Weet je wat me vorig jaar
triest heeft gemaakt ? Neen, triest is het juiste woord niet, eerder
weemoedig. Het is in feite ook nog iets heel banaals : een
puincontainer. Het klinkt volslagen gek, en dat is het natuurlijk
ook. Maar toch wil ik u het waarom hierover vertellen.
Om welke reden dan ook,
ooit komt de dag dat je ouderlijke huis leeg komt te staan. Het warme
nest waarin je bent opgegroeid. De veilige haven van je jeugd, waar
je alles wist staan. Met zijn geur die je direct herkende en de
zalige warmte om je heen. En dan moet je onvermijdelijke beslissing
nemen, de verkoop. Het immokantoor, prijs bepalen, een koper wordt
gevonden, de notaris, verkocht. In je diepste binnenste denk je, ik
verkoop hier een belangrijk stuk van mijn leven. Maar je maakt er een
jong gezinnetje gelukkig mee, en je weet dat hun klein kindjes daar
ook een even gelukkige tijd als jij zal beleven.
Na het afscheid voor
jezelf voel je op een dag toch die aantrekkingskracht van de
onzichtbare magneet. Je wil nog eens terug gaan kijken. En dan staat
hij daar dan : de puincontainer. Je kan er donder op zeggen dat de
nieuwe eigenaars willen gaan verbouwen. Heel logisch. En dan zie je
die grote, bijna verveloze container voor de deur staan. Vol met
blutsen en builen van de veelvuldige vorige gebruikers. Voor de
mensen van de stad een goede raad, laat hem niet de vorige avond
afkippen, want dan is hij met garantie de volgende morgen al helemaal
vol voor je zelf kunt beginnen.
Dat is mij dus ook
overkomen. Schijnbaar achteloos loop ik voorbij het onding. Als
nieuwsgierig mens, kon ik het met een vertraagde pas niet laten om
even de inhoud te bekijken. Er lag een behoorlijk grote blok in van
zowat een baksteen of tien. Met het behangpapier er nog op. En net
dat deed het hem. Ik zag het in mijn geest weer helemaal in de
originele staat. Ik kon het niet nalaten om er wat aan te prutsen. Ik
pulkte vier lagen los.
Nu moet ik even terug
naar het verleden gaan. Toen was behangpapier nog echt papier en geen
veredelde plastic. Men bracht de nieuwe gewoon aan over de vorige
laag. De hele onderneming verliep volgens een steeds weerkerend
stramien. Om de zowat tien jaar was men zowat uitgekeken op het
behang. Het was dan ook wel wat ouderwets geworden. Het begon vuil en
stoffig te worden. De bloemen van de tekening zagen er al wat verlept
uit. Daarna werden de centen geteld en als er genoeg in de sok zat
werd de beslissing genomen : we gaan opnieuw tapiseren. De
volgende stap was naar de decoratiewinkel te gaan om op de terugweg
te zeulen met loodzware stalenboeken. Die krengen waren dagenlang het
middelpunt van de familiale belangstelling. Ze werden blad per blad
bemonsterd, tegen de muur gehouden, tot je krampen in je armen kreeg,
dit alles om te zien of het wel paste bij de bestaande huisgarnituur.
Niemand dacht er maar een seconde aan dat deze boekwerken op het
einde van je jaar zouden vervangen worden door nieuwe en modernere.
Ze zouden hun eindbestemming krijgen in een kleuterschooltje waar de
ukken op de achterkant hun kinderfantasie zouden uitsmeren. De
laatste fase was de behanger zelf, die dagenlang het hele huis
overhoop haalde. Alle meubelen werden verplaatst en bracht het hele
huishouden in een toestand die te vergelijken is met een nomadenkamp.
Maar na afloop mocht het resultaat gezien worden en was heel het
gezin tevreden voor weer een tiental jaar.
En zo kwam die brok puin,
weer tot leven. Laag na laag, periode na periode, die elk hun eigen
verhaal kunnen vertellen, wat ze gezien en gehoord hadden. In een
vlaag van nostalgie had ik zin om de brok mee te nemen. Maar ach,
herinneringen zijn er niet om op een schouw te plaatsen maar om ze te
koesteren in een diep plaatsje in je ziel waar ze warm en veilig
zijn.
Puincontainer, vergaarbak
van een verleden, neem maar mee.