Op 30 oktober 1997 raakte actrice Greet Rouffaer zwaarverbrand tijdens een ontploffing op de set van Wittekerke. Elf jaar later pende ze, samen met haar man Bart De Bondt, haar traumatische ervaringen, pijn, angst, frustratie en loutering neer in een boek, dat de symbolische titel "ontmaskerd" meekreeg. Alle maskers af. Ik heb lang met een laag zelfbeeld geworsteld.
Waarom wilde je bijna elf jaar na datum een boek schrijven? Eerst en vooral voor mezelf. Ik heb de vraag om mijn ervaringen in een boek te bundelen, vaak gekregen, maar was er nog niet klaar voor. Ik meed de confrontatie met mezelf en wilde de situatie niet onder ogen zien. Ik heb lang met een laag zelfbeeld geworsteld, ook al kwam ik heel sterk over.
Ik wilde ook zo snel mogelijk terug gaan werken en was bang mijn job te verliezen. Ik werkte hard en at 's avonds soms snel al rechtstaand. Het mocht allemaal niet te veel tijd in beslag nemen. Met 'Wittekerke' en 'Sterren op het ijs' was mijn agenda tot eind vorig jaar goed gevuld en had ik weinig tijd om na te denken.
Toen ik tijdens 'Sterren op het ijs' mijn ribben brak, heb ik een mokerslag gekregen. Mijn zoon zei 'ga je nu eens stoppen, je hoeft niets meer te bewijzen !'. Dat was ook wat Bart, mijn echtgenoot, me telkens op het hart drukte. 'Je hoeft geen masker meer op te zetten. Je bent wie je bent en dat is oké.' Daarom heet het boek ook 'Ontmaskerd'. Dankzij de steun van mijn zoon en man weet ik dat ik echt wel oké ben .Ik voel me ook op mijn gemak met de Greet zonder make-up. Iedereen kan zo'n ongeval meemaken, in een knip van een seconde. Ik hoop onder andere dat door het boek, mensen meer begrip voor slachtoffers opbrengen. Hoe verliep het schrijfproces? Dat was een zeer emotionele periode. Ik herleefde alles opnieuw. Weet je, ik heb tot jaren na het ongeval last gehad van nachtmerries, als gevolg van het posttraumatisch stresssyndroom (PTS). Als ik ontwaakte, zag ik overal rook rondom mij. In het begin was het verschrikkelijk moeilijk voor me om buiten te komen. Het kostte me tonnen energie en ik weigerde evenementen te mijden. Als ik in een zaal kwam, keek ik meteen waar de nooduitgang zich bevond. Dan begon ik de rijen te tellen. Omdat ik last had van concentratiestoornissen, verloor ik vaak mijn tel en moest ik van voor af aan beginnen.
Als ik de deur uitging, checkte ik wel tien keer of alle elektrischeapparaten uit waren. Had ik de koffiemachine nu wel uitgezet? Al die ver-schrikkelijke momenten passeerden tijdens het maken van het boek terug de revue. Therapie vond ik vroeger niet zinvol. Ik was toch niet gek? Dan ben ik mijn verhaal aan mijn man beginnen te vertellen. Op de laptop typte ik mijn gevoelens neer en liet ik de passages aan Bart lezen. "Hier moeten we echt iets mee doen", vond hij. Quasi onmiddellijk zijn we er dan ook aan begonnen. Met welke vragen worstelde je na het ongeval? Ik heb mezelf nooit de schuld gegeven. Maar wel ontelbare keren afgevraagd: 'Waarom? Ik heb toch niemand iets misdaan ?' Je wilt een antwoord krijgen, maar dat kwam er niet. Tijdens mijn herstelperiode kreeg ik kritiek langs beide kanten. Zo kreeg ik bijvoorbeeld van een andere brandwonden patiënte de opmerking dat ik er op televisie té goed uitzag. Een andere keer hoorde ik op de tram de conversatie van twee vrouwen, die zeiden dat je met zo'n gezicht toch de deur niet kon uitgaan. Zo vergeet ik nooit dat ik op een dag al van ver iemand naar me toe voelde komen. 'Gij zijt die verbrande!' riep hij strak wijzend naar mij. Een ijskoude douche overviel me. Ik kon niet snel genoeg wegvluchten. Eigenlijk is het heel ironisch. Mijn lippen, neus en handen waren vóór het ongeval mijn grote trots. Ik heb me vaak suf gepiekerd of ze me hierboven niet wilden straffen omdat ik te ijdel was. Nu kan ik die dingen beter plaatsen. Ik ben wie ik ben. Volgend jaar plannen wij ook de uitgave van ons tweede boek, dat bijna klaar is. Het heet 'Ik zie mij graag' en is een wonderlijk zelfhulpboek voor mensen met een laag zelfbeeld.
Hoe gaat het nu met je gezicht en handen? De huidtransplantaties op mijn gezicht zijn mooi gelukt. Er is huid van mijn bovenbenen weggenomen om mijn handen en gezicht te herstellen. Ik was bang voor de littekens en die zijn er ook gekomen. Maar ik verzorg mijn gezicht nog steeds goed. Als ik de deur uitga, doe ik meestal make-up op, waarin een beschermende sunblock verwerkt zit. In de lente en zomer zijn mijn handen vrij gaaf. Dit zijn dan ook mijn favoriete seizoenen. Als het kouder wordt, draag ik steevast handschoenen en heb ik veel last van wondjes. Omdat ik sinds het ongeval slechte nagelgroei heb, kan ik niet anders dan valse nagels laten plaatsen.lk moet streng opletten hoe ik dingen vast neem want bij mij kunnen nagels zich verticaal splitsen, en dat doet verschrikkelijke pijn.
Je hebt afstand genomen van Het Greet Rouffaer Huis in Merksem? Dat klopt. Het weggaan uit het Huis was een gevolg van mijn verwerkingsproces. Het is goed dat het stopt voor mij, ik wil nu tijd voor mezelf. Ik zat vooral in de beginperiode daar de mensen moed in te spreken, terwijl ik mezelf niet eens graag zag en het zelf niet allemaal wist. De slacht-offers zijn in handen van geweldige medische en therapeutische deskundigen, dat stelt me gerust. Ze kunnen dus verder zonder mij.
|