Zoals Hendrik Conscience zijn volk leerde lezen, zo leerde Peter De Smet diens zangers zingen. Nadat hij 14 jaar lang zangcoach is geweest voor zowat iedereen die ooit op Vlaamse bodem een hit scoorde, staat hij nu zelf terug op de planken met Sunset Boulevard. Hierover zegt hij: "Sunset Boulevard is muziektheater zoals het zou moeten zijn, geen musicalcliché waarin ze je met pluimen in je gat het podium op sturen, maar evenwaardig aan veel theater en opera."
Je bent van opleiding een klassieke zanger. Heb je die interesse van thuis uit meegekregen?
Mijn vader was een heel goede saxofonist. Hij had alle kwaliteiten in zich om professioneel te worden, maar met een vrouw en twee kinderen om te onderhouden, had hij toch de moed niet om een stabiel bestaan op te geven. Hij speelde soms in het orkest van het NIR, de voormalige VRT, en dan moet je toch op een zeker niveau staan. Op een dag stuurde mijn vader mij naar de muziekschool. Dat hoorde volgens hem bij de opvoeding. Aangezien wij thuis nog een klarinet hadden liggen, werd ik dan maar klarinettist.
Maar uiteindelijk is niet de klarinet, maar wel je stem je instrument geworden. Ja, want op een bepaald ogenblik moest ik in stottertherapie. Tijdens deze sessies moest ik ook zingen. Plots bleek die stem van mij helemaal niet zo onaardig te zijn. Het zingen heeft mij nooit meer losgelaten. Tot grote ergernis van mijn vader wilde ik vervolgens naar het Conservatorium, want "met een diploma Latijn-Wiskunde moest je toch naar de universiteit!" Gelukkig ben ik er in mijn laatste jaar humaniora in geslaagd mijn resultaten zo verticaal te laten kelderen dat zelf het PMS mijn vader ervan kon overtuigen dat het Conservatorium voor een jongen zoals ik nog niet zo'n slechte keuze was. De jaren nadat ik afgestudeerd ben heb ik vele rollen mogen zingen... Les Miserables, Cyrano, Phantom of the Opera, en dan nu Sunset Boulevard.
Maar de afgelopen jaren ben je vooral stemcoach geweest. Hoe is dat gegaan?
Het jaar dat ik afgestudeerd was, vroeg Dora Van der Groen mij of ik de acteurs van haar toneelafdeling vocaal wilde begeleiden . Een hele generatie is via mijn klas gepasseerd, waaronder regisseur Dirk Tanghe. Toen hij zijn eerste stuk regisseerde bij Theater Malperthuis, dat was De Getemde Feeks van Shakespeare, kampte zijn leading lady, Gert Portael, met ernstige stemproblemen. Dirk vroeg mij om Gert te begeleiden. Ik heb de première toen drie maanden moeten uitstellen, maar Gert heeft daarna 120 avonden achter elkaar gezongen zonder enig probleem.
Maar één zwaluw maakt de lente nog niet...
Waar, maar Gert woonde toen in Boechout en was bekend met de Boechout Beatles, zijnde Jan Leyers en Paul Michiels. Jan, die toch een wetenschappelijke achtergrond had, wilde zijn stem door mij laten onderzoeken. Al snel ging ik over over de tongen in Boechout en kwam ook Bart Peeters bij mij op zangles. En na Bart Peeters kwam Paul Michiels. En die zei: "Peter, ik ga een jong manneke sturen. Ooit zal hij het maken, maar nu heeft hij dringend zangles nodig." Op een dag kwam dat totaal onbekend manneke bij mij binnen. Het was een zekere Koen Wauters. En ineens had ik alle toppers van Vlaanderen op zangles.
Was je ooit iets anders kunnen worden? Ik ben heel slecht in alles waar een pen en penseel aan te pas komen. Ik heb een immense bewondering voor mensen die kunnen tekenen en schilderen. Ik sta met een open mond te kijken naar een man als Picasso die met drie lijnen een hele wereld laat opengaan.
Welke kunstvorm ligt jou helemaal niet?
Ik moet een van de grootste jazzfans ooit zijn, behalve als ze gaan improviseren. Free jazz is niet aan mij besteed. Helemaal anders ligt dat bij een Ella Fitzgerald. In mijn ogen is zij een godin.
Met welke drie mensen wil je eens languit tafelen? Ik zou ongelooflijk graag eens met Socrates aan tafel zitten, de man die de filosofie heeft uitgevonden. Ik heb Latijn-Wiskunde gestudeerd, maar heb het mij altijd beklaagd dat ik geen Grieks kan. Ook Michelangelo wil ik ontmoeten. Van schilderkunst tot architectuur en muziek... hij is echt de grootste homo universalis ooit. Ten slotte zou ik niet kunnen kiezen tussen de componisten Bach en Mozart.
In welke periode uit de kunstgeschiedenis had je willen leven?
Ik ben tevreden met de periode waarin ik nu leef. Als je ergens middenin zit, dan mis je dingen. Ik word wel heel sterk aangetrokken door het einde van de negentiende eeuw en de opkomst van de grote Romantiek met mensen als Brahms, Wagner, Bruckner en de jonge Richard Strauss. Maar toch wil ik nu leven en kunnen terugblikken op wat geweest is.
Wat neem je mee naar de eeuwigheid? De film Film d'amore e d'anarchia van Lina Wertmüller met Giancarlo Giannini in de hoofdrol. De film speelt zich af in een Romeins bordeel en gaat over een anarchist die een aanslag pleegt op Mussolini. Als boek neem ik Les liasons dangereux van Pierre Choderlos de Laclos mee. Muzikaal mag de Mattheuspassion mijn eeuwige metgezel zijn. (uit in Vlaanderen)
|