'Oei, die steak is groter dan mijn hoofd'
In het Doornikse restaurant Le Grand Chemin kan je een Doodstraf bestellen. Dat is een biefstuk van 2,1kilo. Sinds die op de kaart staat, slaagden nog maar twee klanten erin hun bord leeg te eten. Onze redacteur zou de derde worden.
Het begint helemaal fout. Mijn gps stuurt me naar het einde van een godvergeten boerenwegel in Templeuve, in de buitengewesten van Doornik. Nergens geen huis, laat staan een wegwijzer. Dus bel ik het restaurant, waar eerst een bandje antwoordt: 'Le Grand Chemin is volgeboekt. Pas maandag kunnen we weer reservaties opnemen'.
Blijven bellen, tot de baas opneemt en niet verrast is: 'Allez, de zoveelste die verkeerd is gereden door zijn gps. Zie je die brug? steek die over en volg dan de omleidingsbordjes en je passeert ons restaurant.'
Wanneer ik vijf minuten later binnenstap, ligt mijn steak al klaar op de weegschaal: 2 kilo 850 gram. Mijn god! Die homp is groter dan mijn hoofd. Maar wel mooi vlees. 'Van de Belgische witblauwe, met het Merituskeurmerk. Kwaliteit man', zegt kok Jean-Louis. 'De beesten zijn gekweekt in de buurt van Ath. Ik stel voor dat ik hem bleu bak, dan blijft het vlees mals en moet je straks minder knabbelen.'
De homp wordt eerst gewenteld in een plas olie met Provençaalse kruiden. Dan wordt ze dichtgeschroeid op de grill en gaat ze in een braadslee met wat water voor een half uur in een oven van 200 graden. 'Ik zou het niet op krijgen', zegt verantwoordelijke Benjamin Waekens. 'Anderhalve kilo, een beetje man krijgt dat binnen. Maar geen twee kilo. Nog maar twee klanten slaagden er wel in, onder wie een slager uit Kortrijk. En pas op: eerst at hij al foie gras als voorgerecht en nadien nog een dame blanche.'
In het restaurant vinden vaak eetwedstrijden plaats. Gisteravond reserveerde ook een groep van 15 man, om tegen elkaar op te eten. Bestelt jouw buur een steak van anderhalve kilo, dan ga jij toch voor een Caligula van 1,8 kilo. Dat was hier lange tijd de zwaarste steak op het menu. Toen steeds meer klanten een Caligula binnenkregen, hebben ze de Doodstraf op de kaart gezet.
Ik zit ondertussen aan een strategisch tafeltje in de koudste hoek van de eetzaal. Koude doet eten. Het belletje in de keuken heeft gerinkeld. Mijn steak is klaar. Oké, let the beast go. De reuzensteak komt in het gezelschap van een halve emmer frieten, champignons en twee stronkjes witloof. Ik heb alleen oog voor de steak.
Lekker hoor, die eerste hap. Een krokant buitenkantje, dan sappig vlees. Goed knabbelen, rustig slikken. De chef komt langs: 'Als de steak te veel is afgekoeld, warm ik hem wel weer op'.
Een kwartier later en de biefstuk is al zichtbaar verkleind. Het is nu al meer eten dan proeven. Ik snij steeds grotere stukken af maar knabbel minder. Hoe meer ik het hart van de homp nader, hoe roder het vlees. Het smaakt almaar minder. De steak is een blote brok vlees geworden die me daar ligt uit te lachen.
Toch mijn echtgenote even bellen om te zeggen dat ze vanavond geen eten moet maken. Ze is enthousiast: 'Vraag of je de overschot meekrijgt. Ik snij die in stukjes en leg ze in een marinade van citroengras en limoen'.
Terug naar de knaap op mijn bord. Ik ben er al meer dan drie kwartier aan bezig en wil eigenlijk alleen nog maar peuzelen van de korst. Maar hoe ver ben ik eigenlijk? Halfweg? Ik geef het op. Het gaat gewoonweg niet meer. De baas passeert en ziet mijn opgave. C'est déjà compliqué? Hij neemt mijn vlees mee naar de keuken om het te wegen en keert gauw terug: 'Je hebt 1,2 kilo gegeten. Une belle performance'.
De rest krijg ik mee, in zilverpapier gewikkeld met daarop de rekening: 55 euro voor de steak en 1,5 euro voor het glas spuitwater. (nieuwsblad)
|