Buenas noches a todo, Een voorlaatste deel van mijn reis. De trip in Venezuela is afgelopen en ik ben nu aan het aftellen in Bogota (en intussentijd nog wat leukedingen aan het doen uiteraard).
In Mérida belandde ik in de Posada Swisa. Een leuk hostel met een vriendelijke Duitser die allerhande uitstapjes regelde, voor aanvaardbare prijzen. De eerste dag gingen we met enkele mensen naar een Jazzfestival. De optredens waren goed, al had ik mijn twijfels bij het jazzgehalte van de rockgroep uit Caracas en de plaatselijke skagroep. Het was een leuke avond uit en ik was aangenaam gecharmeerd door het culturele aanbod hier in Mérida en de hoeveelheid jonge mensen op straat. Mérida is een bruisende studentenstad.
De dag erna vertrok ik op een eerste trip richting Catatumbo. We waren met vier op de trip richting Lago Maracaibo. Op eigen houtje (publieke bussen en een stokoude taxi) belandden we in een peipklein dorpje, waar een plaatselijke gids ons opwachtte in een bootje. Een dik uur vaarden we over een rivier, met behoorlijk veel beestjes langs de oevers (fotos 1 en 2), waarna we een tweetal uren over het Maracaibomeer vaarden. Geloof mij, in een klein motorbootje op een gigantisch meer varen (inclusief lieve kleine golfjes) is minder idylisch als het lijkt. Heel mooi, dat wel, maar vrij pijnlijk aan kont en rug. Na nog een half uurtje varen in een labyrint van kleine riviertjes en moerassen, kwamen we aan op onze bestemming: een dorpje met de naam Congo (heeft niets te maken met onze voormalige kolonie). Het is een prachtig dorpje, temidden van een meer/moeras, bestaande uit een 140-tal paalwoningen (fotos 3 5). Mensen verplaatsen zich hier in bootjes (een klein meisje was zelfs onderweg naar een vriendinnetje in een grote kookpot), leven uitsluitend van de visvangst en doen ganser dagen niets anders dan vissen en bier drinken. The good life! We gingen op een nachtelijke excursie en zagen onder meer een kaaiman (die onze gids zomaar eventjes met de blote handen uit het water plukte; foto 6), maar de belangrijkste reden om naar hier te komen zijn de bliksems.
De bekende Catatumbobliksems zijn één van de natuurfenomenen die nog steeds niet volledig verklaard zijn. Ongeveer 200 dagen per jaar zijn er boven de monding van de rivier bliksems waar te nemen (soms tot 200 per minuut), die meestal geen geluid maken. Een samenspel van de warme caraibische winden, de koude winden die terugkeren van de bergen en het methaangas dat opstijgt uit het meer, maken dat hier geweldig veel ontladingen zijn in de lucht. Zeer interessant allemaal, maar jammer genoeg was er niet heel veel wind, waardoor wij ons tevreden moesten stellen met enkele tientallen (weliswaar heel mooie) bliksems. Een stevig onweder boven de Menatoren is soms spectaculairder. Ondanks de tegenvallende hoeveelheid bliksems was de trip zeker de moeite waard. Naast een paalwoning in een hangmat slapen in een dorpje als dit is sowieso een unieke ervaring.
Een tweede uitstap ging richting de bergen. Mérida is omringd door bergen, dus het leek me leuk om een bergdorp te bezoeken. Samen met een Amerikaan stapte ik op een lokale bus richting Mucuchies. Na een tweetal uurtjes kwamen we aan in wat blijkbaar een klein stadje was. Iets of wat teleurstellend, aangezien ik een gezellig bergdorpje verwachtte. We bezochten een kasteel en de dag nadien wandelden we naar thermische baden. Jammer genoeg waren de thermische baden (die er op de fotos prachtig uitzagen) door een landverschuiving grotendeels verwoest. De wandeling was wel mooi. Onderweg werd mij duidelijk dat mijn tijdelijke reisgenoot veel Amerikaanser was dan hij zelf wou toegeven en hij begon mij dan ook langzaamaan te ergeren met zijn uitspraken over hoe de USA de wereld altijd moet redden en niet genoeg respect krijgt en hoe de Venozulaanse bevolking te dom is om te beseffen dat ze afhankelijk zijn van de USA. Ik was er dan ook niet rouwig om dat hij de volgende dag richting Colombia vertrok.
De volgende dagen was het hostel volgeboekt, dus ik moest iets anders zoeken. Ik besloot om te proberen couchsurfen (bij mensen thuis slapen) en had vrij snel geluk met mijn zoektocht. Ik belandde in een apartement bij Carmen en haar broer Carlos. Een apartement vlak bij het centrum, waar ik zelfs een eigen kamer en matras kreeg. Voor het eerst in een maand of twee had ik een deftige warme douche, met voldoende water. Verbazend hoeveel deugd dat doet na zon lange tijd. De eerste dagen bezochten we plaatselijke marktjes en spendeerden we heel wat tijd met vriendjes en vriendinnetjes. Behoorlijk goed voor mijn Spaans, dat na maanden reizen met Engelse, Australische en Nederlandse mensen niet veel meer verbeterd was. Het was behoorlijk relaxed in het apartement. Een leuke verrassing was dat Nicolas plots in Mérida verscheen. Ik reisde een drietal weken samen met deze Argentijn in Peru en Ecuador, dus het was een behoorlijk blij weerzien, dat gevierd werd met Belgisch stoofvlees (of iets wat er op gelijkt, met de voorhande zijnde ingrediënten).
Ne enkele dagen besloot ik nog een tripje te doen. Deze keer richting Los Nevados, een (deze keer echt) klein bergdorpje. Na een eerste mislukte poging (de jeep was reeds vertrokken, dus ik moest een dagje wachten) nam ik een jeep richting Los Nevados. Ik deelde de jeep (en de kosten) met een Spanjaard die in Caracas werkt. De rit richting Los Nevados op zich was prachtig. We reden vier uur door een adembenemend berglandschap, over een pad dat het gebruik van een 4X4 rechtvaardigde (foto 7). Volgens mij toch wel in de top drie van de gevaarlijkste wegen (een aantal kruisjes aan de kant van de weg bevestigden mijn vermoedens). Onderweg hadden we een uitermate boeiend gesprek met de chauffeur over Chavez en zijn socialisische politiek. Voor de mensen in dit afgelegen dorp is Chavez een held, want hij bracht internet, pensioenen, een GSM-mast en La Maquina naar het dorp.
La Maquina. Een verhaal apart. De heilige drievuldigheid in Venezuela bestaat uit God (Dios oftewel Lo Más Grande), Bolivar (El Libertador) en Chavez (El Comandante). In Los Nevados is er een vierde schakel: La Maquina. Het dorp kreeg korte tijd geleden een machine om de weg van Mérida naar het dorp berijdbaar te houden en het hele dorp praat over niets anders. Belangrijk voor een bergdorp. De ironie wil dat wij onze trip richting Los Nevados noodgedwongen moesten onderbreken na een drietal uurtjes, omdat La Maquina de weg blokkeerde. De weg was niet overal stevig genoeg om een zware machine te dragen, dus enkele tientallen locals waren volop bezig om met houwelen en schuppen de weg te verbreden, om de machine door te laten (die de weg moest verbeteren). Veel kijklustigen voor dit schouwspel. Wij wandelden langs de werken heen en stapten in een andere jeep, die ons tot in het dorpje bracht. (foto 8)
Los Nevados is een prachtig bergdorp. 700 inwoners en onvoorstelbaar rustig. Ik had een lekkere lunch, rustte uit van de trip, genoot van het uitzicht (foto 9) en wandelde enkele uren in de bergen rond het dorpje (foto 10: Los Nevados van bovenuit gezien). Mensen die tot rust willen komen kunnen zich geen betere plek voorstellen. Ik las een boek op de Plaza Bolivar (zo heet het centraal plein in elk dorp/stadje in Venezuela; ziefoto 11) en had een frisse, maar zeer rustige nacht. Op de terugweg stopten we nog voor een chicha en moesten we La Maquina alweer wandelend passeren. Ondertussen begonnen de autos boven de versperring zonder benzine te geraken, hetgeen werl eens voor problemen kon zorgen de komende dagen (het is hier verboden om een bidon naft te kopen, dus er is geen enkele manier om aan benzine te geraken). Leve La Maquina!
Terugkomen in Mérida voelde al een beetje als thuiskomen (foto 12: klein verkleedpartijtje in mijn kamer, onder het goedkeurend oog van Carmen) . De komende dagen waren behoorlijk rustig. We wandelden rond in de stad, bezochten de universiteit (prachtige en ruime campus met een adembenemend zicht op de bergen) en de botanische tuinen en gingen een ijsje eten in de cremerie met de meeste smeken ter wereld (vermeld in het Guiness book of records). Ik liet me gaan en at een ijsje met vleessmaak en eentje met biersmaak. Vlees: lekker; bier: lekker; ijs: lekker. De combinatie was verrassend lekker. Naast bier en vlees, waren er nog een 400-tal andere smaken, gaande van de klassiekers tot ajuin, zalm, pikant, tonijn en andere opties, die blijkbaar lekkerder waren dan ze voor mij leken.
Het rustige leven in Mérida beviel mij wel en ik bleef dus iets langer dan gepland. Aangezien ik een vliegtuig te halen heb en nog een beetje van Bogota city wil zien, moest ik zondag wel vertrekken. De bus richting San Cristobal om vandaar de grens over te steken in San Antonio. Ik nam afscheid van Carmen en Carlos en vertrok voor mijn laatste lange busrit.
Tot binnen enkele dagen! Jan












|