Een vrij snelle internetverbinding en een uurtje tijd: genoeg om
de blog nog eens aan te vullen dus.
Vorige week de Carretera Austral gedaan en het was een waar avontuur.
Ik ben begonnen in Chili Chico en heb mijn eerste nacht doorgebracht in een
duister hostelleke bij een oud koppel (foto 1). Een beetje vreemd, maar 's
avonds heb ik nog een uurtje met hen en de rest van het gezelschap (hun
vrienden/familie) gepraat. Leuk om met locals te praten, maar niet simpel. Net
nu ik gewend ben aan het Argentijnse dialect, krijg ik nen hop Chilenen (al da
niet met tanden) voorgeschoteld.
De eerste liftdagkwam er aan en na een eerste korte lift met een jonge kerel,
moest ik een drietal uren wachten op een plaats waar twee auto's per uur
langskomen. Gelukkig had ik een boek bij en was het mooi weer. Een koppel pikte
mij op, maar achteraf bleek dit minder gelukkig uit te draaien. De weg was
mooi, maar bochtig, niet geasfalteerd en links begrensd door rotsen en rechts
door een afgrond met beneden een meer. Het noodlot sloeg toe en de vrouw
verloor de controle over het stuur. Gevolg: de jeep ging van de baan en vertrok
achterwaarts de dieperik in. Ik dacht effe dat hier een einde kwam aan mijn
Zuid-Amerikaans avontuur (of erger), maar gelukkig stopte enkele rotsen onze weg
naar beneden en kantelde de jeep niet. Iedereen was ongedeerd en ik vooral heel
blij dat ik nog leefde. De vrouw dacht haar wagen nog handmatig te kunnen
bevrijden, maar dat was een beetje te optimistisch (foto 2 en 3). Na enkele
uren wachten, een aantal nieuwsgierige stoppers en een beetje nutteloos heen en
weer gesleur met stenen, zijn we achterin een vrachtwagen van de wegenwachters
terug naar Chili Chico gereden, waar ik rustig iets gegeten heb, een fleske
wijn gekelderd om te bekomen en een nachtje extra in dit (verder vrij doodse)
stadje doorgebracht. De auto zouden ze later met een "macina"
proberen redden. De dag erna lag hij er nog. Ik besef nog eens dat we veel
geluk hebben gehad.
De volgende dag kreeg ik een lift van een Argentijns koppel en hun vriendin tot
in Puerto Rio Tranquilo en daar heb ik een fantastische avond gehad bij een
Chileene familie (familie van het koppel). Een traditionele BBQ (asado) en
nadien muziek met nen trekzak en een gitaar. Er werd gedanst, gezongen en
moppen getapt. Een prachtige avond. (foto 4 en 5) Ik voelde mij alleen een
beetje onwennig bij mijn "gastenstatuut".
De volgende morgen samen met eem neef van de familie de bus genomen naar
Coihaique (tegen een voordelig tarief, dat normaal enkel aan Chilenen wordt
verleend) en beslis om daar twee dagen te blijven. Ik bezoek een natuurpark,
laat mijn kleren wassen en rust vooral een beetje uit. Alleen op restaurant
gaan wordt elke keer iets minder onomfortabel, maar blijft toch een beetje
raar.
Na Coihaique wil ik naar Puyuhuapi. Het is schijtweer en regent de
spreekwoordelijke oude wijven. Met behulp van 7 verschillende liften (van zeer
korte tot enkele uren durende) geraak ik zelfs tot in La Junta en daar blij ik
een nachtje. De weg is hier duidelijk belangrijker dan het einddoel. De wegen
zijn knap en meestal niet geasfalteerd. De natuur verandert elke 50km en zelfs
in de regen zijn de uitzichten prachtig. (foto's 6-8) Liften is leuk, want je
ontmoet mensen van alle slag (van bejaarden tot jongeren of werklui onderweg
naar een job 400km verder). Er wordt gestopt om foto's te nemen of een soort
van plaatselijke rabarber te plukken (foto 9).
De volgende dag lift ik weer met een zestal verschillende auto's mee. Achterin
een jeep of met een 30-tonner (28 koeien en 10 stieren onderweg naar Santiago),
die vlot over brugjes van max 14ton rijdt; allemaal anders, maar leuk. (foto's
10-12) Ik wandel sommige stukken en neem de tijd om te genieten.
Ik geraak in Futaleufu, waar ik hoop te raften, maar alles bljkt nog toe tot
begin december. Impulsief beslis ik om verder te gaan tot aan de grens, maar
dit blijkt niet de meest verstandige keuze. Zeer weinig auto's, geen lift en
een grens die sluit om acht uur (een half uur na mijn passage), dwingen mij om
in een gesloten camping aan de grnespost te slapen, kilometers van elk dorp.
Met een blikje tonijn en een halve liter wijn als avondeten, breng ik helemaal
alleen de nacht door op een verlaten plek aan de grens, naast een rivier.
Vernieuwend, ietwat beangstigend, maar weer een belevenis die ik niet had
verwacht mee te maken.
De volgende dag lift ik tot in Trevelin, waar een dorpsfeest aan de gang is.
Door de te saaie speeches, reis ik door naar Esquel en nadien El Bolson. Dit
zou een hippiestadje moeten zijn. Ik verwacht één dag te blijven, maar het
worden er vier. De moeite dus. Nu zit ik in Bariloche. Verslag ven Bariloche en
El Bolson komen later.
Het blijft leuk en boeiend hier. Voor de mensen die het zich afvragen, de baard
gaat er waarschijnlijk af in Santiago volgende week, maar ik beloof niks. Ik
mis niet veel uit Belgie, behalve dan wat mensen en vooral het feit van ergens
te kunnen binnenkomen en volk te kennen. Hier moet je altijd opnieuw van nul
beginnen en dat is boeiend, maar soms ook wel vermoeiend. Mijn Spaans is er
door het liften en door de dagen in El Bolson sterk op vooruit gegaan. Alleen
als er nen hoop locals onder elkaar begint te praten, moet ik afhaken.
Nog steeds super dus, ik kijk uit naar een dikke week rust in Santiago, zonder
inpakken en uitpakken en naar de volgende avonturen.
Ik groet jullie, geniet van de sneeuw en drink nen Duvel voor mij!