In veel Vlaamse tuinen is de herfstopruiming intussen voltooid, waarschijnlijk op enkele laatkomers na. Het is een interessant moment om na te gaan of er nog voldoende droge stengels zijn overgebleven, want die zijn voor veel insectensoorten van levensbelang. Je staat er misschien niet altijd bij stil, maar flink wat ongewervelden overleven onze winter in de holle, verdroogde stengels van onder meer engelwortel, gewone berenklauw, fluitenkruid of duizendblad.
Als je die wegmaait om het eindejaar proper in te gaan, heb je ongetwijfeld een smak eieren, larven en volwassen ongewervelden om zeep geholpen. Dat is echt wel jammer, want er zaten waarschijnlijk een heleboel interessante soorten tussen zoals spinnen, (nacht)vlinders, zweefvliegen en ander Fraais. Ettelijke daarvan zouden dan wel verdwenen zijn in de maag van mezen of roodborstjes, maar vele andere zouden volgend voorjaar zorgen voor leven in je tuin en de omgeving.
De droge stengels zorgen dus mee voor de lokale biodiversiteit, want zonder die ongewervelden komen er minder vogels of zoogdieren zoeken naar voedsel. Zo merk je dat alles aan elkaar hangt en dat zelfs kleine ingrepen in de tuin redelijk grote gevolgen kunnen hebben. Als je de stengels deze winter laat staan, heb je meteen een prima gelegenheid om speurende vogels te observeren, of zie je ze in de lente ontwaken door kippende eieren of uitsluipende poppen. Voor de anderen: een nuttige tip voor volgend jaar?
|