Van alle Turkse gebakjes is baklava de bekendste. (week van de smaak).
De stad Gaziantep geldt als de bakermat van deze zoete lekkernij met pistache- of walnoten.
Benodigdheden
- 250 gram filodeeg
- 75 gram amandelen
- 75 gram walnoten
- 75 gram pistachenoten
- 3 theelepels gemalen kaneel
- 100 gram boter
- 1,5 deciliter honing
- 2 eetlepels citroensap
- 2 eetlepels sinaasappelsap
- 1/2 deciliter water
- huishoudfolie
- schone theedoek
- glazen ovenschaal van ca. 15 x 25 cm
Bereiding
Voorbereiding: Laat het filodeeg goed afgedekt met een stuk huishoudfolie en een schone theedoek tegen het uitdrogen in 2-3 uur ontdooien. Verwarm de oven voor op 175° C. Hak de amandelen, de walnoten en de pistachenoten grof en schep ze met de kaneel door elkaar. Smelt de boter. Bestrijk een glazen ovenschaal met de gesmolten boter.
Bereiding: Halveer de vellen filodeeg. Leg 1/3 deel van het filodeeg velletje voor velletje in de schaal en bestrijk elk velletje met gesmolten boter. Verdeel er de helft van het notenmengsel over. Leg er weer 1/3 deel filodeeg op. Verdeel daar de rest van het notenmengsel over. Leg dan het laatste 1/3 deel deeg bovenop. Bestrijk elk velletje met boter. Sprenkel er wat water over en snijd de baklava in vierkantjes. Bak de baklava ca. 35 minuten in een voorverwarmde oven tot hij bruin is. Verwarm intussen de honing met het citroensap, het sinaasappelsap en 1/2 deciliter water. Neem de baklava uit de oven en schenk er de helft van de stroop over. Laat dit ca. 20 minuten staan en schenk er vervolgens de rest van de stroop over.
Laat de baklava minstens 4 uur staan zodat de smaak goed kan intrekken.
|