Inhoud blog
  • menu april en mei OPF
  • boodschap uit Laken
  • de markt
  • aan zee met finant
  • haven noord
  • oosterdonck
  • container
  • gerard
  • waarom
  • smokkelverhaal
  • grensverhalen
  • botersmokkel
  • sinterklaas
  • succes
  • zomaar een pluisbol
  • water na vakantie
  • DACO
  • jules
  • voetballers en duiven
  • kamp
  • aan mijn moeder
  • het tourgazetje
  • smokkelverhalen
  • arm vlaanderen
  • examen verificateur
  • geluk of ongeluk
  • 100 jaar later
  • even nadenken
  • zomaar
  • vertrouwen
  • Vakantie
  • brief van moeder
  • mirakels
  • zomerziekte
  • douanemoppen
  • heb je dat ook ?
  • GAS boete
  • de held
    Zoeken in blog

    HERFSTFESTIJN

    27-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan zee met finant

    OOSTENDE AAN ZEE MET FINANT – NOG ENKELE KAMERS VRIJ

    Maandag 30 september tot maandag 7 oktober 2019 (zeven nachten)

    Maandag 30 september tot vrijdag 4 oktober 2019 ( vier nachten)


    DE KINKHOORN RAVELINGEN VAYAMUNDO


    Misschien roepen de namen bij sommigen herinneringen op aan hun jeugd. De complexen “De Kinkhoorn” en “Ravelingen” werden samengevoegd tot één groot complex dat op het ogenblik functioneert onder de naam “VAYAMUNDO”. Reeds meerdere jaren hebben wij daar met Finant een vaste stek met leden uit de verschillende groepen. 

    De halte van de kusttram “Ravelingen “ligt aan de voorzijde van het gebouw. Een trein naar Oostende en aan het station overstappen op de kusttram is een makkie. Met de wagen kan u ook terecht en de prijs voor een parkeerplaats onder het gebouw bedraagt slechts € 5,80 per nacht. Men kan ook op de openbare weg parkeren.

    Wij verblijven in kamers van het superiortype in blok 3000. Alle maaltijden zijn in buffetvorm en dranken (wijn, bier, waters en frisdranken à volonté) zijn inbegrepen. Lakens zijn voorzien; handdoeken zelf mee te nemen of ter plaatse te huren.

    Iedereen kan vrij deelnemen aan elke door Vayamundo voorziene activiteit of zelf zijn dag invullen met wandelen, zwemmen in het eigen zwembad of uitrusten in de jacuzzi. Een uitstapje met de kusttram naar de omliggende badsteden is ook vlug meegenomen. Deelname aan aangepaste voormiddaggymnastiek, lijndansen, zumba of een martelronde in het fitnesscenter en nog veel meer. ’s Avonds is er animatie voorzien. Alles is gratis met uitzondering van de sauna die betalend is. Kijk ook even op de website www.vayamundo.be

    Prijzen per persoon per dag in volpension: € 56,6 voor double en € 71,6 in singlekamer -ondergrondse garage € 5,80 per dag

    Voorschot € 35 per persoon) te storten op rekening : BE10 7895 1814 3504 van Norbert Lauwerys met vermelding "Verblijf Vayamundo - zeven nachten of vier nachten"

    Inschrijving: namen en voornamen - adres - lidnummer Finant (facultatief voor de

    verzekering) - telefoonnummers - type kamer - al dan niet parking  in het gebouw gewenst 

    Indien u nog vragen heeft, kan u mij altijd via deze mail of telefonisch (0484/091 305 - 03/295 88 07) bereiken. Meer inlichtingen kan u ook vinden op de website www.vayamundo.be


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.haven noord

    Haven Noord.( Tweede helft van twintigste eeuw.)

    Vroeger was er voor de ganse haven slechts één inspecteur en die had zijn bureel in het gebouw van de directie aan Sint-Pietersvliet. JB (Afkorting van zijn naam) of “ de scheve klak.” Hij liet zich wel regelmatig zien en dat ging niet altijd onopgemerkt voorbij. Alvorens hij een bezoek bracht aan de verificateur informeerde hij zich op de kaai. Nadien stelde hij een aantal pertinente vragen en “wee u “ als je niet evenveel wist te vertellen over de schepen en de goederen die zich dan aan en op de kaai bevonden . Er waren collega’s die zo bang van hem waren , dat ze geen minuut meer op hun stoel konden blijven zitten zodra hij ergens op een kaai gesignaleerd werd. Ze namen hun tarief onder de arm en liepen de kaai op , hun kwelgeest tegemoet.

    Nochtans deelde hij maar heel zelden blaren (491 ) uit en stuurde hij nooit aan op zware straffen. Bovendien was hij een zeer sociale man die in verschillende verenigingen actief is geweest en gedurende zijn ganse loopbaan de grote bezieler was van de “Schaakclub “ der douane en accijnzen.

    In tegenstelling tot de inspecteur waren de controleurs wel in de haven gevestigd.

    Haven Noord had je twee gebouwen waarover de verschillende Controles verspreid zaten namelijk op D.142 en D 205.

    Vraag tot verantwoording:

    Een blad was een formulier 491 met als titel “ Vraag tot verantwoording “

    Het werd je overhandigd wanneer een chef constateerde dat je fouten in je werk gemaakt had.

    Het nummer (491 ) van het document is niet zomaar gekozen. Het nummer zou zijn oorsprong gevonden hebben in de Bijbel , waar gesteld zou zijn dat “ je zeven maal zeventig (=490) keer kunt vergeven vooral je iemand moet bestraffen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oosterdonck

    Terug naar Oosterdonck

    Ik heb net het boek ‘Terug naar Oosterdonck” uitgelezen. Het was de basis van het gelijknamige feuilleton op VRT. Als geen andere beschrijft Guido Van Meir de teleurgang van de polder. Veel mensen worden ontroerd door het liedje “Het Dorp” van Wim Sonnevelt. Met rede natuurlijk. Het is een erg goed nummer. Maar dit boek staat zo veel dichter bij ons.

    Voor de mensen die nog ooit nog hebben rondgezworven aan de haven op zoek naar een verdere plaats van overwerk, is het duidelijk. Oosterdonck is de samentrekking van Oosterweel en Wilmarsdonck. Twee dorpen die verloren zijn gegaan aan de macht van de industrie en die zonder mededogen zijn ondergespoten onder het zand. Je kan er makkelijk schelpjes rapen. De vruchtbare poldergrond werd onder gespuwd met een tien meter dikke laag en werd plots industriegrond. Daarop werd dan de toen heilige “petrol” neergepoot. De vooruitgang, nietwaar. Dat kan je niet tegenhouden, dat is toch de toekomst. En wat is in deze de betekenis van een drietal dorpen met een paar landbouwers. Die kunnen ons niet tegenhouden en trouwens we zorgen wel voor een goed alternatief, desnoods geld.

    Er staan nog twee getuigen van deze dorpen. De toren van Wilmarsdonck is blijven staan. De rest van de kerk is afgebroken. Het restant tegenwoordig is een witgrijze spits waar het onkruid en de bomen doorheen groeien. Het is omsloten door hoge stapels containers en is nog nauwelijks zichtbaar. De andere getuige is het kerkje van Oosterweel. Het staat nog in zijn geheel op de originele plaats, in een diepe put, die heel goed laat zien hoe hoog de polder wel werd opgespoten. Het staat er eenzaam en verlaten, dicht. Regelmatig komen wel schoolreizen langs om te laten zien hoe machtig de machines zijn die onze welvaart beschermen en verzekeren. Met oog voor het verleden weliswaar.

    De dragende figuur in het boek is Pietje, “Pietje de leugenaar”. Op zijn Indiaanse trom slaat hij steeds luider zijn woede uit om het vernietigen van zoveel weelde aan natuur en de onrechtstreekse moord op een gemeenschap. Met “de stak van Wannes” zweert hij dat dit nooit zal verdwijnen.

    Het is een aanrader. Fiets, wandel, of loop eens op een zomerse avond langs deze relieken. Aan de boorden van de Scheldearm, waarvan de lichtjes reeds lang naar het noorden zijn verdwenen. En het is verwonderlijk, de natuur is er allemaal terug. Het Noordkasteel, eens de plage van Antwerpen, nu in een weelderig groene oase. Overal zie je konijnen, hazen, fazanten of een vlucht patrijzen. Met wat geluk eenden, reigers. Noem maar op.

    Natuurlijk kan je ook even verder kijken naar de vergane glorie. Dok 100,138,178,192,58,103,117,205,249,259,207,302,314,320,338,142, en noem maar op. Leeg of afgebroken. Maar vooral geen ziel meer. Is de “stak van Wannes” verdwenen door de “stick van de computer” ?

    Misschien blijf ik wel een beetje “Pietje”. Met weemoed een trappist drinken in Spek en Eieren met de overgebleven vrienden, 407 weet je nog, met den John. En luisteren naar de eeuwenoude drum van de polder : DOM- DOMDOMDOM, DOM-DOMDOMDOM.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.container

    CONTAINER


    Weet je wat me vorig jaar triest heeft gemaakt ? Neen, triest is het juiste woord niet, eerder weemoedig. Het is in feite ook nog iets heel banaals : een puincontainer. Het klinkt volslagen gek, en dat is het natuurlijk ook. Maar toch wil ik u het waarom hierover vertellen.


    Om welke reden dan ook, ooit komt de dag dat je ouderlijke huis leeg komt te staan. Het warme nest waarin je bent opgegroeid. De veilige haven van je jeugd, waar je alles wist staan. Met zijn geur die je direct herkende en de zalige warmte om je heen. En dan moet je onvermijdelijke beslissing nemen, de verkoop. Het immokantoor, prijs bepalen, een koper wordt gevonden, de notaris, verkocht. In je diepste binnenste denk je, ik verkoop hier een belangrijk stuk van mijn leven. Maar je maakt er een jong gezinnetje gelukkig mee, en je weet dat hun klein kindjes daar ook een even gelukkige tijd als jij zal beleven.


    Na het afscheid voor jezelf voel je op een dag toch die aantrekkingskracht van de onzichtbare magneet. Je wil nog eens terug gaan kijken. En dan staat hij daar dan : de puincontainer. Je kan er donder op zeggen dat de nieuwe eigenaars willen gaan verbouwen. Heel logisch. En dan zie je die grote, bijna verveloze container voor de deur staan. Vol met blutsen en builen van de veelvuldige vorige gebruikers. Voor de mensen van de stad een goede raad, laat hem niet de vorige avond afkippen, want dan is hij met garantie de volgende morgen al helemaal vol voor je zelf kunt beginnen.


    Dat is mij dus ook overkomen. Schijnbaar achteloos loop ik voorbij het onding. Als nieuwsgierig mens, kon ik het met een vertraagde pas niet laten om even de inhoud te bekijken. Er lag een behoorlijk grote blok in van zowat een baksteen of tien. Met het behangpapier er nog op. En net dat deed het hem. Ik zag het in mijn geest weer helemaal in de originele staat. Ik kon het niet nalaten om er wat aan te prutsen. Ik pulkte vier lagen los.


    Nu moet ik even terug naar het verleden gaan. Toen was behangpapier nog echt papier en geen veredelde plastic. Men bracht de nieuwe gewoon aan over de vorige laag. De hele onderneming verliep volgens een steeds weerkerend stramien. Om de zowat tien jaar was men zowat uitgekeken op het behang. Het was dan ook wel wat ouderwets geworden. Het begon vuil en stoffig te worden. De bloemen van de tekening zagen er al wat verlept uit. Daarna werden de centen geteld en als er genoeg in de sok zat werd de beslissing genomen : we gaan opnieuw “tapiseren”. De volgende stap was naar de decoratiewinkel te gaan om op de terugweg te zeulen met loodzware stalenboeken. Die krengen waren dagenlang het middelpunt van de familiale belangstelling. Ze werden blad per blad bemonsterd, tegen de muur gehouden, tot je krampen in je armen kreeg, dit alles om te zien of het wel paste bij de bestaande huisgarnituur. Niemand dacht er maar een seconde aan dat deze boekwerken op het einde van je jaar zouden vervangen worden door nieuwe en modernere. Ze zouden hun eindbestemming krijgen in een kleuterschooltje waar de ukken op de achterkant hun kinderfantasie zouden uitsmeren. De laatste fase was de behanger zelf, die dagenlang het hele huis overhoop haalde. Alle meubelen werden verplaatst en bracht het hele huishouden in een toestand die te vergelijken is met een nomadenkamp. Maar na afloop mocht het resultaat gezien worden en was heel het gezin tevreden voor weer een tiental jaar.

    En zo kwam die brok puin, weer tot leven. Laag na laag, periode na periode, die elk hun eigen verhaal kunnen vertellen, wat ze gezien en gehoord hadden. In een vlaag van nostalgie had ik zin om de brok mee te nemen. Maar ach, herinneringen zijn er niet om op een schouw te plaatsen maar om ze te koesteren in een diep plaatsje in je ziel waar ze warm en veilig zijn.


    Puincontainer, vergaarbak van een verleden, neem maar mee.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gerard

    GERARD


    Dit is het verhaal over, neen ik vergis me, het is voor mezelf een ode aan Gerard. Iemand die men in het mooi Vlaams “ een schone mens” noemt. Ik ben heel gelukkig dat ik deze man kon leren kennen en op mijn levenspad mocht tegenkomen. Ik heb hem leren waarderen in al zijn levenskunsten en heb hem graag gezien. Het lot bepaalt soms dat je mensen ontmoet die je voor altijd zullen bijblijven en waar je zoveel bewondering, eerbied en respect voor hebt.


    Het klinkt misschien heel raar, maar als ik dit nu neerschrijf , voel ik nu nog zijn hand op mijn schouder en hoor ik hem zo zeggen “ maar mijn jongeske wat ga je nu over mij schrijven” in zijn beschaafde westvlaams. Ik zie zijn guitige ogen, hoor zijn klaterende lach, Hij ging dan altijd iets achterover hangen, en wreef daarbij over zijn dij en stak daarbij altijd zijn hand in de rechterzak van zijn eeuwige stofjas.


    Iedere bekende figuur aan de dok, en dat waren er heel wat, had wel een bijnaam. Dat kon gaan van de tankcommandant tot pooter de shooter. Gerard zijn “lapnaam” was Fernandel. Ken je de film van de vrolijke krijgsgevangene die met zijn koe Marie ontsnapt uit het concentratiekamp ? Wel je kunt geen betere omschrijving vinden van Gerard, zowel uiterlijk als innerlijk. De goedheid zelve.


    Mijn verhaal begint op 11 maart 1976, kaaibureel UCB 205. Het staat in mijn geheugen gegrift. Als bleuke en pas aangestelde adjunct van de verificateur zat ik daar als uitrekenaar. Nu was dit kaaibureel niet de meest boeiende uit het rijtje van de cottage. Het ging altijd om plastic korrels of aanverwante chemische brol in een eigen bizar systeem van de firma.. Niemand die zich daar zorgen over maakte. Je moest al rekenen op een domme fout van een van de bedienden die toevallig de dollar voor een Belgische frank had gelezen om een vaststelling te doen. Het ging wel om enorme bedragen zodat de contencieux van de verificateur er wel bij vaarde. Toegegeven, kleine fouten werden in der minne geregeld, tot nut en voldoening van iedereen.


    Nu wil ik teruggaan naar die bepaalde datum. Mijn vrouw was toen hoogzwanger van ons eerste kindje. Rond tien uur kwam er dat telefoontje, het is bijna zover. Lichtjes, neen behoorlijk, in paniek vroeg ik hem wat ik nu moest doen. En dan kwamen die wijze, rustgevende woorden van hem. Zooze, want zo noemde hij mij, ga maar naar je vrouwtje, dit maak je maar éénmaal in je leven mee. Ik trek mijn plan wel en we zwijgen erover, de bazen moeten niet alles weten. De dag nadien belde ik hem op om hem te bedanken en te vertellen dat het een dochtertje was geworden, en ik voelde dat hij even trots en gelukkig was als ik.


    Jarenlang hebben onze wegen elkaar samengebracht. Het was telkens lachen geblazen, want een dag zonder lach was een verloren dag. Het meest geschikte moment was daarvoor ook de middagpauze. Weet je wel. Tussen twaalf en één, eet iedereen. Als hoofd van de roedel moest je wel jezelf aanpassen aan de gebruiken van je tijdelijke nest. Het kon kingen, gewone wies, kleurenwies, manillen zijn, het maakte niet uit, de baas moest zich aanpassen, liefst nog betalen ook. Maar het was ieder geval een dekmantel om de pauze uit te rekken tot één uur en zo de nodige dekking te krijgen tegen ambetante oversten die dat niet volgens het boekje vonden. Ik snap nog altijd niet dat dit niet als verplichte leerstof werd opgenomen in de cursus voor verificateur.


    Op dat bepaalde kaaibureel was dat vogelenpik, niet zo evident en ook niet de leukste manier om je middagpauze om te krijgen, maar er was niet veel ruimte en ook niet veel volk om een andere activiteit te organiseren. Maar op een dag had Gerard met een paar van zijn companen besloten om een beleefdheidsbezoek te brengen aan het nabijgelegen portomagazijn. Nu was dit bezoek iets of wat uitgelopen en de weg terug dubbel zo lang als de weg erheen. Eén uur na de landing was Gerard terug verdwenen. In de bange veronderstelling dat hij terug een nieuwe citytrip had geboekt naar Portugal, besloten we toch om overal eens navraag te doen. Maar na een interne zoektocht hebben we hem toch gevonden. Zo mooi heb ik heb ik nog niemand een toiletpot zien omarmen. Het was zo innig en zo diep, je kon niet verstaan dat er een inniger liefde kon bestaan. Case closed, nachtje uitrusten, en tommorow it's another day. Maar zoals het Nederlandse Tv programma het zegt “ de wereld draait door”. Hij werd na ontelbare mislukkingen en ontgoochelingen toch hoofdcontroleur. Zijn levenshouding was dan ook , “studeren is mijn hobby”. En zo vergaat de tijd en onze wegen gingen uit elkaar en zijn eigen gangetje.


    Dit zou het einde van een verhaal kunnen zijn, maar dit is het niet. Het lot, weet je wel, dat onvoorstelbare en onvoorspelbare. Mijn jongste dochter werkt als ergo in een RVT. En zoals het gaat wordt er aan tafel over ditjes en datjes gepraat binnen het gezin. En dan zei ze, er woont iemand bij ons die vroeger ook bij de douane gewerkt heeft. De voornaam wist ze wel Gerard. En er zaten wel wat i's in zijn naam. . Het was geen grote gok van mij, maar ik wist gevoelsmatig dat hij het was. Mijn vraag was of ik hem kon bezoeken. Dat kon, dat zou hem echt deugd doen. Maar dan het liefst als zij erbij was. Op mijn vragende blik kreeg ik geen direct antwoord. Die mysterieuse aandoening die men dementie noemt had hem in haar kracht.


    Zo kwam het dat ik op een namiddag een bezoek aan hem bracht. Het werd een vreemde ontmoeting. Bij mij was er dadelijk de herkenning, hij was geen spatje veranderd. De oude verhaaltjes kwamen bij mij plots terug opborrelen. Bij hem was het een waas van niet herinnering. Pas na lang praten, en een monoloog van mij, met plaatsen noemen, namen en gebeurtenissen vertellen, kwam zichtbaar wat terug boven in hem en begon hij terug te lachen. Heel raar was voor mij, dat hij nog altijd een abonnement had op de Knack. Hij las die trouw iedere week. Hij zei me : “waar kunnen we nog veel beter zijn dan hier. Na zoveel jaren ben ik nog samen met mijn vrouwke, beter kan dat niet zijn, wie kan dat vertellen”. In het vakjargon van de verzorging klinkt het misschien iets anders, orde, regelmaat, het niet onderbreken van gewoontes. Bij ons afscheid zei hij, bedankt voor je bezoek.


    Nu wil het toeval, alhoewel hoeveel toeval kan er zijn in een mensenleven, dat mijn eigen moeder wordt opgenomen in hetzelfde RVT. .En nu had ik dan ook meermaals contact met hem. En telkens na een aantal minuten nadenken, was ik terug “zooze”. En hij genoot ervan. Ik vertelde altijd wel een verhaaltje over vroeger, vaak hetzelfde, maar hij genoot ervan. Zijn vrouwtje zei steeds “jullie hebben vroeger toch heel wat uitgespookt”. Met een glunderende lach van hem er bovenop. Die bezoeken aan mijn moeder waren ook een beetje bezoekjes aan hem geworden.


    Op een dinsdagnamiddag was het de traditionele bingo namiddag. Een topevenement voor de bewoners. Ik kwam binnen in de cafetaria waar het spel werd gespeeld. Ik zag Gerard een beetje somber kijken. Na de herkenning zei hij, “Zooze, moe je nu wa weten. K'en zoon goestinge in ne pintje bier en ik krijg er geen”. Ik zeg Gerard, dat kan niet. We hebben er zoveel samen gepakt, dat nemen ze ons niet af. Ik deed even navraag bij de verpleging, en het kon geen kwaad..Hij kreeg zijn pint, dronk ervan en trok een gezicht van dit moet het zijn als een engeltje op mijn tong pist. Toen de pint leeg was had hij nog wel zin in een tweede, maar een blik van de verpleegkundige vertelde me dat de medicatie dit niet meer toeliet.


    Een kwartiertje later trok hij aan mijn mouw. Zooze, zou je ons naar huis kunnen brengen. Want we weten de weg niet meer. Het was de weg naar hun kamertje. Wees gerust mijn vriend, ik regel dat wel. Een knik terug, “ ja 't is goed alzo”. Ik kon toen niet bevroeden dat het onze laatste pint zou zijn. Enkele weken later had die andere ziekte met de grote K hem te grazen genomen. Een paar weken later, in helse pijnen, een mens onwaardig, is Gerard overleden.

    Gerard, lieve man, dit was niet onze laatste pint. Later volgt die eeuwige pint, nooit helemaal vol, nooit helemaal leeg. Rust zacht en tot later.

    Geste.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.waarom

    Waarom

    Waarom schrijven de meeste balpennen blauw ?

    Het gerucht gaat dat blauw ooit een praktische keuze was voor de fabrikanten.Blauwe inkt zou vloeibaar zijn , waardoor de pennen niet snel verstopt raakten. Maar de balpennengigant BIC kan dat niet bevestigen. Volgens hen zijn balpennen traditioneel blauw.

    De eerste commerciële versie in 1943 werd geproduceerd voor de Britse luchtmacht om te gebruiken in vliegtuigen , omdat ze onder lagere luchtdruk zonder lekken bleven schrijven. En de luchtmacht wilde enkel blauw.

    Toen de pen op de commerciële markt werden gebracht in 1950 , bleef dat nog een heel tijdje de enig verkrijgbare kleur. Pas later werden groen , zwart en rood geïntroduceerd.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.smokkelverhaal

    Smokkelverhaal.

    Kort na mijn huwelijk kochten we een stuk bouwgrond dat ik zo snel mogelijk wilde afbetalen. Ik woonde kort aan de Nederlandse grens en met smokkelen werd menig grensbewoner een beetje rijk.

    Hoezeer ik mezelf ook aanprees , contacten proberen te leggen , de zwijgplicht werkte. Ik kreeg bij geen enkele smokkelbende voet aan wal.

    Dan maar op eigen houtje aan de slag !!!.

    In enkele cafés mocht ik sigaren en jenever leveren en in enkele Belgische kruidenierswinkels boter. Eén kg boter kocht ik in Nederland aan voor 54 frank en in België kon ik diezelfde kilo verkopen voor 108 fr.

    Ik begon mijn smokkelcarrière als “pungelaar “ Pungelaars verslepen hun smokkelwaar te voet of op de fiets in pungels. Het zijn grote sterke zakken.

    Ik liep langs veldwegeltjes door weide en heide en op de rand van het bos of weide D loerde ik alle bewegingen uit. Als de auto’s niet moesten stoppen , betekende dit dat er geen controlepost van de komiezen was, zoals we de douaniers noemden. Af en toe hield ik halt om naar de geluiden van de nacht te luisteren. Een koe die in de verte loeide , een paard dat hinnikte , of een hond die blafte , waren allemaal tekenen van onheil.

    Op een kille mistige avond trok ik met 16 flessen jenever op mijn rug vanuit Nederland, door het bos, de Belgische grens over. Plots gekraak in het bos. Ik dook plat op mijn buik in het natte gras en verroerde geen vin. Met tussenpozen herhaalde zich het gekraak.

    Hadden de douaniers mij opgemerkt ? Slopen ze dichterbij ?

    Maar er gebeurde niets . Na enige tijd was ik doorweekt, onderkoeld en stokstijf.

    Ten einde raad kroop ik recht , sloop verder en botste op vier smokkelcollega’s die vier koeien bij hadden. Na eens goed te hebben gelachen vervolgde ieder zijn eigen pad.

    Al vlug schakelde ik over naar de fiets waarmee ik tot 60 kg boter kon versassen. En omdat vele handen ook zwart werk lichter maakten, ronselde ik een bende van vier smokkelaars. Eén van hen laadde slechts 10 kg en reed voorop om te kijken of de kust veilig was, ik en de andere twee hadden elk 60kg boter bij.

    Tijdens een smokkelnacht met volle maan reed Jef voorop om de omgeving te verkennen . Hij keerde die nacht op zijn passen terug om ons te waarschuwen dat er een auto van de vliegende brigade verscholen stond in een bospad achter de volgende bocht.

    Doch de douaniers hadden Jef opgemerkt en vermoedde wel dat er iets gaande was.

    Vlug verstopten wij onze fietsen en lading in het bos en trokken langs een ander bospad naar huis met de bedoeling de lading de volgende op te halen.

    Toen we de volgende dag fiets en lading wilde gaan ophalen , waren die verdwenen .

    De douane was nadien blijkbaar toch nog komen rondneuzen of was getipt door een rivaliserende bende. Het was de eerste maal dat ik mijn lading aan de douane kwijt speelde.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grensverhalen

    Grensverhalen



    Als er verhalen worden verteld over de toenmalige grenzen is het opvallend dat de meeste histories zich afspelen rond of in café’s, in het streekjargon ook wel ijzerwinkels genoemd. Dit is niet te verwonderen. Het kantoor was meestal omsloten door verkopers van de edele gele vochten. En wie zonder zonde is werpe de eerste steen


    Meer zelfs, het was zelfs noodzakelijk om deze oorden op te zoeken. Waar moest je immers zijn om het zo fel begeerde “volg-briefje” te overhandigen ? Juist daar ! De chauffeurs waren soms al uren onderweg en snakten naar hun kopje koffie. Uit puur contentement om het zojuist verkregen “ge kunt het afbollen”, verdween plots de natuurlijke vete tussen de vrachtrijder en de tollenaar. Het eindigde in de verbroederingswoorden : “en geft diën doewaan ook iet”. Zeg nu zelf wie kan zo’n vredespijp weigeren. Geloof me vrij er zijn meer vredesconferenties doorgegaan in de Putse kroegen dan de Verenigde Naties ooit zullen kunnen organiseren.


    De grote tegenstanders van deze Pax-missies waren de bazen (althans de meeste). Controleurs en Luitenanten hadden nu eenmaal de slechte gewoonte meer aandacht te besteden aan de dienstuitvoering dan aan de toenaderingspogingen tussen de commerce en de tol. Op de meest ongepaste momenten doken ze dan op uit het duister, om vervolgens te zwaaien met formulieren 491 “een blad” waarop de zondaar zich in allerlei bochten kon wringen om toch maar een uitleg te geven aan zijn begane doodzonde. Vele pure stukjes litteratuur zijn zo ontstaan. Alle argumenten werden naar boven gehaald gaande van het achtervolgen van een smokkelaar (die eigenlijk een goede buurman was), over de aankoop van een pakje tabak (waar vind je nog zo laat een winkel open) en als het niet anders kon waren het plots opkomende maagklachten (niet moeilijk na al dat bier).


    Het hoeft dan ook geen verwondering te baren dat om aan het alziende oog van het opperhoofd allerlei routes werden gebruikt waar de mannen van secret army een puntje konden aan zuigen.


    Zo waren er eens drie ambtenaren op velddienst. Ze hadden op eigen initiatief een bijkomende observatiepost ingelast. Dat op dat punt toevallig een biljarttafel stond en grote pinten werden getapt, werd als een toevallige speling van het lot er graag bijgenomen. De overste die de drie fietsen broederlijk tegen de gevel had zien staan oordeelde bij zichzelf dat dit geen voorgeschreven dienst kon zijn en maakte zich op om de nodige uitleg te vragen. De inmiddels verwittigde tollenaars gebruikten de normale route via de tuin van de kroegbazin. Ongelukkig werd een van hen hij betrapt boven op de hofmuur waar hij door hoogtevrees niet meer af durfde te komen.


    De oversten hadden ook de onhebbelijke gewoonte om die stukjes proza nooit te geloven. Zelfs al schreef de boosdoener een roman waarvoor de Nobelprijs een te geringe beloning zou zijn geweest, het werd opzij geschoven als een goedkoop stationsromannetje. En de straf kwam altijd een paar weken later, licht of zwaar, de zaak werd gesloten en het leven ging gewoon verder. Ergens in de Antwerpse ivoren toren bleef er wel een aantekening over op één of andere individuele fiche. Maar wie ligt daar nu wakker van ? Het werd enkel nog gebruikt in de speech die gehouden werd bij de pensionering. Konden ze nog straffere verhalen vertellen en eens goed lachen.


    Zo’n verhaal ging over het tot stilstaan brengen van een voertuig van een vermeende smokkelaar. Het lijkt voor een leek eenvoudig maar het is een kunst op zich. Het moet namelijk op tijd gebeuren. Doe je het teken te vroeg dan kan de fraudeur eventueel op zijn stappen terugkeren. Doe je het te laat dan krijg je gierende banden. Zo gebeurde het eens met een bestuurder van een R 4’ke. Deze gooide de remmen van zijn wagentje volledig dicht waarop de banden reageerden met schrille tonen. Helaas had de carrosserie toch de onweerstaanbare drang om België binnen te rijden. Het karretje zakte pal op de grens door zijn pootjes. Beetje pech.


    Bij de bazen, ook wel goudvinken genoemd, waren er ook er meegaande types ( ik ben de meest meegaande mens, ’t is enkel te zien waar je naar toe gaat ). Zo’n braaf heerschap kwam na een toenaderingspoging eens tot de vaststelling dat zijn stuur van de dienstwagen was gestolen. Dat maakte hij dan ook hoorbaar aan de hele gemeenschap. Helaas was hij aan de verkeerde kant van zijn auto ingestapt. Een kleine vergissing.


    GESTE



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.botersmokkel

    Smokkelverhalen


    Een dame uit Merksem, die vlak bij de Solo woonde, één van de grootste margarinefabrikanten van ons land, at liever echte, onvervalste boter van de koe. Omdat de boter in België veel duurder was dan in Nederland nam ze regelmatig de tram, later de autobus en reed naar Putte-Kapellen. Ze was toch met pensioen en had dus veel tijd. Daar was het maar een kleine honderd meter lopen om de boter te kopen die zoveel goedkoper was dan bij ons.

    Maar daar stonden spijtig genoeg ook die mannen in kaki uniform die vervelende vragen stelden en soms met hun röntgenogen konden zien dat je boter op je lichaam verborgen had. Was de visiteuse niet aanwezig, dan durfden ze een dame vlak bij een lekker brandende kachel te plaatsen en dan liet de neiging om de boter van onder de rokken te halen niet lang op zich wachten. In die tijd bestonden er nog geen vrouwelijke douaniers en een visiteuse was meestal de echtgenote van een douanier die dicht bij het kantoor woonde. Het was haar taak om vrouwelijke smokkelaars af te tasten en de klederen ervan te onderzoeken op mogelijke smokkelwaar.

    Onze Merksems dame was amper zestig jaar toen ze voor het eerst tegen de lamp liep. Ze werd gepakt met 5,250 kg boter. Toen ze zeventig was werd ze voor de 41ste keer gepakt met 4 kg boter. Al deze overtredingen werden samengevoegd en de correctionele rechtbank van Antwerpen velde een straf van twaalf jaar en acht maanden gevangenisstraf. Onze toenmalige koning Boudewijn had echter een goed hart en schold de gevangenisstraffen kwijt, maar de meeste boeten bleven behouden. In totaal werden bij deze dame 292,500 kg boter aangehaald en betaalde ze 54,249 fr (1,344,80 euro) boete plus de gerechtskosten.

    In haar verhoren klonk het altijd als volgt “ ik heb de boter in Nederland gaan halen om ze in België voort te verkopen. Daar ik slechts een klein pensioen heb en weduwe ben, ben ik verplicht te smokkelen teneinde mijn huishuur te kunnen betalen.”. Soms was het een beetje naar de waarheid : “ik moet smokkelen om mijn boetes te kunnen betalen.”.


    “””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””

    Boter en auto kwijtgespeeld.

    Smokkelen was mijn tweede leven en dat gaf ik niet zomaar op. Zonder blozen zette ik mijn smokkelaarsbestaan verder met drie Amerikaanse wagens. Het systeem van de uitkijkposten werkte, maar soms wisten de mannen van de wet me toch te verschalken.


    Op zekere dag bij een smokkelrit doemde plots uit het niets een barricade op. Ik sleurde mijn stuur om en sloeg linksaf een zandweg in. Een man in kaki uniform , het geweer in aanslag ,versperde me de weg. Verblind door mijn koplampen dook de douanier op het laatste nippertje weg. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik geen lampen meer.


    Mijn hart jubelde reeds , maar iets te vroeg, want plots dook er een heuveltje voor me op. Aan beide zijde van de zandweg had men aarde aangebracht om een zandpijp te overbruggen Te laat om snelheid te minderen werd mijn Ford omhoog gekatapulteerd en landde hij tien meter verder met een smak op de grond. Door de slag braken de steunpilaren van de motor af en plofte in het zand. Daarna werd alles stil zoals alleen de stilte in de nacht kan zijn. Geen lampen , geen geronk van motoren , geen stemmen. Misschien dachten de douaniers dat ik weer eens ontsnapt was ? Vliegensvlug sleepte ik de boterlading uit de auto en verstopte de lading iets verderop in het bos, en vatte mijn terugweg te voet aan door de bossen, richting huiswaarts.

    Toen ik de volgende dag wagen en boter wou recupereren waren die verdwenen .De douane was nadien blijkbaar nog komen rondneuzen . Of waren ze getipt ?

    In alle geval was ik mijn wagen en 800kg boter kwijtgespeeld.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sinterklaas

    In je jeugd ging je naar het grootwarenhuis samen met mama, papa moest immers altijd werken. Ergens op het einde van het jaar was tot je grote verbazing heel het bovenste verdiep van het magazijn bevrijd van alle herfstfestijn en herschapen in een zaal bezaaid met speelgoed. Het hele gebouw, met roltrappen erbij, stonden in het teken van de Sint. Kartonnen handjes, in rood en goud, wezen met een priemende vinger in de richting van de troon, met baldakijn. Hij was er: de goed heilig man die zo lief was om alle kinderen aan sabels, geweren, kanonnen, treinen en poppen te helpen op zijn verjaardag

    Je zag mama’s rondzeulen met peuters die in het voorbijgaan probeerden een oog uit een pop te prutsen. Die poppen konden overigens maar met moeite een geluid voorbrengen dat leek op “mama”. Ze knipperden ook met hun ogen naargelang de stand van het lichaam, later verstond je de achterliggende gedachte hiervan wel. De beertjes konden als je ze omkieperde ook een geluid voortbrengen dat leek op blèrende schapen in de wei en ook dat verstond je later. Snotneuzen probeerden in het geniep met een stokje de locomotieven te laten ontsporen. Die reden eindeloos en feilloos rond op grote tafels, herschapen in een Zwitsers decor met bergen en tunnels, die je in het echt nog nooit had gezien. Je had ook de eerste plastic telefoontjes, met draaischijf, waar je zogenaamd naar elkaar kon bellen tenminste als je hard genoeg riep. De ene riep “Allo, Allo” waarop de andere prompt antwoordde met “Piet op ne velo”.

    En dan kwam je bij de Sint. Na een beleefd handje en het gemurmel van wat je ultieme droom was, kreeg je een zacht tikje tegen je wang, een goede raad (braaf zijn en goed luisteren naar je ouders en eventueel broers of zussen niet plagen) maar vooral zo’n klikkertje. Het ding had de vorm van een Sinterklaaskop in de kleuren van de Grand Bazar. Een knap staaltje van naoorlogs vernuft.

    Na een paar dagen waarop de ouders en schoolmeesters horendul werden van het gekliklak, begaf het ding wel aan de gevolgen van metaalmoeheid. Naast het marsepeinen varkentje en het timmergerief, op een kartonnen kaart met elastiekjes, dat het ook begaf na een week intensief gebruik, was het feest over en kon je uitkijken naar volgend jaar want dan kwam de man uit Spanje terug. Je vroeg je niet af wat hij daar heel het jaar dan deed, maar ook daar kwam je later achter in een bar aan de Costa Brava.

    Uit pure nieuwsgierigheid ben ik dit jaar eens terug gaan kijken, al verlang ik al lang niet meer iets in mijn schoen terug te vinden. Het decor was helemaal veranderd. Huizenhoge stapels met speelgoed, een overweldigende keuze. Je weet soms niet wat je er kan met aanvangen en dan blijkt ook te kloppen want er zit een handleiding van 50 bladzijden bij. De poppen kunnen nu al lopen, plassen, zingen en ze hebben zelfs al een huidskleur en geslacht gekregen. En de beren grollen nu ook echt. En jawel, alles is computer gestuurd en maken vooral veel lawaai. Je denkt dat je per ongeluk in een of andere disco bent binnengestapt.

    En ja daar kwam hij weer voorbij : de Sint. Hij was nog altijd even vriendelijk en droeg nog steeds dezelfde kleren. Het leek me dat hij zelfs een beetje kwieker was dan vroeger. Maar, het weze mij vergeven, ik had enkel oog voor Piet. Het was, hoe zal ik het zeggen, een Miet. Een gaaf wezentje in een strak fluwelen pakje waarin de benen en de rest heerlijk mooi tot hun recht kwamen. Een streling voor mijn ogen.

    Nu kan je wel zeggen dat vroeger alles beter was, maar ik denk dat die dekselse Sint je zal tegenspreken en de vooruitgang met een smile tot achter zijn oren heeft aanvaard.

    GESTE

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.succes
    een succesvolle man is een man die meer verdient
    dan zijn vrouw kan uitgeven,
    een succesvolle vrouw is een vrouw die zo'n man vindt.
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomaar een pluisbol
    Vroeger ging ik hier achteloos aan voorbij. Ik had gewichtiger dingen aan mijn hoofd.
    Ik zag het gewoon niet.
    Ziende blind.

    Maar nu hou ik getroffen mijn pas in.
    Buig me voorover, verwonderd, verrukt.
    Een openbaring. Een wereldje van pure schoonheid.

    Een lange weg moest ik gaan. Ouder en ouder worden moest ik worden.
    Zoveel volwassen moest ik worden om weer te zien met de ogen van een kind. 
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.water na vakantie

    Wie een week of langer met vakantie is geweest, doet er best aan de waterleidingen even te spoelen door de kranen een minuutje te laten lopen. Zo verwijder je bacterieën die zich mogelijk in de leidingen hebben vastgezet.

    Wanneer u terug komt van vakantie is het belangrijk dat u uw kranen goed laat doorlopen. Doordat het water een tijdje stil heeft gestaan in de leiding naar uw hoofdkraan kan de kwaliteit achteruit gaan. Wanneer het warm is geweest tijdens uw afwezigheid, boven 25 graden, bestaat bovendien de kans op de aanwezigheid van de legionellabacterie. Die wordt overgebracht via de longen, door waterdamp of nevel. Laat daarom alle koude- en warmwaterkranen in huis even rustig doorlopen gedurende een minuut. Dompel ook de douchekop onder in een emmer water en laat deze ook een minuut doorlopen.

    Als u langere tijd afwezig bent, en het water heeft al die tijd stilgestaan in de leidingen, neemt stoffen op die van de leidingen afkomstig zijn. Dat kan gaan om lood, maar afhankelijk van de samenstelling en de hardheid van het water, kan ook ijzer, zink of koper opgenomen worden. Bovendien vormt bij stilstaand water zich aan de binnenwand van de leidingen een biofilm, waar bacteriën zich snel thuis voelen. Daarom is het goed om bij langere afwezigheid, of zelfs gewoon ‘s morgens bij het opstaan, het water even te laten lopen en het toilet even door te spoelen.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DACO

    In de jaren zeventig had men in Brussel, ver weg van onze vertrouwde kaai dus, een dienst DACO opgericht. Deze dienst zou zich gaan bezighouden met het logge douane apparaat van toen te hervormen, of dat was toch ons aanvoelen. Want veel wisten we er niet van en de ivoren toren was immens ver van ons bed gelegen. Wat we wel wisten was dat we ze niet al te graag over de vloer kregen wegens veel te streng en vervelende vragen stellen. Want waarom tenslotte aan een gevestigde instelling iets veranderen terwijl het liep als een fluitje van een cent. Onze buitendiensten hadden al snel de naam van deze dienst veranderd in “ Dienst Afschaffing van Contencieux en Overwerk “. Daarvan was toen al sprake en de nodige humor hadden we wel.

    Het verhaal begint op een warme zomerse slome dag. Er lag geen schip te lossen en het was dus heel erg kalm. Mijn collega en onze adjunct waren reeds op strooptocht getrokken om ergens een verfrissing te zoeken. Voor de insiders : een bezoek aan de Vlaamse Kamer. Ik zou wel de wacht houden voor eventuele verloren gelopen declaranten en vervelende binnenkomende telefoontjes. De brigadiers waren al lang vertrokken om ergens een provisie te doen. De twee vrouwelijke uitgangsbedienden besloten om hun tijd nuttig te besteden aan het reinigen van de visbak. Die was bevolkt met drie goudvissen, gekregen en gesponserd door de vaste declaranten. Deze visbak stond op het loket juist tussen twee aan elkaar geschoven burelen. Vermits de beide dames niet erg groot van stuk waren was het echt noodzakelijk om op hun bureel te kruipen om hun werken degelijk uit te voeren. Nu moet je ook weten dat de seventies echt wel de hoogdagen waren van de minirokjes. Laat het mij zo zeggen, de doos van pandora stond redelijk open in dit geval.

    Rustig zit ik met mijn aangezicht naar de ingang van het kaaibureel te kijken en zie plots twee heren in het deurgat verschijnen. W. en B. , ondanks alles voor ons bekende gezichten, de DACO dus. Een slechter moment hadden ze niet kunnen uitkiezen en hen vriendelijk vragen om op een ander moment terug te komen was ook geen oplossing. Alhoewel ik net bruingebrand uit verlof terugkwam zal ik er wel krijtwit uitgezien hebben. Willy zag als eerste de positie waarin de dames zich bevonden want die waren nog gretig bezig om de goudvissen te vangen. En toen kwam die ene kurkdroge vraag “ wat worden de dames verondersteld te doen?”. Mijn enige antwoord dat ik op dat ogenblik kon bedenken, nou ja antwoord, was “mijne heren, nu weet ik het zelf ook niet meer !”. Willy kon zijn serieusiteit blijkbaar niet meer behouden, werd zo rood als een pioen en vluchtte naar buiten.

    Na nog een paar plichtplegingen verliet het gezelschap het gebouw. Nooit meer iets van gehoord. Waarschijnlijk waren ze wel overtuigd dat de belangen van de schatkist bij ons geen gevaar liepen en het douanebestel althans daar dan toch naar behoren functioneerde.  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jules

    JULES

    In de jaren zeventig, tachtig, was er een speciale job bij de douane, namelijk : adjunct van de verificateur. Deze man had een specifieke taak, het voorbereiden van het invoerdocument alvorens het in handen van de verificateur kwam. Het narekenen van de factuur en het vergelijken met de aangifte was het voornaamste. Nu heb ik bewust 'man' geschreven, want in die tijd was er nog niemand van het vrouwelijk geslacht te bekennen op de kaai. Ze waren er wel al, maar die werden “veilig” opgeborgen in de ivoren toren van directie en kantoor. De gegadigden voor het werken als adjunct waren meestal mensen van categorie drie die het hele gedoe van overwerk, rode meet, blauwe meet, voor en nanachten, weekenddiensten en dergelijke grondig beu waren en liever een eight to five plaatsje ambieërden. Bovendien zat je dan aan de kant van de goudvinken en daar viel wel eens een profijtje uit de kast. De mensen die het meegemaakt hebben, verstaan dat wel. Af en toe passeerde er wel eens een “slechte” verificateur maar door de cottage regeling was die na een maand toch verdwenen. Enfin, het was een speciaal ras dat die gilde bevolkte.

    De merkwaardigste van heel die bende was echter de Jules. Hij was afkomstig uit het dorp van Frank Vandenbroucke, diep verscholen in de West-Vlaanderen, pal op de taalgrens. Hoe moet ik hem beschrijven, een mager tanig mannetje met een rare haarbegroeing onder zijn neus en op zijn kin. Best te omschrijven als een geitenbok die met zijn sik te lang tegen een weipaal heeft geschuurd. Voor je verder leest, bedenk dat ik Jules niet wil afvallen. Integendeel, hij was de beste in zijn vak en heeft heel wat rechtmatig geld laten vloeien naar de schatkist. Een betere in zijn stiel was er niet.


    Jules begon de dag met het vullen van zijn “puppe”, dat was het noodzakelijkste attribuut om het etmaal door te komen. Nu ja “pijp”, in de realiteit waren dat er acht , netjes op een rij, voor elk uur ééntje. Eerst netjes uitkrabben met een mes en daarna zorgvuldig vullen met zware Wervikse tabak. Het gebeurde wel meer dat hij op zaterdag zijn fiets nam, naar zijn heimat reed en terugkwam met een verse baal toebak, kwestie van toe te komen. Het voordeel voor de verificateur was dat hij die maand absoluut geen last had van vliegen of ander ongedierte.

    Eens dit ritueel tot een goed einde was gebracht, begon hij met het verwerken van zijn achterstand. Dat waren de documenten die de vorige dag onafgewerkt waren blijven liggen. Want Jules had de gewoonte om in de late namiddag er de blok op te leggen, hij had geen goesting meer. En al was de koning langsgekomen er was geen lievemoederen aan. Tommorow it's another day.

    Echt waar, als je een document, in handen kreeg van hem, mocht je gerust zijn en blindelings tekenen. Alles was nagekeken. Van de wisselkoers, aantal colli, leveringsvoorwaarden , alles moest kloppen. Als er af en toe een kreet kwam van 'ken hem bie zen kluuten”, wist je dat er iets niet juist was. Jules had echter een eigenaardige gewoonte. Er bestonden toen wel nietjesmachines, maar aan zo'n toestel geraken en aan de noodzakelijke nietjes via het economaat, was een hele opgave. Hij gebruikte zijn eigen materiaal. Toen werd er nogal veel “gomme arabique” gelost in grote jute zakken. Van dat goedje was er genoeg op de kaai te vinden. Als je klompen , ter grootte van een tennisbal, oploste in lauw water kreeg je een substantie die kon doorgaan als lijm. Het had ook een zoeterige geur. Dat was het materiaal waarmee hij het hele zaakje van facturen en paklijsten aan elkaar flanste. Dan kreeg je zo'n smalle strook 136 M bis (invoerdocument) in je handen en het voelde aan alsof je een handje gaf aan een kleuter die te lang met een snoepje in zijn hand had gestaan.

    Als verificateur was je verplicht om dagelijks vijf fysieke verificaties te doen. Die moest je dan netjes in een verificatiecarnet optekenen. Het voordeel was dat Jules al de goederen die je wou zien ook al wist staan. Dat kwam doordat hij zo rond een uur of tien in de voormiddag de hoge nood voelde ontstaan om eens een wandelingetje te gaan maken. Die liep dan steevast langs de typische groene hokjes waar ons personeel toen werd in gestald. Daar was ook het nodige Schots of Frans vocht voorhanden, om de vieze smaak van de tabak te laten verdwijnen. Tijdens zijn omzwervingen, was hij langs een hoop tweedehands kledij gelopen die klaarstonden om naar Afrika te worden verscheept. Dat waren grote samengeperste balen met vlijmscherpe banden er om heen. Hoe hij er aan geraakt was, weet ik niet, maar hij kwam binnen in het kaaibureel met een smile tot achter zijn oren en een knaloranje dames badpak met voorgevormde bumpers. Na het verorberen van de schoofzak, zeker op tijd beginnen,werden de tafels opzij geschoven , de pinten op de tafel gezet en de kaarten bovengehaald (boompke wies of rikken, al naar gelang het kaaibureel) . Jules had niet beter gevonden dan het badpak boven zijn kaki uniform aan te trekken, hilarisch. Wil het nu het toeval dat de hoofdcontroleur die dag zijn middaguur had voorzien. Hij kwam binnen, bezag de Jules en ik heb nog nooit een baas zo snel zien verdwijnen.

    De eerste keer dat ik een cottage had met hem was in 1977, het Rubensjaar. Er was toen een omzendbrief gekomen waarin met volk zocht om de douane in Zaïre te versterken en op te leiden. Daaraan waren nogal wat geldelijke voordelen aan verbonden. Daar had hij wel oren naar. De grote struikelblok was de talenkennis. Met het Frans uit de grensstreek zou hij er wel komen en met Westvlaams zouden die negers wel vlug overweg kunnen, het trok toch goed op Nederlands. Alleen een basiskennis van het Engels ontbrak. Nood breekt wet en hij schreef zich in voor een schriftelijke cursus. Zijn eerste opdracht was het schrijven van een kort opstel, kwestie van te zien welke voorkennis hij al bezat van de taal. Een paar weken later kwam de verbetering aan. Er stond meer rood op van de verbeteringen dan blauw dat hij zelf geschreven had. Die illusie heeft hij dan maar wijselijk begraven. Ter compensatie hebben we hem dan maar ingeschreven voor het toenmalig succesprogramma “ Spel zonder Grenzen”. Een hele week eten, drinken en feesten op kosten van de BRT, dat was wel naar Jules zijn goesting. Maar een tweede maal pech, hij voldeed niet aan de fysieke testen. Op zaterdag zit ik naar de uitzending van het programma te kijken en wie zie ik midden in beeld verschijnen, Mike Verdrengh met naast hem Jules in volledige Rubens outfit en met pijp in de mond.

    Waarom ik dit nu vertel. Laatst kocht ik ik de dvd box van 'Johan en de Alverman'. Bij de extra's was er een trailer van “Zaman”, een film uit de oude doos. En wie zie ik daar zitten als figurant in een bruine kroeg, juist de Jules met de puppe in de mond en kaarten in zijn hand. En de verhalen van een van de kleurrijkste figuren uit mijn douaneleven kwamen terug naar boven. Het ga je goed hierboven Jules, ze zullen daar voor jou ook wel een plaatske voorzien hebben.


    GESTE

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voetballers en duiven

    Voetballers en duiven


    Nu kan je eventueel jezelf afvragen wat voetballers en duiven met elkaar gemeen hebben. Maar toch is het zo. Even vertellen. De buurman van mijn ouders, Leon, had zelf een duivenhok in elkaar getimmerd. In het voorjaar was het altijd hetzelfde lidje. Zijn beestjes waren de beste van de streek en gingen al de prijzen van Saint Quentin, Quievrain en Noyon met gemak wegkapen. Barcelona zou wel wat te veel zijn, maar toch. Iedere vrijdagavond ging hij inkorven en zijn “constateur” halen in het plaatselijke duivenlokaal op de hoek van de straat. Nu ja, iedere vrijdagavond is wat veel gezegd want er moest wel met een inzet gespeeld worden en daarvoor was wel geld voor nodig.


    De zondag was ook heel voorspelbaar. Om tien uur naar de radio luisteren of de duiven al dan niet gelost waren. Dit was overigens de beste weersverwachting die je kon hebben. Iedereen in de buurt moest stil zijn,. Kinderen buiten laten spelen was helemaal uit den boze. Al wat enigszins lawaai kon maken was verboden. En toen begonnen de duiven te vallen, maar dat was steevast op de dakgoot van ons huis. Ze werden helemaal niet gelokt door het goedkope voer in een oud conservenblikje van doperwten. Het fluiten hielp evenmin. Na één seizoen was hun bestemming dan ook de soeppot van Maria, zijn vrouw, die een krachtige bouillon maakte. Goed om de winter door te komen en goed voor een opkomende valling.


    Snap je nu de overeenkomst. De kranten staan nu vol met transfers en aanwinsten van voetbalclubs. De duizenden en miljoenen euro's vliegen door ramen en vensters. Maar op het einde van het seizoen zullen ze gedumpt worden, of uitgeleend of in het beste geval zonder noemenswaardig verlies worden doorverkocht. Soep maken ze er nog net niet van.


    Toch één positieve gedachte. Het gebeurde wel eens dat een verloren duif op de til aankwam. Leon stak die in een “keef” en ik mocht die dan naar het duivenlokaal brengen. Per duif kreeg ik dan een reep chocolade en die smaakte heerlijk.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kamp

    Deze zonnige morgen in juli een briefje gekregen van Kato, één van onze kleinkinderen. Heel leuk,want het is haar eerste kapoenenkamp bij de scouts. Het was een invulbrief. Hij werd op voorhand uitgeschreven op computer en daarna afgedrukt in de nodige exemplaren. Er moesten enkel een paar vakjes aangekruist worden. Best handig en goed gevonden, want die bengels denken toch enkel aan spelen en het schrijven van een brief is onnodig tijdsverlies. En toen moest ik terugdenken aan mijn eigen eerste “kamp”.

    In de jaren zestig kon men voor een voordelig prijsje met de ziekenkas op reis gaan. Het kaderde in de zorg om stadskindjes de mogelijkheid te bieden om gezonde lucht op te snuiven. En inspraak van de betrokkene bestond toen nog niet, dus kak of gene kak, het inschrijven gebeurde en vertrekken moest ik.

    Wat aan dergelijke onderneming voorafging is voor de huidige generatie niet te bevatten. Voor het vertrek werd een infoavond gehouden in de hoofdzetel van de ziekenkas. Daar kreeg je de nodige informatie over de verre bestemming. Nu was die bestemming Lummen. Het dorp met de duizendjarige eik en gelegen in wat men al wel eens het “beloofde land” Limburg noemt. Hadden ze me toen wijsgemaakt dat dat in Israël lag, ik had het ook zeker geloofd. Die avond werden ook de obligate voorzieningen die nodig waren om een nog niet eens puberende jongen op pad te sturen.

    Het eerste was een liederenkrans. Er stonden wel geen noten in. Maar het waren wel echte kampliederen, van Bobbejaan die een berg beklom (in dacht spontaan aan Bobbejaan Schoepen, want die kende ik), het potteke met vet en de zon die zakte in de zee of was het omgekeerd. Natuurlijk waren er ook de “bravezeun” en de ontembare leeuw naast de godsvruchtige liederen zoals OLV van Vlaanderen. Deze gezangen werden op het einde van de dag ten gehore gebracht bij het avondappel op het grote middenplein. Daarna moesten we gaan slapen in armetierige ijzeren bedjes. Waarom dat het moest met de handjes braaf boven de het dekentje besefte ik toen nog niet.

    Het tweede object was de kartonnen doos. Het werd geleverd in een set van twee lichtbruine helften die als ze gevouwen werd min of meer leek op een koffer. Op de bovenkant werd geacht de naam, voornaam, bestemming en verbond geschilderd te worden (viltstiften bestonden nog niet). Na droging diende het geval gevernist te worden want anders zou, gezien de Belgische weerstoestanden, het geheel wel eens in een papje kunnen veranderen. Op de binnenkant moest een gestencild briefje geplakt worden met de inhoud, zoveel onderbroekjes, onderlijfjes, kousen, zeep en noem maar op. Het geheel moest bijeen gehouden met een stevig touw of een oude broeksriem. Maar een eigen valiesje mocht ook, en zo kreeg ik mijn eerste valiesje, met een groen schots ruitje als motief. Ik heb het nog.

    En dan kwam het moment op het kamp dat je een brief moest schrijven aan je ouders. Daarvoor werd een uurtje uitgetrokken vlak na de verplichte middagrust. Brief, nu ja het was een kaartje met een oude zwart-wit foto van het gebouw in betere tijden. De postzegels had je van thuis meegekregen, een gele leeuw van 40 centiemen. Wist je veel van wat te schrijven want ze hadden op voorhand gezegd dat alles werd nagelezen. Kritiek, slecht eten ( hard gekookte eieren met een blauwe rand rond het eigeel), eenzaamheid, dat alles mocht niet.

    Dus eigenlijk maar beter een invulbrief. Maar het bloemetje dat Kato erbij tekende was wel heel erg lief. Bob Dylan zong het al : the times are changing.


    GESTE

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan mijn moeder

    Aan mijn moeder

    Adela Van Elst, de moeder van Willem Elsschot.
    • Ik heb gedroomd, o moeder,
    • dat gij op sterven laagt,
    • en voor het al te sluiten
    • mij lang in d' oogen zaagt.
    •  
    • Gij spraakt van eerlijk blijven,
    • van recht door 't leven gaan;
    • hebt toen nog eens geglimlacht,
    • en alles was gedaan.
    •  
    • 'k Wou om vergeving smeken,
    • waarvoor, ik wist het niet,
    • en bij u nederknielen;
    • mijn knieën bogen niet.
    •  
    • Toen wist ik dat 'k u nimmer
    • nog iets vergelden kon.
    • Uw stem deed mij ontwaken
    • in 't klare licht der zon.
    •  
    • Daar blonken groote tranen
    • van heil en droefenis.
    • En 'k voelde diep in 't harte
    • wat een moeder is.
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het tourgazetje

    Na de oorlog groeide de invloed van de directe uitzendingen op de radio zo dat de kranten, die altijd het monopolie op de Tourverslaggeving hadden, ook meer aandacht aan de Tour gingen besteden. In België deed een dagblad dat op spectaculaire wijze, de krant Het Volk kwam van 1947 (tot in 1982) met een extra editie voor de dag, die een half uur na aankomst al met verslag, uitslag en klassement, van de pers rolde. De oplage liep op tot 120.000 exemplaren. De gazetten werden in het begin verdeeld met vliegtuigjes, die het hele Vlaamse land afvlogen om de kranten te droppen in velden en weiden, waar verkopers met fietsen en brommers stonden te wachten.


    “
    HET VOLK, met de uitslag van de Ronde van Frankrijk!” Die roep weerklonk voor het eerst in 1947 en zou sedertdien met vaste regelmaat elk jaar worden vernomen. Het denkbeeld dagelijks een buitengewone editie uit te geven ter gelegenheid van de grootste en populairste wielerwedstrijd ter wereld, was uitgegaan van Bart Lotigiers, aan wie de leiding van de sportredactie was toevertrouwd. Nauwelijks hadden de coureurs de eindstreep van de dagelijkse etappe gehaald, of de vier pagina's tellende krant was reeds ter perse, bevattend, heet van de naald, het verslag van de rit, beoordelingen, interviews en verhalen van vroeger, daarbij de karikaturen van Buth (later ook die van Marc Sleen, respectievelijk Freddy en Guido). Het geheel gekruid met Mosterd en Pickles van Thomas Pips, de held van een toenmalige strip, waarvoor, tussen twee haakjes, de jeugdschrijver Lod. Lavki twee verhalen leverde. 
    I
    n de maand juli waren de kleine crieurs met hun oranje petje HET VOLK en dito krantenzakje niet meer uit het Gentse stadsbeeld weg te denken

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.smokkelverhalen

    Smokkelverhalen

    Boter en auto kwijtgespeeld

    Smokkelen was mijn tweede leven en dat gaf ik niet zomaar op. Zonder blozen zette ik mijn smokkelaarsbestaan verder met drie Amerikaanse wagens. Het systeem van de uitkijkposten werkte , maar soms wisten de mannen van de wet me toch te verschalken.

    Op zekere dag bij een smokkelrit doemde plots uit het niets een barricade op. Ik sleurde mijn stuur om en sloeg linksaf een zandweg in. Een man in kaki uniform , het geweer in aanslag versperde me de weg. Verblind door mijn koplampen dook de douanier op het laatste nippertje weg. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik geen lampen meer.

    Mijn hart jubelde reeds, maar iets te vroeg, want plots dook er een heuveltje voor me op . Aan beide zijde had men aarde aangebracht om een zandpijp te overbruggen. Te laat om snelheid te minderen werd mijn Ford omhoog gekatapulteerd en landde hij tien meter verder met een smak op de grond. Door de slag braken de steunpunten van de motor af en plofte in het zand. Daarna werd alles stil zoals alleen de stilte in de nacht kan zijn. Geen lampen , geen geronk van motoren, geen stemmen. Misschien dachten de douaniers dat ik weer ontsnapt was ? Vliegensvlug sleepte ik de boterlading uit de auto en verstopte de lading iets verderop in het bos, en vatte mijn terugweg te voet aan door de bossen , richting huiswaarts.

    Toen ik de volgende dag wagen en boter wou recupereren waren die verdwenen.

    De douane was nadien blijkbaar toch nog komen rondneuzen . Of waren ze getipt?

    In alle geval was ik mijn wagen en 800 kg boter kwijtgespeeld.


    “””””””””””””””””””””””””””””””””””””””””

    Koppige smokkelaarsters

    De pendelbuis die elke dag de vrouwen vervoerden die in Nederland gingen werken werd op zekere dag, bij hun terugkeer aan de grens,aan een grondige controle onderworpen.

    Vele vrouwen hadden aan de binnenzijde van hun jassen draagzakken genaaid waarin ze 10 kg boter verstopten. Iedereen moest uitstappen en alle vrouwen werden door vrouwelijk personeel aan een lichamelijke controle onderworpen. Ontkennen of het onderzoek weigeren had weinig zin. Doch waren er koppige vrouwen die alles ontkenden en geen visitatie toelieten.

    De komiezen hadden dan geen groter plezier dan de koppige smokkelaarster naast de stoof te zetten,waarin ze dan nog wat extra kolen in gooiden zodat deze rood gloeiend stond. Het duurde dan ook niet lang of de boter droop langs hun benen op de grond

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 25/03-31/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 30/04-06/05 2018
  • 30/10-05/11 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 26/09-02/10 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 16/11-22/11 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 16/12-22/12 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 08/10-14/10 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Gastenboek
  • Mr.
  • Bezoekje

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs