Verslag uit Oslo. Chill. Alles onder controle. Dat is het motto van Tom Dice een dag voor het moment van de waarheid: de eerste halve finale van het 55ste Eurovisiesongfestival. Die vindt morgen plaats in de Noorse hoofdstad Oslo. Zoals gekend moet Tom Dice zich met zijn intimistisch liedje Me and my Guitar plaatsen bij de eerste 10 om een ticket te kunnen bemachtigen voor de grote finale van zaterdag.
Hier in Oslo afficheert het VRT-kamp een zelden geziene seriniteit. Ook nu steeds meer pers en fans Oslo overspoelen behoudt Tom een exemplarische zen-attitude: Ik voel me nog steeds erg chill. Ik geloof erg in mijn liedje en in de sterkte ervan. En ik kan alleen maar hopen dat het publiek er zal van houden. Ondanks die opvallende kalmte, is de opdracht die op de schouders van Tom rust niet van de minste: België voor het eerst laaten doorstoten naar de finale van het Songfestival, iets wat sinds de invoering van de halve finales nog nooit gelukt is. Afgaande op de (veelal zwakke) concurrentie in Toms halve finale, zou dat geen probleem moeten zijn, maar het iedereen weet: ons land heeft op het Songfestival weinig vrienden. Maar ook hier ligt misschien beterschap in het verschiet: dit jaar krijgen ook in de halve finales de vakjury´s de helft van de stemrechten. En vorig jaar bleek al in de finale dat zo´n systeem een significante invloed heeft op de resultaten.
Met de drie tv-shows in het verschiet, schiet het Songfestival deze week enkele versnellingen hoger. Vorige week stonden veelal saaie repetities en alweer hilarische persconferenties op het programma, maar sinds gisteren hebben de tweeduizend journalisten een goed gevulde activiteitenlijst. Hoofdvogel daarbij was vooral de officiële openingsparty gisteravond in het statige stadhuis van Oslo. Die party moet je je vooral voorstellen als een uit de kluiten gewassen receptie waarbij alle deelnemers zich gewillig laten fotograferen en (nog maar eens een keertje) interviewen.
In de beste Songfestivaltraditie was het gisteren vooral een parade van slechte smaak en überkitsch. De delegaties werden er verwelkomd op een ´roze loper´, achterna gezeten door een horde uitzinnige armwapperende en handjesfladderende relnichten die vermomd als ´journalist´ met hun idolen van het moment op de foto willen. Voorts kregen we een speech van de burgemeester, en optredens van de Bobbysocks (Noorse winnaars van het Songfestival in 1985) en Alexander Rybak (de overwinnaar van vorig jaar) cadeau. De dames van de Bobbysocks zijn trouwens nog erg vurig: uw dienaar zag hoe een jarige collega van Eurosong.be haast gemolesteerd werd door door hun gelukwensen die in zoenvorm werden overgebracht. De arme man is er vast nog niet goed van.
De Vlaamse delegatie beleefde gisteren trouwens een drukke dag: ´s ochtends stond een twee uur durende wandeling met Tom én zijn gitaar op het programma, gevolgd door een lunch bij de Belgische ambassadeur in Oslo. Daar werden we ook vergast op een mini-showcase van Tom en zijn backings. Eén conclusie valt daaruit te trekken: Tom mag misschien niet de meest charismatische persoonlijkheid zijn, maar hij is wél een beresterke zanger en een oprecht man. Bovendien kan hij echt wel emoties overbrengen op een publiek, een gave die op het Songfestival (waar iedere artiest slechts drie luttele minuten heeft om een miljoenenpubliek in te pakken) van goudwaarde is.
Of Tom echt een kans maakt door te stoten naar de finale, weten we misschien al een beetje later vandaag; dan vindt in de Telenor Arena immers de eerste generale repetitie plaats, de perfecte gelegenheid om de sterkte van het deelnemersveld in te schatten.
Ondertussen is Oslo ook een grote Songfestivalautoriteit armer: André Vermeulen is gisteren naar Brussel teruggevlogen om van daaruit de Songfestivalavonden te becommentariëren. Zowat als enige zender heeft de VRT in Oslo geen presentatieteam. Ze zijn keihard die economische crisissen... (zangtalent)
|