
Pol Van Den Driessche (50) is naar eigen zeggen geen bange jongen. En toch. 'Toen ik eindelijk thuis was, heb ik geweend.' De CD&V-senator gaat onderzoeken of hij op politiek vlak iets kan ondernemen. 'Nu begrijp ik hoe vrouwen zich moeten voelen als ze door een man gevolgd worden.'
Woensdagavond nam Van Den Driessche na een late vergadering in Brussel de trein in het Centraal Station. 'Nog voor ik de trein was opgestapt, had ik gemerkt dat er precies iemand rond me bleef draaien. Een man van een jaar of 35, 40 met een baard en lang haar, keurig in een staartje gebonden.
Soit, ik schonk geen aandacht aan hem en plofte neer in een vrijwel lege eersteklassewagon. Ik deed mijn schoenen uit, legde mijn voeten op de bank en plots was hij daar: diezelfde vent. Hij kwam vlak naast me zitten.'
'Ik zag meteen dat die man me zat te begluren. Hij prutste voortdurend aan zijn gsm. Ik denk dat hij zelfs foto's van me maakte. Even later zat hij ook in zijn gsm te fluisteren. Net luid genoeg, zodat ik het kon horen.
Ik zit hier naast hem. Ik houd hem in de gaten. Het gaat goed, hoorde ik. Ik ben geen mietje, maar durfde amper op te kijken. Ik hield hem zoveel mogelijk in de gaten via de weerkaatsing in het raam. Ik was enorm geïntimideerd, al had hij me niet aangesproken of aangeraakt.'
Beklemmend gevoelPol Van Den Driessche probeerde de man van zich af te schudden in het Brusselse Zuidstation. 'Ik stapte uit en sprong vier wagons verder opnieuw op de trein. Ik dacht dat ik hem kwijt was, maar vrijwel meteen ging de deur van de coupé open. Daar was hij verdorie wéér.' En opnieuw kwam de man vlak naast Van Den Driessche zitten. 'Plots zat hij weer te telefoneren.
We zijn bijna in Gent. Alles gaat goed', zei hij. Ik dacht daardoor eventjes dat ik me misschien maar inbeeldde dat die gast me achtervolgde. Maar dat is toch allesbehalve normaal? Echt: dat was een heel beklemmend gevoel.'
'Ik had het lef niet om mijn schaduw te vragen of er een probleem was. Hij zat voortdurend in een heuptasje te roefelen.
Sebiet haalt die hier een mes boven, dacht ik.'
In Gent stapten zowel Van Den Driessche als de onbekende man af. Vlak voor het vertreksignaal sprong de senator op de trein naar Brugge. 'En daar was hij weer. Hij kwam treiterend lachend naast me zitten. Hij bleef maar bellen. Ik dacht: die trommelt hier wat vrienden op om me aan te pakken. Echt, ik was bang. Ik sms'te Wim, een medewerker, of hij me op het perron wilde opwachten. Ik durfde niet met de fiets naar huis.'
In Brugge wandelde de man rakelings langs de senator. 'Hij stapte de trappen af en verdween. Ik zei nog tegen Wim:
Heb ik het me dan toch ingebeeld? Maar plots zagen we hem zitten, verscholen in een hoekje. Precies alsof hij op me zou springen. Toen we aan de auto kwamen, begon hij aan de portieren van geparkeerde auto's te rammelen. Toen hebben we de politie gebeld.'
Van Den Driessche en zijn medewerker hielden de bizarre man in de gaten tot de politie er was. 'Ze konden hem gemakkelijk oppakken. Hij stond gewoon achter een boom.'
Pure stalking'Ik vind zoiets véél erger dan fysieke bedreiging. Het is pure stalking. En waarom? Ik weet het niet. Ik heb die man nog nooit van mijn leven gezien. Het erge is: ik zal hem nooit meer vergeten. Ik slaap nu al dagen slecht. Zonder pilletje lukt het niet.'
Gisteren diende Van Den Driessche een klacht in bij de politie. 'Ik wil zoiets nooit meer meemaken. Ik weet nu al dat ik nooit nog in een lege treinwagon stap.'
De politie van Brugge onderzoekt de zaak. 'Die man heeft alleszins verdachte handelingen gesteld door de senator sterk te intimideren', zegt hoofdcommissaris Erwin De Jonghe. De man uit Bredene mocht na verhoor beschikken, maar moet zich ter beschikking houden voor verder onderzoek. Hij gaf nog geen deftige uitleg voor zijn bizarre gedrag. Hij beweert dat hij nog nooit van Pol Van Den Driessche hoorde. Hij zou geen wapens op zak hebben gehad. (nieuwsblad Bjorn Maeckelbergh)