Morgen verschijnt Ik ben alleen, de Nederlandse vertaling van het splinternieuwe Fragments: een indrukwekkende verzameling nooit eerder gepubliceerde foto's en vooral geschriften van de hand van de beroemdste vrouw van de twintigste eeuw. Hoe ze daar nu nog mee op de proppen komen? Toen Marilyn in 1962 uit het leven stapte, liet ze in haar testament haar persoonlijke bezittingen na aan haar leermeester Lee Strasberg. Tot aan zijn dood in 1982 waakte hij als een goede huisvader over Marilyns nalatenschap. Zijn veel jongere weduwe verdiende aan de verkoop van Monroespullen al dertien miljoen dollar.
De samenstellers - 'vriend des huizes' Stanley Buchtal en de Franse uitgever Bernard Comment - begeleiden de karrenvracht aan documenten met een bij wijlen potsierlijk verheerlijkende tekst. De heren proberen een overtrokken clichébeeld - M.M. als sexy leeghoofd - te counteren met een al even antithese: M.M. als buitengewoon intelligente vrouw, vol ongekend literair en artistiek talent.
Trauma's
Ieder mens met gezond verstand leest de documenten van Marilyn als een interessante nuance bij haar domme blondjes-image. Dit was een onzekere jonge vrouw, zonder opleiding, die worstelde met de trauma's van haar liefdeloze jeugd. Op zoek naar liefde en naar rolmodellen die haar intellectueel vooruit konden helpen.
Vandaar haar liefde voor toneelauteur Arthur Miller, en haar pogingen om moeilijke boeken te lezen. Maar 'de onvermoede geest van een intellectueel'? Het bewieroken van mensen met termen die overduidelijk van de pot gerukt zijn, helpt hun imago geen stap vooruit. Net zomin als het vergoelijken van alles dat afbreuk doet aan die theorie (in het voorwoord: 'let niet op de vele spelfouten, het is niet uitgesloten dat ze leed aan dyslexie').
Daarom is Ik ben alleen nog geen waardeloos boek. De tendentieuze commentaar doet geen afbreuk aan de schat aan basismateriaal. Dagboekfragmenten, brieven, gedichten, notities op de acteerschool, keukenrecepten, en vaak chaotisch door elkaar gekrasselde bedenkingen: ze dragen een steentje bij om Monroe te doorgronden.
Het eerste geschrift bijvoorbeeld is een zes pagina's lange poging van een piepjonge Norma Jean Baker om zichzelf en haar gevoelens over haar veel te jonge - ze was 15 - eerste huwelijk te doorgronden. Zo omschrijft ze zichzelf zeer lucide als 'een jong, verlegen meisje dat niet die indruk wekte omdat ze ernaar verlangde erbij te horen'.
Haar pogingen tot 'poëzie' zeggen veel over haar drang om te ontsnappen aan haar kwalijke zelfbeeld - door die ongelukkige jeugd bij een streng christelijke tante. Bovendien komt de humor die van haar een goede comédienne maakte, al aan de oppervlakte. In 1949 al vinden we in een schriftje deze hartenkreet: 'Alone!!! I am alone. I am always alone. No matter what.' Het zal de laatste keer niet zijn.
Uit de documenten leren we een Marilyn kennen die wanhopig kan zijn, doodsbang dat ze haar tekst gaat vergeten en daarom dom zal lijken. Maar ook een wat naïeve maar ook hartelijke jonge vrouw.
Minachting
Mooi is haar adoratie voor Lee Strasberg, haar leermeester. Ze toont zich blij met ieder compliment van hem. Maar dan zitten we weer in de ellende, bij een stapel aantekeningen op postpapier van het Engelse landgoed waar ze verbleef tijdens het draaien van The prince and the showgirl. Tegenspeler Laurence Olivier vernedert haar, en in het dagboek van haar man Arthur Miller heeft ze gelezen dat de beroemde dramaturg zich vaak voor haar schaamt.
Komen we hier niet dicht bij de essentie? Marilyn Monroe was geen compleet leeghoofd, maar een vrij eenvoudig meisje dat vanwege haar uiterlijk begeerd werd door intellectuelen in wier gezelschap ze zich uiteindelijk toch altijd geminacht zou voelen.
Hoewel de wanhoop toeneemt, komt uit de documenten ook de nauwgezette kant van Marilyn naar voren. Braaf, bijna als een schoolkind, maakt ze lijstjes met goede voornemens en noteert ze lange keukenrecepten.
Maar dat zijn slechts rustpunten tussen een stroom van andere geschriften door, die slechts tot één conclusie kunnen leiden. Ondanks al het succes was Marilyn een twijfelende en ongelukkige jonge vrouw. Wrang om in een brief aan Lee Strasberg, geschreven in december 1961, te lezen: 'zoals je weet zoek ik worstelend al jaren zonder veel succes naar emotionele stabiliteit. Pas de laatste maanden, zo heb jij ook opgemerkt, heb ik een bescheiden begin weten te maken.' Het zou bij dat bescheiden begin blijven. Haar gebruik van pillen en alcohol nam hand over hand toe. In augustus 1962 werd ze dood aangetroffen in haar huis in Beverly Hills. Ze had een overdosis slaapmiddelen genomen.
(nieuwsblad Steven De Foer)