Wie had dat ooit kunnen denken was het eerste wat je na je overwinning kon uitbrengen.
Johan Engelen: Je begint niet aan dit avontuur om het te winnen. Je begint eraan omdat je gepassioneerd bent door koken en omdat je zoveel mogelijk wil bijleren van die twee chefs, Sergio Herman en Peter Goossens. Als het dan uiteindelijk toch uitdraait op een overwinning, is het natuurlijk fantastisch.
Het was razend spannend tussen jou en Joyce. Hoe groot was de factor geluk?
Ik denk dat alles op een bepaald moment moet samenkomen. Je moet het juiste menu samen stellen, je moet goed voorbereid zijn... dat soort dingen. Het is wel geen loterij waar je één kans op twee hebt. Je moet de beste zijn op het ultieme moment. Ik vergelijk het graag met de Ronde van Frankrijk. Je moet niet elke dag winnen, maar je moet wel constant goed zijn. En op het einde moet je boven het pak uitsteken.
Was je in de finale op je best?
Daar ben ik van overtuigd. Als je me drie maanden geleden de gerechten had getoond die ik in de finale heb klaargemaakt, dan had ik nooit geloofd dat ik die ooit zou kunnen maken. Ik ben de voorbije dertien weken echt een betere hobbykok geworden. Mijn cuissons en mijn smaken zaten al goed, maar vooral qua presentatie heb ik gigantische stappen vooruit gezet. Een paar weken geleden zegden Sergio en Peter nog dat ik in de jaren tachtig was blijven steken. Dat heb ik intussen wel rechtgezet, denk ik.
Je was de senior van het programma. Hoe lang ben je al hobbykok?
Dat moet bijna veertig jaar zijn. Ik herinner me nog dat ik in het vijfde of zesde leerjaar zat en dat mijn ouders er op een dag niet waren. Omdat ik geen zin had in een gewone boterham, heb ik toen Miracoli-spaghetti klaargemaakt, dat bestond toen al. Dat was mijn eerste stap in de culinaire wereld en ik wist meteen dat ik het leuk vond om te koken.
Ben je zon hobbyist die al jaren gefrustreerd is omdat hij nooit van zijn hobby zijn beroep heeft gemaakt?
Bij mij is dat zeker niet het geval, ver van. Ik vind het een heerlijke hobby. Ik mag van mezelf zeggen dat ik kook op het betere restaurant-niveau. Maar er is een verschil tussen dat af en toe eens voor je plezier doen en van s. morgens tot s. avonds keihard staan werken in een restaurantkeuken.
Heb je eigenlijk nog tijd voor je kookclub, De Gastroseksuelen?
Ik heb de voorbije maanden geen enkele afspraak gemist. Maar ik heb wel geen les gegeven, daarvoor had ik het te druk door Hobbykok. Want het programma slorpt je echt helemaal op. Je staat ermee op en gaat ermee slapen. Ik heb er zelfs meer dan tien dagen onbetaald verlof voor moeten nemen. Gelukkig stond mijn baas helemaal achter mij, ik ben hem ontzettend dankbaar dat hij me die kans heeft gekregen. (Ingenieur Johan werkt voor de wereldleider in de verspreiding van suikerbietenzaad, red).
Voor de eerste winnaar, Claudia, is er heel veel veranderd. Ze heeft een boek uitgebracht, ze werkt voor televisie... Ben jij klaar voor een nieuw leven?
Ik zal het allemaal op me laten afkomen. Ik heb alleszins geen intentie om mijn werk op te geven. Maar als ik er dingen bij kan doen: graag. Een boek lijkt voor de hand te liggen. Het is het logische vervolg en ik heb er wel de finesse voor. Maar ik heb geen zin om het zoveelste boek te maken waarin je kan zien hoe je crème brûlée moet maken. Dat interesseert me niet. Ik zou liever iets maken in de stijl van wat we met De Gastroseksuelen doen. Een écht mannenboek, met niet al te moeilijke recepten waarmee je de vrouwen kan imponeren.
Thuis heb je ook drie vrouwen om te imponeren. Doe je dat elke dag?
Op weekdagen koken mijn vrouw en ik allebei, afhankelijk van wie het eerst thuis is. Maar in het weekend ben ik de kok en maak ik wel eens speciale dingen. Dan eten de dochters ook mee. Ze zijn 18 en 20 en ze hebben de kookbacterie ook stilaan beet. Ik duw ze niet in die richting, maar ze doen het automatisch. De oudste maakt in de week wel eens een ovenschotel. En meestal is het nog lekker ook.
Met je titel win je behalve een oorkonde niets. Ga je jezelf belonen?
Ik wil met mijn vrouw zo snel mogelijk een paar dagen naar de zon. En of daar dan ook lekker eten is, dat is voor één keer bijkomstig. (Jan Claeys nieuwsblad)