Herta Müller krijgt de Nobelprijs Literatuur voor een oeuvre dat de dictatuur toont in al zijn details.
Voor een leven dat uit te houden is (Marc Reynebeau)
Op de foto: Herta Müller omringd door persfotografen in Berlijn, net na de bekendmaking van de Nobelprijs.afp (© Michael Gottschalk)
Toen het IJzeren Gordijn nog overeind stond, kon het Roemenië van Nicolae Ceaucescu in het Westen vaak nog op enig begrip rekenen. Het land liep immers niet zonder meer aan het handje van Moskou. Nochtans was het 'aparte' communisme van Ceaucescu, het genie van de Karpaten, een even gruwelijke als groteske dictatuur. Je moest er geweest zijn om een idee te kunnen krijgen van dat onmenselijke schrikbewind - of erover lezen, in het werk van Herta Müller, die het leven in dat Roemenië als geen ander heeft geportretteerd.
Op twee manieren was de nu 56-jarige Herta Müller een buitenstaander. Niet alleen maakte zij deel uit van de immer belaagde oppositie tegen de dictatuur - veel was er niet nodig om dissident te zijn en nog minder om de kwalijke aandacht te krijgen van de Securitate, Ceaucescu's beruchte en alom aanwezige geheime dienst.
Bovendien stamde Müller uit de minderheid van etnische Duitsers, nakomelingen van de Zwabische boeren die zich in de achttiende eeuw hadden gevestigd in de Banat, een multi-etnische regio in het westen van het huidige Roemenië, met Timisoara als hoofdstad. Het wat ouderwets en boers klinkende Duits waarin Müller opgroeide - ze leerde pas op haar vijftiende Roemeens - geeft een bijzondere, poëtische kleur aan haar werk.
Op het einde van de Tweede Wereldoorlog kregen de Duitstalige Roemenen het etiket van binnenlandse vijanden mee. Müllers vader was tijdens de oorlog bij de SS (hij bleef de idealen ervan altijd trouw) en haar moeder werd na de oorlog, net als alle andere Duitstalige Roemenen van 17 tot 45 jaar, gedeporteerd naar een werkkamp in de Sovjet-Unie, wat het onderwerp vormt van Müllers pas verschenen roman Atemschaukel, 'een adembenemend meesterwerk' volgens het Duitse weekblad Die Zeit.
Idyllisch was het bestaan voor de etnische Duitsers in Roemenië allerminst. Bovendien heerste in hun dorpjes, zoals het Nitzkydorf waarin Herta Müller werd geboren, een benepen conservatisme. Müller beschreef de beklemming ervan in haar eerste boeken. Van haar debuut, de verhalenbundel Niederungen(1982), kon in Boekarest slechts een zwaar gecensureerde versie verschijnen.
Details
In haar werk - vooral proza, maar ook essays en poëzie - toont Herta Müller hoe diep de dictatuur ingrijpt in het dagelijkse leven van iedereen.
In Ceaucescu's Roemenië was dat zeer letterlijk te begrijpen. Dat Müller maar zelden letterlijk naar de Roemeense situatie verwijst, al is haar werk ook uitgesproken biografisch te duiden, illustreert hoezeer ze erin slaagde om haar boeken een brede betekenis mee te geven. Daardoor zijn ze veel meer dan alleen een getuigenis over of een aanklacht van een bijzondere situatie of een bijzondere tijd.
Ze is daarin geslaagd doordat ze niet schrijft over het algemene, maar over de details: de anekdoten, de kleine gebaren, de terloopse opmerkingen, de precieze observaties die aantonen hoe weinig respect of intimiteit er nog overblijft zodra de brute staatsmacht de alleenheerschappij heeft opgeëist. Die details maken angstwekkend concreet hoezeer de politieke terreur de menselijke waardigheid aantast. Want de dictatuur ontneemt elk individu niet alleen alle vrijheid en zeggingsmacht, maar ontzegt iedereen daarmee ook alle verantwoordelijkheid over het eigen bestaan.
Müller heeft te veel verraad meegemaakt - bijvoorbeeld vrienden die haar in opdracht van de Securitate bleken te bespioneren - om te kunnen geloven dat een dictatuur alleen maar slachtoffers maakt. De afstomping van waarden en gevoelens leidt er niet alleen toe dat mensen worden gedoemd tot een leeg en apathisch bestaan, waarin geen ruimte meer bestaat voor dromen of hoop. Maar ze corrumpeert hen ook, zodat ze uiteindelijk mee de dictatuur overeind houden, onder meer door de geheime dienst een hand toe te steken als informant.
Zo kan een grenswachter in Müllers roman Heute wär ich mir lieber nicht begegnet (1997, vertaald als Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen), zich bij het doodschieten van een vluchtelinge de bedenking maken: 'Haar dode vlees was een geschenk uit de hemel, het vooruitzicht op tien dagen vakantie.'
Ballingschap
Wie deze onverbiddelijke logica uit naam van de menselijke waardigheid niet kan aanvaarden, is veroordeeld tot een bestaan dat louter uit angst en wantrouwen bestaat. Als Herta Müller dan inderdaad 'adembenemend' proza schrijft, ligt dat aan de manier waarop ze die paranoia literair vorm geeft, in een taal die bijna moet fluisteren en zich van codes bedienen, en waarin de realiteit altijd kan overvloeien in de angstvisioenen die door die realiteit worden voortgebracht en daar nauwelijks nog van te onderscheiden zijn.
Herta Müller studeerde Duits en Roemeense literatuur en ging daarna in Timisoara als vertaalster aan de slag, maar verloor haar baan toen ze weigerde informant te worden voor de Securitate.
Ze legde zich dan maar toe op de literatuur, maar eerst werd haar werk gecensureerd, daarna kreeg ze een schrijfverbod opgelegd en werd ze voortdurend door de Securitate belaagd. Zo opent Heute wär ich mir lieber nicht begegnet: 'Ik ben ontboden. Ik word steeds vaker ontboden' Bij de geheime dienst wil dat zeggen, alleen voor een zoveelste sessie gevuld met zinloze vernederingen.
In 1987 verliet Herta Müller, samen met haar man en collega Richard Wagner, moegetergd Roemenië om zich in Duitsland te vestigen. Ze noemde dat leven 'op één been'. Want werd Roemenië voor haar voortaan wel dat verder onbenoemde 'andere land', ze hield er wel een intens gevoel van ballingschap en ontheemding aan over, omdat ze gedoemd was om alle herinneringen te blijven meedragen.
In de literatuur bezweert Herta Müller dat verleden. Het verwerken daarvan, zo schrijft ze in de essaybundel Hunger und Seide (1995), behoort tot 'de ontelbare naakte pogingen om een leven te vinden dat uit te houden is.' De standaard.
|