Expert licht parcours grote steeple-chase van Vlaanderen toe. Waregem Koerse omvat acht hindernis- of drafrennen, met als hoogtepunt de Grote Steeple-Chase van Vlaanderen. Tijdens die wedstrijd moeten in ruim drie ronden over een afstand van 4.600 meter negen verschillende hindernissen enkele keren bedwongen worden. Jan Van den Broecke, adjunct-secretaris van de Koninklijke Waregemse Koersevereniging, legt uit waarop jockeys en paarden bij elke hindernis moeten letten.
De Haag De eerste hindernis, 1,3 meter breed en 1,3 meter hoog. Een klassieker. Niet te zwaar om nemen, maar tegelijk niet te onderschatten omdat de Haag in een bocht ligt en iedereen daar al tegen een hoge snelheid positie probeert in te nemen. Het is er een zenuwachtig gedoe om snel vooraan te kunnen zitten. Een must, want het parcours in de hippodroom is heel technisch door het aantal hindernissen en de snelle opeenvolging ervan.
De muur Een berm aarde met daarop een haag. Ruim drie meter breed en anderhalve meter hoog, maar in principe vormt de Muur geen moeilijke hindernis. Jockeys moeten er hier wel rekening mee houden dat ze net uit een bocht komen, want dat kan wel eens problemen veroorzaken. Een hindernis die er enkel wat vreemd uitziet door de aanwezigheid van de berm.
De dubbelsprong
vroeger moesten de paarden hier over twee hagen van ruim een meter hoog springen met daartussen afstand van amper 21 meter. De hindernis is de voorbije jaren gereduceerd tot één haag, deels onder druk van dierenrechtenorganistie Gaia. We zijn het echter nog altijd niet eens met Gaia want de dubbelsprong bracht vroeger net de snelheid naar beneden tijdens de koers, wat de veiligheid van de paarden ten goede komt. De dubbelsprong - de naam wordt enkel nog behouden omwille van de symboliek - is een eenvoudige hindernis geworden omdat de haag op een recht stuk piste ligt, al krijgt de koers hier stilaan wel zijn beslag. De oxer
Een heel imposante haag van ruim 3 meter breed en 1,4 meter hoog, maar die makkelijker springt dan ze lijkt omdat de haag schuin oplopend geschoren is. Het moeilijke in deze hindernis zit hem vooral in de landing, die zich een halve meter lager bevindt dan de afzet. De jockeys moeten tijdens de sprong zo ver mogelijk achteraan zitten om hun paard te ondersteunen en te ontlasten. Een noodzaak om te vermijden dat het dier tijdens de landing door zijn voorbenen zakt. Veel jockeys komen deze hindernis vooraf te voet verkennen om niet voor onaangename verras-singen komen te staan. Even vooraf oefenen met een paard is hier ten strengste verboden.
|