Verkeers- en mobiliteitseducatie krijgt in de middelbare scholen minder aandacht dan in de basisscholen. Bovendien gaat het in hooguit een op de vijf scholen om een permanente inspanning. Naarmate de leerlingen ouder worden, neemt die permanente aandacht bovendien af. Dat blijkt uit onderzoek van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en VAB, waarvan de cijfers werden aangehaald bij de voorstelling van het fietseducatieproject www.traphetaf.be.
Educatie
In het secundair onderwijs werkt de helft tot zes op de tien scholen met projecten rond verkeerseducatie. Het aantal scholen dat zo'n inspanning doet, varieert volgens de leeftijd van de leerlingen tussen 52 tot 60 procent.
Inspanningen
Permanente inspanningen rond verkeers- en mobiliteitseducatie zijn er in slechts een op de vijf scholen. De aandacht daarvoor neemt bovendien af naarmate de leerlingen ouder worden. In de eerste graad (eerste en tweede jaar) werkt nog 21 procent van de scholen permanent rond verkeerseducatie, in de tweede graad (derde en vierde jaar) gaat het om 19 procent en in de derde graad (vanaf het vijfde jaar) blijft slechts 17 procent over.
Contrast
"Verkeers- en mobiliteitseducatie in het secundair onderwijs is nog steeds het zwakke broertje", concludeert het onderzoek. "Dat staat in schril contrast met het kleuter- en lager onderwijs, waar steeds meer aandacht gaat naar ervaringsgerichte verkeerslessen." Volgens VSV, VAB maar ook de Fietsersbond blijkt gebrek aan educatief materiaal een van de hinderpalen in het secundair onderwijs.
Eindtermen
Verkeer en mobiliteit zijn wel opgenomen in de vakoverschrijdende eindtermen, maar dat houdt geen resultaatsverbintenis in van de scholen. Bij de lancering van www.traphetaf.be werd daarom gepleit voor het opnemen van verkeerseducatie in de vakgebonden eindtermen, zodat scholen ervoor moeten zorgen dat leerlingen zoiets onder de knie hebben.
Fietsgedrag
"Wie op school moet slagen voor het theoretisch rijbewijs en als toekomstig automobilist leert rekening houden met fietsers, moet zich uiteraard ook de principes van veilig fietsgedrag eigen maken", luidt het. Eerst de fiets en dan de auto wordt dan de logische volgorde. (belga/dea)
|
