Veel van het leed kan namelijk voorkomen worden door veilig met het vuurwerk om te gaan. Gaat het toch mis, dan is snel en adequaat handelen noodzakelijk.
1. Vuurwerk en alcohol zijn geen goede vrienden. Zorg voor een 'Bob' of laat de kurken pas na het vuurwerk knallen.
2. Ontsteek vuurwerk op een open en veilige plaats: dus bijvoorbeeld niet bij droog hout of op een plaats waar veel mensen samen zijn.
3. Houd toeschouwers op voldoende afstand van de plaats waar het vuurwerk wordt afgestoken.
4. Ontsteek vuurwerk met iets dat smeult, zoals een lont. Gebruik geen open vlam (lucifer of aansteker): de lont brandt dan sneller, zodat het vuurwerk vlugger ontploft.
5. Houd de arm gestrekt bij het aansteken van de lont en buig het lichaam niet over het vuurwerk.
6. Plaats een vuurpijl in een buis die verticaal in de grond vastzit. De buis moet minstens even lang zijn als de stok van de vuurpijl. Flessen zijn niet geschikt voor het afschieten van vuurpijlen.
7. Ontsteek elk stuk vuurwerk afzonderlijk.
8. Vuurwerk dat niet ontploft, mag u nooit opnieuw aansteken. Giet er een emmer water over en laat het een nachtje liggen. Let erop dat kinderen niet met dit vuurwerk gaan spelen.
9. Loopt er toch iets mis? Bel dan de hulpdiensten (100 of , voor gsm's, 112). Spoel brandwonden uitgebreid met water. Pas ook op voor oorschade: de populaire strijker haalt 160 decibel of meer, zo maar even 20 decibel boven de pijngrens. Ter vergelijking: een opstijgend straalvliegtuig produceert op 100 meter afstand 125 decibel, discotheken zijn goed voor 110 decibel.
Hebt u nog geen vuurwerk gekocht, maar bent u het toch nog van plan, kies dan bij voorkeur siervuurwerk. Knalvuurwerk - dit is vuurwerk dat ontploft, zoals strijkers en piratten - is altijd gevaarlijk. (standaard)