Karnemelkstampers met gepocheerd eitje en Zeebrugse grijze garnaaltjes

Ingrediënten: 1 liter gepasteuriseerde karnemelk, 250g echte boter, 1 kg aardappelen, peper en zout, nootmuskaat, 4 eitjes, garnaaltjes, peterselie.
Werkwijze: kook de aardappelen. Laat intussen de boter kleuren tot hazelnootkleur en kook de karnemelk op. Prak de aardappelen met de melk en het grootste deel van de boter. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Duw de puree door een fijne puntzeef voor een extra glad resultaat. Breek elk eitje apart in een kommetje. Zorg ervoor dat de dooier niet beschadigd is.
Laat de eitjes voorzichtig in water glijden dat net onder het kookpunt zit en pocheer zachtjes. Haal de eitjes wanneer het eiwit is gestold, maar de dooier nog vloeibaar is, uit het water. Laat de gepocheerde eitjes op een vel keukenpapier uitlekken.
Schep de stampers in een bord. Leg er een eitje bovenop en strooi er lauwe, vers gepelde grijze garnalen overheen. Lepel er nog wat gesmolten bruine boter over en werk af met wat gesnipperde peterselie. Tip: de karnemelk moet opgewarmd worden. Als je koude melk gebruikt, koelt de puree te fel af en wordt hij elastisch. Gebruik om te pocheren verse hoeveeitjes en voeg zeker geen zout aan het water toe. Dat ontbindt namelijk het eiwit. Het is wel een goed idee om een flinke scheut azijn in het kookwater te gieten. Dat zorgt ervoor dat het ei mooi stevig wordt.
|