Hey allemaal, Het vervolg van de Quilotoaloop en Baños: Misahualli en een jungletrip.
Misahualli zelf is een gezellig, klein dorpje op de rand van het regenwoud, waar de kapuchijnaapjes vrij rondlopen op het marktplein. We hoopten hier een goede en betaalbare jungletour te vinden en al na een half uurtje vonden we wat we zochten. De befaamde Luis Zapata (een local, die er uit ziet of hij eigenhandig elk dier in de jungle kan wurgen en vervolgens volledig opeten; een vriendelijke man) bood ons een vijfdaagse aan waar we alle vijf tevreden mee waaren, dus de beslissing was snel gemaakt.
We vertrokken s morgens met een gemotoriseerde kano op de Napo rivier (een zijrivier van de Amazone, maar zelf ook al behoorlijk groot). De eerste stop hielden we bij traditionele goudzoekers. In de rivierbedding mochten we zelf goud pannen, wat een behoorlijk vermoeiende bezigheid was, die vooral de onderrug niet spaarde. Bewonderenswaardig hoe de lokale bevolking dit dag in dag uit doet, voor slechts enkele dollars per dag. Na het goudzoeken bezochten we een centrum voor wilde dieren (dit zijn de plaatsen in de jungle waar je gegarandeerd wilde dieren kunt zien) en een museum over de traditionele manier van leven in het regenwoud, waar we onder andere met klassieke blaaspijpen konden schieten (foto 1: ik was een waar gevaar voor mijn gids en medereizigers; foto 2: de lokale telefoon). Na de lunch gingen we verder de rivier op, deze keer naast de boot in rubberbanden. We amuseerden ons als kleine kinderen (hetgeen voor mij absoluut geen probleem was; zie foto 3). Na twee extra uren in de kano, gingen we aan land en moesten we een uurtje lopen naar het dorpje, waar we enkele dagen zouden verblijven. We sliepen bij een familie, waarvan de exacte samenstelling ons pas na enkele dagen duidelijk werd. Het meest verbazingwekkende was het meisje van 16, dat blijkbaar de moeder was van het kind van twee. De betere mathematicus weet dan dat ze moeder werd op haar 14de. Met een vader van toen 19, zouden wij dit naar Europese normen vreemd (en zelfs strafbaar) vinden, maar hier is het blijkbaar normaal. Hoe meer kinderen, hoe meer helpende handen (meer monden om te voeden ook, maar dat is blijkbaar geen belet).
De volgende dagen vulden we met wandelingen door de jungle, boottochten met al dan niet gemotoriseerde kanos (groot en klein; fotos 4 en 5), een bezoek aan een community (foto 6), tarzanimitaties aan lianen (fotos 7 en 8), een bezoek aan cacao- en yukaplantages en het zelf maken van chocolade en chicha (een alcoholische drank op basis van yuka; zie foto 9). De boottochten verliepen niet altijd even vlot. Eén keer belandde de kano in slechts enkele seconden op de bodem van de rivier. Gevolg: alles nat. Zelf genoot ik het meeste van de partijtjes voetbal met eerst de lokale kinderen en nadien met de gehele lokale mannelijke bevolking. We begonnen met een tiental spelers, maar gaandeweg kwamen er steeds meer mannen uit de jungle tevoorschijn. Blijkbaar is voetbal universeel. De chocolade was lekker (foto 10) en de chicha een beetje zurig, maar als dank voor de gastvrijheid dronk ik toch een halve kom van het zurige gegiste yuka-afkooksel. De avonden vrolijkten we op met een warme alcoholische drank op basis van kaneel. Zeer lekker en vooral grappig om onze kok langzaam dronken te zien worden. We toastten op de vierde verjaardag van mijn neefje en zo vierde ik toch ook een beetje mee (hoe jammer het ook was dat ik zijn feestje in België miste).
Een nachtelijke junglewandeling begon eerder teleurstellend. De enige spektakelwaarde lag in de gids, die steevast alle dierengeluiden die we hoorden, probeerde na te bootsen. Vooral toen hij het geluid van Yvettes opwindbare zaklamp probeerde te imiteren, zich afvragend welk raar beest we nu gevonden hadden, kon de pret niet op. De spanning steeg echter snel, toen we een koraalslang tegenkwamen (dodelijk binnen de 25 minuten; zie foto 11). Al bij al was de wandeling wel amusant. Na drie nachten bij de familie, namen we afscheid en de laatste nacht brachten we door in een iets of wat luxueusere lodge. De laatste dag zagen we nog een traditionele dans en een sjamaan. De laatste vond ik iets minder boeiend, aangezien de sjamaan zich overduidelijk omkleedde, telkens er toeristen aanmeerden. Niet echt autenthiek dus.
De dag na omze jungletoer gingen Katie, Tara en ik naar een echte sjamaan (hij was druk bezig een vrouw en kind te genezen, die 6 uren gereisd hadden om hem te zien; zie foto 12; hij zag er minder sjamaan uit, maar dat maakte het minder gemaakt), om daar een zuiveringsritueel te ondergaan. Op zijn minst gezegd een interessante ervaring. Na zes dagen rust en kalmte in de jungle was de tijd gekomen om richting Quito te vertrekken. Richting de evenaar dus.
Gegroet, Jan












|