t Is weer voorbij die mooie zomer.
Eindeloos wordt elk jaar dat gezellige liedje van Gerard Cox uitgezonden op
alle radiozenders. De laatste warme zomerdagen van dit jaar komen er nu aan. De
luchtige kleedjes, de bikinis en de badpakken van de dames gaan terug de kast
in. In de solden kun je nu koopjes doen van de niemendalletjes die volgend jaar
best ook nog in de mode zullen zijn.
We hebben er lang op moet wachten dit
jaar. Na een lange, koude winter kwam ze dan toch, de zon, Laura. Iedere keer
zie je bij de eerste deugddoende warme dag de mensen naar buitentrekken. En dan
loop je die fameuze ziekte op: de picknick of BBQ ziekte. Wat de duidelijke
oorzaak ervan is weet niemand maar de verschijnselen zijn heel erg duidelijk en
onmiskenbaar. Het begint met droog gras van vorig jaar dat uit het paardendeken
wordt geschud. Daarna de grassprieten tussen je tenen. Gras in de vers gemaakte
salade met tomaten en garnalen (neen het is geen bieslook). Gras in de plasticbeker met de ietwat lauwe
wijn geschonken uit een partybox. Vlees, vis of kaas die een beetje ligt te
zweten in de zon. Doe daar de geur van rokende houtskool en provensaalse
kruiden bij en je hebt heel het ziektebeeld.
De ziekte bestaat al zo lang als de
mensheid. Adam en Eva gingen ook picknicken in hun Hof van Eden. Ze konden er
van alles eten en proeven in een opperst gelukkige stemming. Spijtig genoeg kwam
er toen die appel tussen. Toen kon Adam zelf zijn schoofzak klaarmaken en gaan
travakken voor een bete brood. Eigenaardig, nu moet ineens aan ons
koningshuis denken. Alhoewel het daar wel niet om een appel hebben gegaan.
Veel later schilderde Manet zijn
Dejeuner sur l herbe. Een magistraal schilderij waarop een jonge naakte
vrouw je aankijkt met ogen die vragen is er iets mis met mij ?. Nog later
dansten de boerkens vrolijk in de wei met jonge deernes, maar dan moest wel de
oogst zijn binnengereden. Had je dan per ongeluk een kollerieke vader dan kon
je soms wel eens de kop worden ingeslagen. Lees er Streuvels in de vlasschaard maar
eens op na.
Waren we in de jaren 50 tevreden met
een rieten mand met daarover een geruite doek gespannen tegen de vliegen,
wespen, mieren en ander ongedierte, dan veranderde dit alles in de jaren 60.
Voor de mannen onder ons zal ik maar één woord zeggen: tupperware. Dat moet
volstaan. Het ideale onverslijtbare potje en toebehoren (en je mag het altijd
omruilen als het stuk is mevrouw). Bij velen rijzen de haren ten berge. Het
ideale alibi voor de dames om eens een hele avond gezellig met elkaar te kunnen
kletsen en roddelen terwijl de man aan het overwerken was om dit godsgeschenk
van de moderne technologie te kunnen bekostigen.
Maar waarom vind je de picknickziekte
niet erg en wordt er ook niet gezocht naar een geneesmiddel ? Het geeft je het
zalige gevoel om alles te kunnen loslaten. Geen luxe van de keuken en de
bekrompenheid van het eigen huis. De vrienden die je uitnodigde zijn ook
niet meer zo kieskeurig, het is allemaal
één pot nat. De kinderen hoeven niet meer aan tafel te blijven zitten en de groten
ook niet. De muggenbeten op je bleke winterbenen neem je er zonder morren bij.
De zon scheen en iedereen was weer
even jong. Laat de zonnige dagen volgend jaar maar snel terugkomen. Kunnen we
weer lekker zomerziek zijn. GESTE