Doe de test: Vroeg of laat heeft elk stel het wel eens over kinderen. De vraag is dan of je er klaar voor bent. Met deze test kom je erachter. Omcirkel steeds het antwoord dat het beste jouw mening weergeeft.
1. Wat lijkt je, op dit moment in jouw leven, de leukste soort vakantie? A. een rustige vakantie samen met een kleine groep mensen die je goed kent. B. een mooie reis naar een ver land. C. een buitenlandse uitgaansvakantie met veel vakantieliefdes.
2. In welke staat verkeert je relatie momenteel? A. Ik heb een goede relatie. B. Ik heb wel een relatie maar daar ben ik momenteel niet zo tevreden over. C. Ik heb geen vaste relatie.
3. Wat doet een huilend kind met jou? A. Ik heb medelijden en wil het troosten. B. Ik vind een huilend kind best zielig, maar voel me niet geroepen om een onbekend kind te troosten. C. Het irriteert me: houd alsjeblieft op met dat gebleir!
4. Hoe staat het met je financiële situatie? A. Ik kom gemakkelijk rond enlof spaar geregeld. B. Ik kom elke maand nét rond. C.lksta elke maand in het rood.
5. Welke eigenschappen vind je, op dit moment in jouw leven, belangrijk in een man? B. Hij moet betrouwbaar zijn maar ook avontuurlijk. A. Hij moet lief en zorgzaam zijn. C. Hij moet spannend en erg aantrekkelijk zijn.
6. Stel, je zou morgen smoorverliefd worden op iemand (anders). Hij is de ideale man. Hij wil alleen geen kinderen, nu niet en nooit.
Watdoe je? A. Ik zoek een andere man. Dit offer is te groot. B. Ik twijfel en moet daar goed over nadenken. C.lktrouw met hem. Dan maar geen kinderen.
7. Wat is waar over je werk? A. Ik werk niet, ik studeer of ik werk parttime en zou dat prima kunnen combineren met een kind. B. Ik werk fulltime, maar in een flexibele baan met goede verlofregelingen. C. Ik werk fulltime in een baan die op dit moment 100% van mijn inzet en aandacht eist.
8. Het is voor mij erg belangrijk om: A. iets voor een ander te kunnen betekenen. B. zowel A als C zijn belangrijk voor me. C. zelf te kunnen bepalen wat ik wanneer doe en met wie. 9. Wat is het meest kenmerkend voor jou? A. Ik heb vertrouwen in mezelf en mijn vermogen om een goede moederte zijn. B. Ik heb vertrouwen in mezelf maar geloof niet dat ik op dit moment een goede moeder zou zijn. C. Ik heb weinig vertrouwen in mezelf. Ook geloof ik niet dat ik op dit moment een goede moeder zou zijn.
10. Hoeveel mensen heb je die je, op praktisch gebied, (kunnen) helpen? A. Best veel. Als ik bijvoorbeeld ziek ben of moet verhuizen, zijner genoeg mensen die me helpen. B. Redelijk wat. Meestal is er wel iemand die me wil helpen. C. Niet zoveel. Ik moet eigenlijk altijd alles zelf doen.
Kijk nu welke letters je het vaakst hebt gekozen: de A, B of C? Lees de beschrijving die bij jouw letter hoort.
Meestal een A, ja hoor, je bent er klar voor! Zowel op emotioneel als praktisch gebied is een baby welkom.
Meestal een B, je bent een twijfelgeval. Aan de ene kant lijk je klaar voor een baby, aan de andere kant niet. Aan een gebrek aan geld of andere zaken kun je iets doen. Laat het emotionele achterwege Doe het alleen als je het echt wil.
Meestal een C, je lijkt nog niet klaar voor het moederschap. Over enkele jaren kan je heel anders in het leven staan. Voel je vooral niet onder druk staan om een kind te krijgen.
|