Een goede avond allemaal!
Na een verschrikkelijke busrit (onderweg van 9 uur s avonds tot drie uur de volgende namiddag, met verscheidene tussenstoppen, noodstoppen, wegblokkades en bijna ongevallen), kwam ik aan in Loki, het befaamde feesthostel (volgens Lonely Planet: If you havent heard of it, you probably shouldnt stay there!). Toegegeven: de feestjes zijn hier ok.
La Paz is niet meteen de mooiste stad, maar er is vanalles te doen. De eerste dag heb ik me beperkt tot uitrusten en enkele bezoeken aan musea (cocamuseum en musea de arte temporada).De dagen daarna heb ik een aantal leuke activiteiten gedaan, die telkens gepaard gingen met een zekere adrenalineproductie. Geen probleem moeder en vader, ik heb alles overleefd!
Zondag heb ik samen met Bart (een Belg die ik 5 jaar terug op vorming ben tegengekomen in België; de wereld is soms klein) een bezoek gebracht aan de San Pedro gevangenis. Deze befaamde bezoeken zijn illegaal (foei) en worden vaak afgeraden, maar het was zeer boeiend en absoluut een unieke ervaring. Na het betalen van het nodige smeergeld (in Bolivia kan je alles kopen) werden we door de politie binnengelaten en kregen we een gids en een veiligheidspersoon. Beide gedetineerden uiteraard. We kregen een rondleiding door het arme gedeelte van de gevangenis. Zeer bizar. Als je hier opgesloten wordt, moet je een cel kopen. Naargelang hoe veel geld je neertelt (200-2000 dollar in het arme gedeelte) heb je een kleine of grote cel, soms met enkele luxeartikelen zoals douches en TVs. De gevangenis ziet er uit als een dorp met winkels, restaurants, saunas, sportzalen enzovoort. De gevangenen proberen elk op hun manier wat geld te verdienen. Vrouwen en kinderen van de gevangenen wonen ook gewoon in de gevangenis en kunnen vrij binnen en buiten lopen. Elke sectie heeft zijn eigen chef, die jaarlijks verkozen wordt en de gevangenis heeft een president, die ook jaarlijks door de gevangen verkozen wordt. Er is een eigen veiligheidsdienst en eigen wetten en regels voor elke sectie. Buiten de dagelijkse telling heeft de politie hier duidelijk niet veel in de pap te brokken. Allemaal zeer vreemd. Op het einde van de rondleiding werd ons in een apart lokaal zelfs cocaïne aangeboden (uiteraard wodrt dit ook in de gevangenis gemaakt, in een eigen lab), waarvoor we vriendelijk bedankten. Een unieke, bevreemdende ervaring (zonder fotos, de camera moesten we aan de politie geven wanneer we binnengingen).
De volgende dag was het tijd voor de deathroad. Met een mountainbike daalden we de World most dangerous road af. Een afdaling van 44km,waarop een hoogteverschil van een dikke 3000 meter werd afgedaald. Het betere daalwerk dus. De weg dankt zijn naam aan twee zaken. Het feit dat hier vroeger politieke tegenstanders in het ravijn werden gegooid en uiteraard het hoge aantal doden dat op deze weg gevallen is (en soms nog valt). Een weg, bezaaid met modder en stenen, die soms amper 2,5 meter breed is met een afgrond van 600 meter langs de kant van de weg: er zijn comfortabelere fietsroutes te bedenken. Ondanks de regen en de koude (boven sneeuwde het zelfs, hetgeen de afdaling nog net dat tikkeltje spannender maakte) genoot ik van de afdaling. Een trip van enkele uren, zonder noemenswaardige incidenten en met een spuuglelijke T-shirt als geschenk. Een tweede avontuur overleefd. (fotos 1-3)
De volgende drie dagen stond een trektocht naar de top van de Huayna Potosi op het programma. Een berg van 6088 meter hoog, 25 km ten noorden van La Paz. De eerste dag reden we naar basecamp, op een hoogte van 4700 meter. Een 200-tal meter hoger oefenden we het wandelen met cramp-ons en het ijsklimmen (foto 4). Een wandeling van een dik uur, twee uur oefenen en een wandeling terug later waren we behoorlijk uitgeput, vooral door het gebrek aan zuurstof. Dat beloofde voor de volgende dagen... Dag twee leek mij vooraf a walk in the park. We zouden amper drie uur wandelen naar High camp. Bleek ik even fout te zitten. De wandeling duurde inderdaad een drietal uren, maar aangezien we al ons materiaal moesten meesleuren (rugzak met warme kleren, helm, ijsbijl, cramp-ons, een soort van skibotten, water voor twee dagen en nog wat kleinigheden) en we steeds hoger gingen (en er dus steeds minder zuurstof was), was de klim over de rotsen en door de sneeuw behoorlijk zwaar(foto 5: een mooie, zware wandeling, met de top dreigend voor ons uit). Iedereen was dan ook bijzonder blij wanneer we aankwamen in het High xamp op 5130 meter hoogte. Na de lunch hadden we een vrije namiddag, die door de koude voornamelijk in onze slaapzakken werd doorgebracht. Na het avondeten en de briefing gingen we slapen. (foto 6: een groepsfoto voor het slapengaan) Niet evident om half zeven s avonds, maar noodzakelijk. Door de kou en de opwinding voor wat komen zou, werd het een korte nacht met bitter weinig slaap. We werden wakker gemaakt om 12 uur s nachts en nadat we thee dronken en cake aten en onszelf volledig inpakten en klaarmaakten, begon om één uur s nachts de tocht naar de top. Met een gids per twee man, verbonden met een touw en voorzien van een hoofdlamp en cramp-ons gingen we de kou en de sneeuw in. Al na enkele meters werd het zuurstoftekort pijnlijk duidelijk. Nog een zestal uren te gaan en 900 meter te stijgen... Twee uren later moesten we plots een ijsmuur beklimmen, uiteraard met een gapende afgrond onder ons. In het licht van de hoofdlamp en met veel gezucht en gekreun en een stevige portie angstzweet geraakte ik op de muur. Nog 500 meter te gaan en het zuurstofgebrek begon mij echt parten te spelen. Zelfs water drinken tijdens de korte pauzes was te vermoeiend hier (foto 7: duidelijk niet meer superfris). Stap voor stap (en het waren kleine stapjes) kwamen we dichter bij de top. Door de radio hoorden we dat er al enkele van onze groep opgegaven hadden. Langzaam maar zeker begonnen mijn vingers en tenen ook behoorlijk kou te krijgen (niet abnormaal bij temperaturen van min 15 graden), maar het was toch vooral het zuurstofgebrek dat mij bijna deed terugkeren. Het laatste gedeelte moesten we over een richel van eem halve meter breed met aanbeide zijden een flinke afgrond (foto 8). Niet simpel in deze omstandigheden.
Om 6.30 haalden we de top (fotos 9 en 10: mijn gezel Guido en ik zijn duidelijk zeer blij). Een prachtig uitzicht en vooral een fantastisch gevoel dat ik het gehaald had. De zon zien opkomen op 6088 meter hoogte, boven de wolken (foto 11), met aan de andere kant zicht op het Titicacameer en La Paz; ik heb nog niet dikwijls zoiets moois gezien. We bleven een vijftal minuten op de top, om dan terug af te dalen. Een afdaling van twee uur en een half, die ook absoluut geen lachertje was, maar ons wel de kans gaf om de mooie landschappen in daglicht te zien (foto 12). De vermoeidheid woog serieus en ik was dan ook zeer blij om aan te komen in High camp. Jammer genoeg moesten we, na een soep en broodmaaltijd, inpakken en verder afdalen naar het basecamp. Nog eens een tweetal uren afdalen, met alle uitrusting in de rugzak.
Deze driedaagse is één van de zwaarste, maar ook één van de mooiste dingen die ik ooit gedaan heb. Fantastisch!
Na deze prachtervaring was ik klaar om enkele dagen te rusten in La Paz, nog een beetje (?) te feesten en dan naar het Titicacameer te vertrekken. Binnen een kleine week krijg ik bezoek uit België en ik heb er zin in. Het zal deugd doen om met Ingeborg Nederlands te kunnen spreken en vooral om wat tijd door te brengen met iemand die ik al langer ken dan enkele dagen.
De laatste drie weken in Bolivia waren echt drie topweken. Een heleboel nieuwe ervaringen en uitdagingen, die ik nooit meer zal vergeten...
Waarschijnlijk voor de laatste keer uit Bolivia: gegroet!












|