Dertig leden van B-Fast, die naar Haïti waren gekomen om levende slachtoffers onder het puin te halen, zijn naar huis gekeerd. In de drie dagen dat ze in Port-au-Prince hebben gewerkt, hebben ze drie mensen kunnen redden. De twee vrouwen en een kind die zeventig uren onder de brokstukken hebben gelegen, zijn nog in leven. De Verenigde Naties meldden gisteren dat in totaal tot nu toe zeventig mensen levend vanonder het puin waren gehaald.

Toch vinden sommige Belgische hulpverleners dat ze meer hadden kunnen doen. De dag van hun aankomst moest hun vliegtuig twee uur in de lucht cirkelen vooraleer het mocht landen en daarna moesten ze nog uren wachten vooraleer ze van de luchthaven werden getransporteerd. Kostbare uren waarin mensen onder het puin aan het sterven waren.

Bovendien moesten ze 's avonds hun materieel opbergen omdat het te gevaarlijk was om 's nachts door te werken. In tegenstelling tot teams van andere landen, hadden de Belgen geen bewakers bij zich. Zo moesten ze op een avond een vrouw achterlaten die nog teken van leven had gegeven. ‘We hadden ze wel nog water kunnen geven en we waren er gerust op dat ze de nacht wel zou halen. De ochtend daarna hebben we ze dan bevrijd', zegt Gert Vandersmissen, een van de B-Fast-medewerkers.

Sinds zaterdag hebben de honden van B-Fast geen leven meer geroken en daarom denken de Belgen dat het tijd is om naar huis te gaan. De kans dat er meer dan negentig uur na de ramp levenden worden gevonden, wordt met de minuut kleiner.

In het kamp van B-Fast blijven nog wel dertig medische personeelsleden achter. Zij werken in een veldhospitaal om gewonden te verzorgen. Niet alleen de gewonden die vanonder het puin zijn gehaald, worden er verzorgd, maar ook de gewonden die zich aan de poort melden, krijgen medische begeleiding. Normaal blijft het medische team tot 23 januari in Port-au-Prince.

B-Fast kreeg van de internationale nieuwszender CNN een veeg uit de pan omdat de Belgen op een avond het kamp verlaten hebben om op een veilige plaats te overnachten, terwijl ze de patiënten wel in het veldhospitaal achterlieten.

‘Ik heb die beslissing genomen', zegt de verantwoordelijke Geert Gijs. ‘Alle andere teams overnachtten in een beveiligde zone, alleen wij brachten de nacht zonder bewakers door. Dat is tegen de voorschriften van de VN', zegt hij. Ondertussen heeft de Belgische regering besloten om 34 soldaten naar Haïti te sturen om de overblijvende leden van het B-Fast-team en het diplomatieke personeel te beschermen. De militairen vertrokken gisteravond.

Het vliegtuig dat gisteren terug naar België vloog, nam niet alleen het search and rescue-team mee naar huis, maar ook veertig Belgen die Haïti wilden verlaten. Volgens consul Herman Declerck verlaten de Belgen het land omdat ze vrezen dat er de komende dagen rellen zullen uitbreken. Hij had zelf extra beveiliging gevraagd omdat hij belaagd werd door jongeren die zich ergerden aan zijn buitenlandse jeep. Sommige Belgen vertrekken omdat ze vrezen dat er binnenkort ziektes, zoals cholera, zullen uitbreken omdat er nog zoveel lijken onder de ingestorte gebouwen liggen.

Ngo's zoals Protos of Broederlijk Delen brengen hun personeel naar huis. De regioverantwoordelijke voor Broederlijk Delen, Gerrit Matton, vreest ook dat er de komende dagen geweld zal uitbreken. De werknemers van Broederlijk Delen kunnen op dit moment trouwens weinig werk verrichten in Haïti. Ze zullen terugkeren zodra hun lokale partners weer op de been zijn. (standaard)