De schilder Roger Raveel heeft een half jaar na het verlies van zijn vrouw Zulma opnieuw de liefde gevonden.
Roger Raveel (88) straalt wanneer hij ons bij hem thuis in Machelen-aan-de-Leie ontvangt. De somberte van de weken na Zulma's dood heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe, haast jongensachtige vitaliteit. 'Ik ben ook weer gelukkig, maar zo ongelooflijk is dat niet' en hij kijkt naar Marleen, de vrouw met wie hij sinds kort zijn dagen doorbrengt.
'We leerden elkaar tien jaar geleden kennen', zegt Marleen De Muer (50), lerares in de Tabor-basisschool van Lotenhulle. 'Ik heb altijd van kunst gehouden en ik bezoek ateliers van kunstenaars met mijn klas. Zo kwam ik ook bij Roger en Zulma terecht. Aanvankelijk bleef er natuurlijk een grote afstand. Maar we zagen elkaar tijdens openingen van tentoonstellingen en boekvoorstellingen en zo raakte ik bevriend met Roger en Zulma.'
Bovendien hebt u een kwartetspel rond zijn werk gemaakt.
Marleen De Muer: 'Ik vond dat een speelse manier om groot en klein kennis te laten maken met Rogers werk. Bijna een jaar hebben we er samen aan gewerkt. Net toen het voorgesteld werd, belandde Zulma in het ziekenhuis.'
Roger Raveel: 'Zulma had haar heup gebroken. Toen ze was gevallen, heb ik geprobeerd haar op te tillen, maar dat was boven mijn macht. Zo belandden we allebei in het ziekenhuis. Na een week was ik hersteld, maar Zulma is nooit meer naar huis gekomen.'
(Tegen Marleen) 'Maar ze was telkens heel blij wanneer je haar bezocht, hé.'
Marleen: 'Zulma's overlijden was een zware klap. Ik ben Roger komen condoleren, maar ik wou me niet opdringen en ben niet lang gebleven. Ik ben later eens teruggekomen en toen heb ik hem een boek met gedichten van Toon Hermans gegeven. Ik ben zelf ooit ziek geweest en toen heb ik veel steun gevonden in zijn teksten.'
Was dat het moment waarop u voelde: 'Ik heb die man graag'?
Marleen: 'Ik heb Roger altijd graag gehad. Ik ben hem blijven bezoeken, ook toen Zulma er niet meer was. Roger had het lastig. Ik herinner me dat ik een maand na Zulma's overlijden met de klas naar het museum kwam. Ik heb lang geaarzeld, maar ik dacht dat de kinderen hem misschien wat troost konden bieden. Ze hadden een gedicht gemaakt voor Roger.'
Roger: 'Dat heeft me toen ontzettend ontroerd. We zijn stilaan naar elkaar toe gegroeid. Zo is er liefde tussen ons ontstaan, beetje bij beetje. Dat is toch heel mooi? Kunst en liefde zijn het mooiste wat er bestaat voor de mens.'
Doet u veel samen?
Marleen: 'We gaan samen langs bij familie en vrienden, we bezoeken tentoonstellingen, musea en galerieën.'
Roger: 'Of we gaan in het dorp iets drinken in het café. We spelen geen verstoppertje.'
Trekt u bij Roger in?
Marleen: 'Nee, toch niet. We zijn trouwens niet hele dagen samen op stap. Ik heb mijn werk, we zijn vooral de weekends en de woensdagnamiddagen samen.'
Hoe staat uw omgeving tegenover het feit dat u samen bent?
Roger: (steekt zijn duim op) 'De goede vrienden zijn blij voor ons en dat doet deugd. De vrouw die het huishouden bij me doet, heeft tegen een vriendin gezegd: Roger is een heel ander mens geworden sinds hij verliefd is.'
Ze heeft gelijk: u ziet er jaren jonger uit! (standaard)
|