
Sinds de Tour begin juli zonder hem vertrok in Rotterdam, was het ijzig stil rond Tom Boonen. Op 15 juli werd zijn pijnlijke linkerknie dan toch geopereerd. De revalidatie is ondertussen voltooid verleden tijd.
Het is een zorgeloze Tom Boonen, slippers aan, die aan de Port de Fontvieille naar een terras kwam aangesloft tussen een traag voortschuifelende Bentley en een Rolls Royce met Oezbeekse nummerplaat. Naar dit soort foliekes van de jetset kijkt de echte Monegask al lang niet meer om. Het is dagelijkse kost.
'Deze zomer was het hier met al die toeristen verschrikkelijk druk. Al mag ik niet mopperen. Fontvieille is het nieuwe gedeelte van Monaco. Vanuit mijn flat heb ik uitzicht op het paleis van de Gribaldi's en dit jachthaventje dat dertig jaar geleden gewonnen werd op de zee. Hier wonen de Monegasken echt. Vroeger zat ik in de buurt van de Boulevard d'Italie. Aan de andere kant van de Rocher. Daar was het niet plezant. De hele nacht door crosten er auto's en van die scootertjes rond. Hier valt het leven om tien uur 's avonds stil.'
Ze kennen je hier precies al goed. Ik zag je zwaaien naar mensen uit de buurt. Ben je hier ook de volksjongen?
'Iedereen laat iedereen met rust, maar ik ken de buren wel vrij goed. Veel aardige mensen. Ik ben wel niet het type dat gemakkelijk Bekende Wereldburgers opmerkt. Zo stond ik eens naast Justine Henin in de winkel, ik had ze zelfs niet herkend. Ooit zat Michael Schumacher niet ver van mij in een restaurant. Het was Lore die het gezien had. Schumacher live zien, deed me wel iets. Naar zo'n sporter kijk ik op.'
Hoe is het eigenlijk met die knie van jou? Het litteken is goed geheeld.
'Mijn knieën zijn allebei kapot geweest. Kijk maar eens naar het verschil in omvang rond de knieschijven. De linkse staat dubbel dik. Tast maar eens hoe warm het gewricht aanvoelt. Drie keer per dag moet ik nog één uur ijs leggen.'
Had je na je zware val in de Californische hoofdstad Sacramento niet beter meteen een retourticket geboekt?
'Het was een blunder om zo lang door te rijden. Hét probleem was dat je een gat in de knie niet ziet op de scans. Dus bijt je maar door. Tegen beter weten in, zo bleek achteraf. In Zwitserland titste ik dan nog met de knie tegen het stuur. Dat deed er geen goed aan, maar de hoofdoorzaak was Sacramento. Dat was de zwaarste val uit mijn carrière. Ik was er echt anderhalve maand slecht van. Mijn lichaam raakte maar niet hersteld. Mijn rug, mijn achterwerk. Hele lappen vel waren weg. Ik zat in mijn zadel op die wonde. Bij elke pedaalstoot had ik pijn.'
Heb je al Peter Sagan aangepakt, de man die vol in je voorwiel reed, waardoor je viel?
'Waarom zou ik? Dit doe je niet opzettelijk. Dit hoort nu eenmaal bij de koers. In Californië en Zwitserland was het mijn fout niet, maar ik heb ook al een paar valpartijen veroorzaakt. Zoals in die Tour van 2004 in Namen toen ik kettingproblemen had.'
De wereld draaide door, en jij zat hier. At je de voorbije weken niet van pure ellende je vingernagels op?
'Dat viel al bij al nog mee. Echt, ik had een goede zomer. Het was de eerste keer sinds mijn veertiende dat ik een vakantie zonder fiets had. Lore en ik hebben veel nieuwe plaatsjes in de buurt ontdekt. Twee à drie keer reden we naar België op en af. Op een bepaalde manier was dat ook verfrissend. Toen ik het licht op groen kreeg om te trainen werd het druk: in de voormiddag op de fiets, daarna naar de kinesist. Het duurde wat vooraleer de schwung wat terug was. Ik moet nu zo hard trainen als bij de voorbereiding op het voorseizoen omdat ik nog drie koersen wil rijden. De conditie was helemaal weg. Mijn linkerbeen was qua spieren maar de helft van mijn rechterbeen. Compleet pap. Woensdag was de eerste dag dat het allemaal echt goed begon te gaan: vier uur getraind en twee uur écht hard gereden achter de scooter. Dat was goed voor het kopke. Iedere renner denkt nu aan stoppen, maar ik moet nog een tandje bijsteken. Dat is niet simpel. Ik heb het geluk dat Stuart O'Grady door zijn manager Riis uit de Vuelta is gezet. Hij bereidt hier het WK in Australië voor. Ik heb er een goede trainingspartner aan.'
Heb je dan niet meer honger na een verloren zomer?
'Het positieve van het negatieve is dat ik door deze gedwongen rust misschien mijn carrière met een paar jaar heb verlengd. De enorme goesting is er weer. Ik mis het wielrennen. Ik voelde me er echt slecht bij toen ik de mannen uit de Ronde van Spanje hoorde, maar ik kon er niets gaan uitrichten. Ik mis conditie en het gevoel alles aan te kunnen.'
'Ik heb heel wat geluk nodig om de Franco-Belge te kunnen uitrijden. Ik lag drie maanden stil, dan mag je geen wonderen verwachten. In het seizoen zijn er twee moeilijke periodes: in het voorjaar zijn de goede renners in vorm. In het najaar zijn de jongens van de tweede rij goed omdat ze nog een contract voor volgend seizoen willen versieren.'
'Ik wil volgend seizoen gelijk met de anderen beginnen te trainen. Tegen de winter moet ik het verschil in omvang tussen linker- en rechterbeen hebben weggewerkt. Mijn rug moet ook opnieuw in balans zijn. Ik ondervond al dat dit onderdeel zich naar dat krachtverschil begon te zetten.'
Wordt wielrennen opnieuw een hobby?
'Voor de échte beleving is het wachten tot het voorjaar. Dan werk je in groep voor dat ene doel: samen goed zijn in de klassiekers. Nu zit ik alleen en ben helemaal uit de sfeer. De voorbije zomer kwam ik tot de vaststelling dat alles heel relatief is. De dag dat je stopt, ben je vergeten. Dan nemen ze iemand anders om over te schrijven.'
'Ik ben al veel gevallen, maar ik heb het geluk dat mijn lijf redelijk stevig in elkaar zit. Ik breek zelden iets. Hoewel, mijn sleutelbeen ooit, in 2003. Mijn schouder. Twee operaties aan de maag. Het kapsel van de rechterknie werd zwaar geraakt, waardoor ik met groen moest opgeven in de Tour. Enkel en voet stuk, teen gebroken. Een scheenbeenvliesontsteking. Ik vergeet nog zaken: een elleboogfractuur, een gebroken pink, een gebarsten scafoïde. Meer breuken dus dan gewonnen klassiekers. Het was wel de eerste keer dat ik lang buiten strijd was in een periode waarin het gebeurde.'
Keek je naar de Tour?
'Ik vond de Tour maar een laffe koers. Er was weinig strijd tussen Andy Schleck en Contador. Ze hadden allebei schrik van elkaar. Ze konden elkaar niet lossen, dus bevroren ze het zaakje maar. Dat had niets met fairplay te maken.'
'Ik keek zelfs heel veel tv. Voordien deed ik dat niet. Ik miste weinig van de Tour en de Vuelta. Ik ging er veel heviger in op dan ik verwacht had. Hoe minder ik koerste, hoe intenser ik het allemaal vanuit de zetel beleefde. Ik was blij met de winst van sommigen. Zoals bij de rit in de Hel die Thor Hushovd won. Vijf weken reed ik hier met hem rond in Monaco. Zijn schouder ingepakt, tranen van de pijn. Ik met doorlopend die zeurende pijn in de knie. Hij zat dicht bij zijn afscheid aan de sport. De ene dag sleurde ik hem erdoor, de andere dag was het Thor die me opmonterde.'
'Dag Allemaal' toonde foto's van jou hoe je 'revalideerde' in de Carré. Hoefde je wel opgemonterd te worden?
'Te belachelijk voor woorden, die sortie in de Carré. Op dat moment was er nog geen sprake van een operatie. Ik stond veertien dagen aan de kant en ging weer trainen. Ik had echter wéér last. Ze zeiden dat ze drie dagen met verdoving zouden proberen. Indien dat niet lukte, zou een operatie volgen. Leuk nieuws is dat niet. Ik was keilastig. Godverdomme toch. Ik mocht de Tour niet rijden en dan kwam de vraag of ik iets mee ging drinken. Twee uur ben ik er binnen geweest op de Badpakkenparty van P-Magazine. Niet in de VIP, niet op het gelijkvloers, maar ergens tussenin. Ik ben braafjes terug naar buiten gegaan. En dan krijg je nadien te horen dat er ik weet niet wat is gebeurd, de dag na mijn operatie. Hallo! Na die ingreep liep ik veertien dagen met een brace rond, ik kon mijn been niet eens plooien. Laat staan naar de Carré gaan.'
In dat soort tenten loop je natuurlijk in de picture.
'Weet je wie daar allemaal was? Half voetballend Vlaanderen liep daar rond, George Leekens incluis. Er waren drie of vier cameraploegen, maar niemand had een beeld van mij, niemand had me gezien. En 'Dag Allemaal' had foto's, en ze hadden gezien wat er gebeurd was! Tjah.'
Wat is er misgelopen tussen 'Dag Allemaal' en jij? Ervaar je dit als een persoonlijke vete?
'Ik denk niet dat het persoonlijk is. Wat doe je eraan? Eens goed om lachen, zeker? Reageer je, dan geef je ze voer voor nieuwe verhalen.'
Wanneer liep het voor het eerst fout, dat je vedettenstatus ook tegen jou ging werken?
'Het begon met die hond die mijn vriendin Lore ooit beet in het kapsalon van een nichtje. Een banaal accidentje. Lore ruimde de tafel op en er viel wat préparé van tafel. Ze wou het oprapen terwijl de hond dat wou opeten. Dat beest beet dus oppervlakkig in haar kin. Van het kapsalon naar de kliniek liep ze 150 meter met een handdoek tegen de kin. Hops, een verhaal was geboren. 'Dag Allemaal' zocht drie dagen lang in Mol wat er gebeurd was. Op café, bij mensen. Ik had voordien nog geen problemen gehad met 'Dag Allemaal'. Voor mij was dat eerder het fleemboekje van Vlaanderen.'
'Toen ik hoorde dat ze op jacht waren geweest, belde ik hoofdredactrice Ilse Beyers op om te zeggen dat dit een futiele zaak was waaraan ze geen aandacht moest besteden, vooral omdat het niet leuk was voor het nichtje van Lore. Toen antwoordde ze me heel zakelijk: We laten het vallen als het eerstvolgende dubbelinterview van jou met Lore exclusief voor ons is. Waarop ik zei dat ze het maar snel moesten publiceren en dat ik nadien niets meer met haar te maken wou hebben. Toen is het begonnen. Ze lanceren twee à drie keer per jaar een aanvalletje, meestal rond dezelfde tijdstippen.'
Je geeft ze ook wel munitie met dat Carré-optreden. Blijf je op om naar het WK te kijken volgende week zondagnacht?
'(Plagend) Wanneer komen ze aan? Tegen een uur of vier in de morgen? Dan ben ik juist terug van de Carré. Als ik vroeg naar huis kom, tenminste.' (nieuwsblad)