Men beweert dat er alleen maar
mirakels gebeuren in de erkende bedevaartsoorden zoals, Lourdes, Lisieux,
desnoods Oostakker. Maar dit klopt niet helemaal want in onze eigenste douanekorps gebeuren wel degelijk ook wonderen. Al zijn ze dan een beetje minder spectaculair en
van een iets andere orde. Ik heb meerdere keren gezien dat een rechte ineens
krom begon te lopen of dat een groot
licht plots uitging, terwijl dit in Lourdes eigenlijk omgekeerd gebeurde. Het zal wel
ergens zijn reden hebben gehad.
Nu waren in die tijd opnemingen,
het fysiek gaan tellen van goederen, niet één van onze favoriete opdrachten.
Als je de ronk hoorde dat de hoofdcontroleur weer eens in de map van de
opslagdocumenten was gaan snuffelen, dan kon je het al voelen aan je water. En ja op een gegeven dag
valt dan dat gehate stenciltje op je
tafel met het verzoek over te gaan tot opneming van een grote stapel planken.
Na heel wat gepalaver met de aangever , houtboeren zijn nu eenmaal niet van de
gemakkelijkste mensen op deze aardbodem, begeven we ons plichtsgetrouw op weg
naar de stapelplaats. Een trekgat van jewelste want hout moet drogen weet je wel. Na veel gevloek, gezoek en getel komen we echter tot de vaststelling dat er één plank ontbreekt.
Dedju, daar komt dus heel veel poespas en een PV bij kijken. En dan gebeurt het
mirakel. De declarant komt enkele uren later terug met de simpele mededeling dat na een beetje zoekwerk het
aantal toch klopte. Ge kunt er gerust op zijn dus terug gaan tellen en inderdaad we haalden onze tal. Met
gerust geweten het bericht conform terugsturen naar de controle en de kous
was af. Het mirakel was heel simpel ter verklaren, de houtboer had gewoon een plank genomen en ze in
twee gezaagd.
Het strafste maakte ik echter mee
met Mijnheer Albert. Zoals ik reeds vroeger vertelde was hij de deken van het
verificateurs team. Na verloop van jaren
waren we dikke vrienden geworden en naderde hij zijn pensioen. Hij had het
zodanig kunnen regelen dat hij zijn laatste cottage zou doen op het kaaibureel
waar ik destijds vast aan verbonden was. De vraag kwam natuurlijk Suske, kunt
ge dat voor mij zowat organiseren?. De prijs speelde geen rol als hij maar van
de ambras hier rond vanaf was.
Nu was dat kaaibureel toen ( het
bestaat niet meer ! ) bevolkt met mensen die van aanpakken wisten en de nodige
expertise hadden in dit soort festiviteiten. Het werd een schitterend feest met
alles erop en eraan. Albert genoot met volle teugen. Maar er is toch altijd de
vraag, wat kunnen we de kersverse gepensioneerde aanbieden voor zijn afscheid.
Omdat Albert een fervente whisky liefhebber was, die zijn dagelijkse twee
Schotse klepkens lustte, was de oplossing snel gevonden. Een wijnhandelaar in de buurt verkocht van die kleine eiken vaatjes met een inhoud van 10 liter, erg mooi
, ideaal voor hem dus. Kon hij nog een tijdje genieten van zijn borrel en in gedachten
nog even bij ons zijn.
Na enkele weken kwam Albert nog
eens dag zeggen en om de laatste zaken afhandelen. Terloops vroeg ik hem of het
goede whisky was. En dan het mirakel, hij zei doodleuk Suske het is cognac . Jezus
veranderde water in wijn en wij whisky in cognac. Misschien verteld hij nu
tegen Jezus het zelfde verhaal als ik tegen jullie nu. Albert je was een goed
mens en ik hoop dat hierboven ook borreltjes voor je zijn.