Paul Baeten Gronda werkt hard aan een blitzcarrière. Zijn debuutroman Nemen wij dan samen afscheid van de liefde werd vorig jaar op applaus onthaald en zopas voltooide hij met Kentucky, mijn land ook een tweede roman. Zijn neurotische kantjes legt hij elke week bloot in De Laatste Show, voor De Morgen schrijft hij wekelijks een column. En dan heeft hij nog tijd om te gaan signeren op de aanstormende Boekenbeurs!
In 2008 maakte je je literaire debuut met Nemen wij dan samen afscheid van de liefde. Zit de schrijfmicrobe je al van kindsaf aan in het bloed? Harry Mulisch zei: Schrijver word je niet, schrijver bén je. Dat is waar: schrijver zijn gaat in de eerste plaats over een manier van denken, hoe je de wereld rondom analyseert en in vraag stelt. Het talent om een goede zin te kunnen bouwen komt pas op de tweede plaats. Zo bekeken ben ik inderdaad al heel mijn leven een schrijver: een buitenbeentje, een herkauwer. Pas rond mijn twintigste besefte ik dat ik iets kon met woorden en dat ik daar graag een leven rond wilde bouwen.
Heb je een concrete eerste culturele herinnering? Voorgelezen worden uit de boeken van Roald Dahl, maar ook uit die van vele anderen. En een salontafelboek over Van Gogh dat mijn grootouders op hun wat had je gedacht salontafel hadden liggen. Ik herinner me ook de avond waarop mijn ouders een nieuwe stereo-installatie hadden gekocht, ergens in 1987 of zo, en voor het eerst Graceland van Paul Simon oplegden. Die drumslagen in The Boy in the Bubble, het openingsnummer ik was verkocht.
Werd je als kind op cultureel vlak gestimuleerd? Speelde je toneel, ging je naar tentoonstellingen, naar de bibliotheek, las je veel? Ik heb even toneel gespeeld als kind, aansteller die ik toen al was. Ik ben ook lang naar de academie en de muziekschool geweest. Lang saxofoon gespeeld, maar ik had geen talent. Ik las ook heel erg veel. Of toch tot op een zekere leeftijd, de leeftijd waarop meisjes, gitaren en brommers plots interessanter werden. Gelukkig maar. Gitaren, brommers en meisjes zijn veel belangrijker voor een schrijver dan een of andere tentoonstelling ooit kan zijn.
Als je een artistiek talent zou mogen kiezen, waarin zou je dan heel goed willen zijn? Ik zou graag een heel getalenteerde gitarist zijn. Ik heb enkele gitaren liggen en soms denk ik: als ik er nu ook nog op kon spelen, zou ik een perfecte afleiding kunnen hebben tussen twee schrijfmomenten door.
Welke kunstdiscipline bekoort jou het meest? En welke het minst? Het meeste: dat wordt een heel vies gevecht tussen literatuur, muziek en film. Tot enkele jaren geleden zou ik niet getwijfeld hebben en voor muziek gekozen hebben. Maar nu kan ik meer genieten van een boek. Waarschijnlijk omdat ik een oude man word., Ik hou niet zo erg van theater. Vaak is de intellectuele waarde van een stuk overroepen, zijn de metaforen te eenvoudig en houden de acteurs te veel van zichzelf. Ik houd ook niet van het woord theatraal. Of zou dat toeval zijn?
Welke drie kunstenaars (muzikanten, schrijvers, acteurs, schilders
) vraag je mee voor een gezellig avondje tafelen? Gezellig zal het niet worden, maar toch Dylan, Coetzee en Kubrick, die wel dood is, maar ik veronderstel dat de vraag hypothetisch van aard is.
Zou je het gesprek in een bepaalde richting sturen? Nee. Ik zou luisteren, van mn glas nippen en ideeën meenemen voor mijn volgende boek. Ik zou ook vragen wat ze van mijn schoenen vinden.
Welk cultureel-historisch moment had je live willen meemaken? In welke periode had je willen leven? De jaren dertig in New York. De opening van het Empire State Building, de radio, een eerste druk van Brave New World kopen, naar werk van Edward Hopper kijken; films van Hitchcock en Chaplin ontdekken en net als je denkt dat je alles hebt en dat alles kan, stort een zotte Oostenrijker de wereld in een waanzinnige oorlog.
Stel dat in de hemel drie kamers gevuld zijn met kunst. In welke kamers zou je tot in de eeuwigheid kunnen verblijven? De kamer waarin Jimi Hendrix zijn gitaren stemt, die waarin Gauguin eindeloze tuinen met halfnaakte vrouwen heeft aangelegd en die waarin enkele veertiende-eeuwse Japanse architecten drijvende pagodes hebben gebouwd.
Welke Vlaamse kunstenaar verdient volgens jou een standbeeld? Geen enkele. Standbeelden zijn niet meer van deze tijd.
Welke artiest/kunstenaar zou je voor één dag uit de dood terughalen? En wat zou je hem of haar vragen? Willem Elsschot, ik zou hem rondrijden door België en vragen wat hij zou doen: zich vastbijten in de klei, of net heel hard weglopen. Vervolgens zou ik hem uitnodigen om bij mij en mijn vrouw te komen eten. Je weet nooit hoe het eten is, daar, in het hiernamaals.
De Boekenbeurs staat voor de deur. Wat wil je zeker niet missen op deze editie? Ik kijk ernaar uit om enkele schrijvende vrienden nog eens te zien, maar verder heb ik geen tips. Mocht ik geen signerende schrijver zijn, zou ik nooit naar de beurs gaan, trouwens. Maar dat ligt aan mij. Ik hou niet van de drukte, de warmte en de stress. Ik ga enkel naar de Boekenbeurs om geïnteresseerde lezers te ontmoeten en hun boeken te signeren, als zij dat willen. (uit in Vlaanderen)
|