Terug
naar Oosterdonck
Ik
heb net het boek Terug naar Oosterdonck uitgelezen. Het was de
basis van het gelijknamige feuilleton op VRT. Als geen andere
beschrijft Guido Van Meir de teleurgang van de polder. Veel mensen
worden ontroerd door het liedje Het Dorp van Wim Sonnevelt. Met
rede natuurlijk. Het is een erg goed nummer. Maar dit boek staat zo
veel dichter bij ons.
Voor
de mensen die nog ooit nog hebben rondgezworven aan de haven op zoek
naar een verdere plaats van overwerk, is het duidelijk. Oosterdonck
is de samentrekking van Oosterweel en Wilmarsdonck. Twee dorpen die
verloren zijn gegaan aan de macht van de industrie en die zonder
mededogen zijn ondergespoten onder het zand. Je kan er makkelijk
schelpjes rapen. De vruchtbare poldergrond werd onder gespuwd met
een tien meter dikke laag en werd plots industriegrond. Daarop werd
dan de toen heilige petrol neergepoot. De vooruitgang,
nietwaar. Dat kan je niet tegenhouden, dat is toch de toekomst. En
wat is in deze de betekenis van een drietal dorpen met een paar
landbouwers. Die kunnen ons niet tegenhouden en trouwens we zorgen
wel voor een goed alternatief, desnoods geld.
Er
staan nog twee getuigen van deze dorpen. De toren van Wilmarsdonck is
blijven staan. De rest van de kerk is afgebroken. Het restant
tegenwoordig is een witgrijze spits waar het onkruid en de bomen
doorheen groeien. Het is omsloten door hoge stapels containers en is
nog nauwelijks zichtbaar. De andere getuige is het kerkje van
Oosterweel. Het staat nog in zijn geheel op de originele plaats, in
een diepe put, die heel goed laat zien hoe hoog de polder wel werd
opgespoten. Het staat er eenzaam en verlaten, dicht. Regelmatig komen
wel schoolreizen langs om te laten zien hoe machtig de machines zijn
die onze welvaart beschermen en verzekeren. Met oog voor het verleden
weliswaar.
De
dragende figuur in het boek is Pietje, Pietje de leugenaar. Op
zijn Indiaanse trom slaat hij steeds luider zijn woede uit om het
vernietigen van zoveel weelde aan natuur en de onrechtstreekse moord
op een gemeenschap. Met de stak van Wannes zweert hij dat dit
nooit zal verdwijnen.
Het
is een aanrader. Fiets, wandel, of loop eens op een zomerse avond
langs deze relieken. Aan de boorden van de Scheldearm, waarvan de
lichtjes reeds lang naar het noorden zijn verdwenen. En het is
verwonderlijk, de natuur is er allemaal terug. Het Noordkasteel,
eens de plage van Antwerpen, nu in een weelderig groene oase. Overal
zie je konijnen, hazen, fazanten of een vlucht patrijzen. Met wat
geluk eenden, reigers. Noem maar op.
Natuurlijk
kan je ook even verder kijken naar de vergane glorie. Dok
100,138,178,192,58,103,117,205,249,259,207,302,314,320,338,142, en
noem maar op.
Leeg of afgebroken. Maar vooral geen ziel meer. Is de stak van
Wannes verdwenen door de stick van de computer ?
Misschien
blijf ik wel een beetje Pietje. Met weemoed een trappist
drinken in Spek en Eieren met de overgebleven vrienden, 407 weet je
nog, met den John. En luisteren naar de eeuwenoude drum van de polder
: DOM- DOMDOMDOM, DOM-DOMDOMDOM.
|