De lente is er wel, maar ze breekt nog niet echt door. Enkele dagen zijn al in de buurt van de 20 graden gekomen, maar ondertussen is het toch weer een pak frisser. Dat stelt vrouwen voor een dilemma: de nylons in de kast laten met het risico koud te hebben, of ze dragen, met het risico te zweten Het is verleidelijk om de nylons in de kast te laten, ondanks het risico op koude benen. De winter is lang en streng geweest, we hebben ons genoeg moeten induffelen. De zonneschijn doet het verlangen ontwaken naar luchtige, gemakkelijke kledij, zonder het gedoe van nylons.
Maar tegelijk heeft de winter ons geleerd voorzichtig te zijn. Het kan nog altijd fel afkoelen 's avonds, waardoor je niet met koude maar ronduit bevroren benen en voeten opgescheept zit. Dus spelen we dan toch maar op veilig?
Er is nog een derde mogelijkheid: je draagt de nylons (of sokken), mét zomerschoenen. Gewaagd en hip, als je de juiste sokken en schoenen kiest. De flater van Sarah Brown, die zwarte nylons droeg in rode peeptoeschoenen, met een plateauzool uit kurk, kan je vermijden als je deze regels volgt.
1) Kies niet té zomerse schoenen. Geen schoenen in naaktkleuren dus, of afgewerkt met kurk, stro of flipflops.
2) Durf contrasteren. Zwarte nylons met felle of pastelkleuren kan dus best of felle nylons bij zwarte schoenen. Dat laatste kan vooral als je outfit heel eenvoudig wordt gehouden.
3) Vermijd té winterse nylons. Geen dikke, wollen nylons dus, maar de lichte, lentevariant.
4) Negeer de vleeskleurige nylons. Ze zijn perfect om te dragen bij open schoenen in de zomer als je geen perfecte benen hebt, maar passen niet bij het tussenseizoen. (edp)
|