Kruisbeelden horen niet thuis in openbare scholen in Italië. Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beslist. De Italiaanse politici reageren verbolgen en gaan in beroep.
De zaak begon in 2001, toen Soile Lautsi haar twee kinderen naar een openbare school stuurde in Albano Terme, in het noorden van Italië. Zij merkte op dat in alle klaslokalen een kruisbeeld hing en vond dit indruisen tegen het principe van de scheiding van Kerk en staat. Toen zij de zaak aankaartte bij de school, kreeg ze nul op het rekest. Meer zelfs, het ministerie van Onderwijs zond een rondzendbrief naar alle scholen met de boodschap alle kruisen te laten hangen.
Ook bij de Italiaanse rechtbanken kreeg Lautsi geen gehoor. Kruisbeelden zijn een symbool van de Italiaanse geschiedenis en cultuur en bijgevolg van de Italiaanse identiteit, spraken de rechters. Het kruisbeeld symboliseert de principes van gelijkheid, vrijheid en verdraagzaamheid.
Maar daar denkt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens anders over. Zeven rechters, onder voorzitterschap van de Belgische Françoise Tulkens, kwamen gisteren unaniem tot de conclusie dat 'de aanwezigheid van het kruisbeeld door leerlingen makkelijk geïnterpreteerd kan worden als een religieus teken en dat ze bijgevolg het gevoel kunnen krijgen opgevoed te worden in een omgeving met een bepaalde religieuze stempel. Dit kan bemoedigend zijn voor gelovige leerlingen, maar storend voor leerlingen die een ander geloof aanhangen of ongelovig zijn.'
Het hof stelt verder dat de 'vrijheid om niet te geloven, die opgenomen is in de Europese Conventie, niet gegarandeerd wordt door de afwezigheid van religieuze diensten of godsdienstonderwijs, maar uitgebreid moet worden naar symbolen die een geloof uitdrukken'. In het openbaar onderwijs moet 'neutraliteit' ten aanzien van godsdienstzaken worden betracht, aangezien het volgen van onderwijs krachtens de leerplichtwet wordt afgedwongen. Kruisbeelden vormen een schending van de vrijheid van onderwijs en religie.
Lautsi krijgt een schadevergoeding van 5.000 euro, te betalen door de Italiaanse staat.
De uitspraak van het hof veroorzaakte in het katholieke Italië gisteren veel onbegrip. Minister van Onderwijs Mariastella Gelmini liet weten dat 'niemand erin zal slagen onze identiteit weg te vegen'. Pier Ferdinando Casini, leider van de Unie van Christen- en Centrumdemocraten, vond dat de uitspraak van het hof aantoont welke gevolgen 'het niet-opnemen van de christelijke wortels in de Europese grondwet heeft'.
Maar de kritiek kwam niet alleen van rechts. Ook Pierluigi Bersani, de nieuwe leider van links, had weinig begrip voor de uitspraak van het hof. Volgens hem was het gezond verstand het slachtoffer geworden van het recht. 'Ik denk dat niemand zich stoort aan een oude traditie als het kruisbeeld.' Alleen de atheïsten en de moslims reageerden verheugd.
De regering kondigde al aan in beroep te gaan tegen de uitspraak.
In Italië is het katholicisme sinds 1984 niet langer de staatsgodsdienst, maar de invloed van de Kerk is er nog altijd groot. Het Vaticaan wilde gisteren nog niet reageren op het vonnis. Woordvoeder Federico Lombardi zei dat hij eerst de argumentatie wilde bestuderen. (nieuwsblad)
|