een boek gelezen en kennis gemaakt met drie Belgen en drie Duitsers. `s Avonds zeer lekker gaan eten (buiten de gegrilde maag en niertjes, die ik geproefd heb, maar niet helemaal opgegeten) en nog gezellig iets gaan drinken. Beter dan alleen in mijn jeugdherberg blijven, me dunkt! Nu juist terug in BA toegekomen en met Sophie en Magalie gegeten. Straks op restaurant en het nachtleven van BA nogmaals verkennen. Er heerst hier wel een zeer vreemde en drukke sfeer in de stad, nadat de ex-president eergisteren gestorven is. Morgen ga ik een kijkje nemen op de Plaza del Mayo, waar enkele duizenden Argentijnen met vlaggen en bloemen verzamelen.
Het bevalt me hier dus nog steeds. Op de "dode" momenten (wachten op de bus, wachten op mijn kamer,...) zou een reisgezel wel aangenaam zijn, maar rustig in `t zonneke zitten en een beetje lezen (Sarah, uw boek is bijna uit en goed bevonden, waarvoor dank) is ook best wel ok en alleen zijn opent een heleboel mogelijkheden die er anders misschien minder gemakkelijk zouden zijn. Maandag vertrek ik naar het koude zuiden (raar maar waar) en laat ik de grote stad voor een hele tijd achter mij (denk ik). Een vlucht van een goeie 3000km naar Ushuaia, door Zuid-Amerikanen het einde van de wereld genoemd. Voor de collega`s leerkrachten een fijne vakantie gewenst, voor de vormingsmensen een leuke cursus (laat vooral de zon in je hart ) en voor al de rest, tot binnenkort!
Jan
PS (das gelijk vroeger in de brieven): Mijn Argentijns telefoonnummer is 005491165042845. Ik probeer mijn Belgisch nummer wekelijks effe te checken, dus berichten daarop worden maar zeer langzaam beantwoord. Mailen is de snelste manier om mij te bereiken.
Goeiemorgen, Een kleine update over het tweede deel van de week hier in BA. De afgelopen dagen heb ik de tijd genomen om, volledig tourist-style, nen hoopbezienswaardigheden in BA te bezoeken en moet zeggen dat zeer de moeite was. De foto's geven een klein overzicht. De eerste foto is genomen op één van de bekendste pleinen in BA, de Plaza del Mayo. Elke donderdag om half vier is daar de mars der "zotte" moeders. Allemaal moeders (en vaders) die een vermist kind hebben. Een zeer beklijvende ervaring, omdat je enerzijds de serene wandeling rond de obelisk hebt gedurende een half uur, maar anderzijds valt het op dat het leven in BA gewoon door gaat. Zakenmensen passeren, het drukke verkeer blijft rijden en de toeristen nemen (vaak van beschamend dichtbij) foto's van het gebeuren. Ik moet zeggen dat ik hier wel even stil van werd. De volgende vier foto's zijn genomen in La Boca, een wijk iets meer uit het centrum, met huizen in zeer verschillende, felle kleuren. Het deed deugd om even niet meer tussen de hoge grijze gebouwen te zitten. In deze wjk bezochten we ook het voetbalstadion van de Boca Juniors (waar Maradonna god is) en zijn we empeñadas gaan eten in een typisch lokaal restaurantje. Ongelofelijk lekker, goedkoop en zeer vriendelijke mensen. Geweldig om niet tussen de toeristen te zitten, maar tussen oude Argentijnen, die het over koetjes en kalfjes hebben terwijl ze een fles Quilmes (Argentijns bier, redelijk ok) drinken. Een bezoek gebracht an het graf van Eva Perron en het museo Evita. Zeer boeiend en werkelijk een imposant kerkhof, met grote grafkelders en graven van zowat alle belangrijke mensen die ooit in BA hebben gewoond. Het klinkt vrij ongelofwaardig, maar ik heb zelfs het "Museo del bella Artes" bezocht (2 uur lang!) én er van genoten. Vooral de Argentijnse kunst was verrassend mooi. Gisteren met Vincent (Belgische scoutsvriend die hier woont) Tigre bezocht (de laatste twee foto's). Het deed me denken aan Venetië, maar dan groter en met meer groen. De mensen varen daar in plaats van te rijden. Zeer mooi en amper een uur treinen van BA. Nadien bij Vincent en Pia thuis lekker gegeten en gezelschapsspelletje gespeeld. Tussendoor heb ik nog de tijd gevonden om met veel mensen kennis te maken (werkelijk van overal ter wereld) en kleine tot grote feestjes te bouwen (wat ze zeggen is waar, BA by night in the weekend is fantastisch). Vrijdag een echt Zuid-Amerikaans feest gehad en ontdekt dat alles in Zuid-Amerika er iets heviger en sensueler aan toe gaat op een feestje dan in België. Zeer blij met mijn salsa-ervaring hier! Ik kan gerust zeggen dat ik hier graag ben en genoten heb van de eerste week. Vandaag nog een marktje en een groot park bezoeken en 's avonds is het Braziliaans feest in de jeugdherberg (Brazilianen zijn hier duidelijk bezig met een stevige invasie). Morgen of overmorgen vertrek ik naar de watervallen van Iguazu, een must-see in Argentinië, op de grens met Brazilië en Uruguay. Een busrit van 18 uren heen (en nadien ook 18 uren terug), maar blijkbaar wel een prachtig stukje natuur en dus niet te missen. Groeten daar in België en tot binnenkort! Jan
Hola a todos, Het ontbijt is nog niet klaar (ja, ik ben te vroeg wakker voor het ontbijt!), dus ik maak even gebruik van de gelegenheid om jullie op de hoogte te brengen van mijn bezigheden. Zondagmiddag vertrokken in Zaventem, nadat ik nog ene gedronken had met de vrienden, die mij bij wijze van verrassing zijn komen uitwuiven in de luchthaven. Schone verrassing! Na enkele uren vertraging ben ik maandagmorgen in BA geraakt. Zonder veel problemen de jeugdherberg gevonden, na een busrit van twee uur met el autobus publico (2 pesos ipv 120 pesos voor een taxi, een kleine 24 euro uitgespaard dus). In de jeugdherberg direct kennis gemaakt met de kamergenoten. 's Avonds lekker gegeten in een 'eet zoveel je kan' en daarna met Stevo (geschifte Canadees) en Ito (Japanese wereldreiziger) op stap geweest. Wat ze zeggen over het nachtleven in BA is waar. Zelfs op maandag kan je gemakkelijk tot in de vroege uurtjes ergens terecht. Gisteren dan maar uitgerust van de reis en van maandagavond en een beetje door de (immens grote) stad gewandeld. 's Avonds rustig in de jeugdherberg iets gedronken met een aantal mensen van over de hele wereld en vandaag vroeg wakker geworden en van plan om enkele bezienswaardigheden te bezoeken in de stad. Het is hier voor de derde dag op rij prachig weer, dus da wordt korte broek, T-shirt en teenslippers! Na de drie eerste dagen is het nog een beetje wennen aan het reizen en nog wat zoeken wat de plannen zijn voor de volgende weken, maar voorlopig vooral al interessante mensen ontmoet en onder de indruk geweest van de grootsheid van BA. Alles blijft hier spannend. Door de overdaad aan tijd, kan ik alles rustig aan doen en vooral proberen genieten van alles en iedereen op mijn weg, which is nice. Zonnige groeten uit BA! Juan
't Is de moment. Alles ingepakt, laatste frietrjes gegeten en laatste pintjes gedronken, iedereen gedag gezegd en binnen een uur of drie stap ik op het vliegtuig naar Madrid, om daar dan over te stappen naar Buenos Aires. Morgenvroeg rond half zes plaatselijke tijd zal er dus een Belgisch jongetje met zijne rugzak in de luchthaven van Buenos Aires staan. En dan ... zullen we wel zien ... Toch wel een beetje spannend!
Het aftellen is nu wel echt begonnen. Deze week nen hoop spuitjes gekregen en de volgende weken nog een paar meer te gaan, maar ik ben nu officieel beschermd tegen hepatitis A en B, gele koorts, buiktyfus en hondsdolheid. Binnen twee weken een klein feestje en dan kan ik mijne rugzak beginnen maken...
Voila, Eén maand voor het vertrek is alweer een klein stapje gezet. Een eigen blog! Voor degenen die mijn avonturen een beetje willen volgen, zal dit de place to be worden. Voor mij is het nu aftellen geblazen en tussendoor lezen, voorbereiden, nog wa geld uitgeven en nog tegen veel mensen goeiendag gaan zeggen. Tot binnenkort!