Gène Bervoets zit niet stil. De Antwerpse acteur streed met de weergoden in Windkracht 10, roerde in kookpotten voor Gentse Waterzooi en speelde een meedogenloze moordbaas in De zaak Alzheimer. Binnenkort schittert hij in Alex van Warmerdams De laatste dagen van Emma Blank, een prent die onlangs op het filmfestival van Venetië een prijs wegkaapte in de categorie Europa Cinema Label. Blijft er met al dat gereis nog wel tijd over voor cultuur in eigen land?
Kreeg je cultuur met de paplepel ingegoten of is je culturele interesse gaandeweg gegroeid?
Mijn ouders waren hoewel ik uit een volks gezin kom - wel kunstminnend. Wij woonden in een sociale woonwijk op het Kiel in Antwerpen. Cultuur met de grote C was niet aanwezig, wel gingen wij af en toe naar het jeugdtheater. Mijn moeder was eigenlijk actrice, maar toen zij trouwde heeft zij gekozen voor haar gezin. Mijn vader werkte bij het OCMW en was vooral bezig met sport, hoewel hij soms ook voorlas. Het schatteneiland van Robert L. Stevenson was een van mijn favorieten. Dat boek heeft mijn fascinatie voor de Caraïben en Amerika aangewakkerd. Wij hadden daarnaast ook vrienden die bezig waren met klassieke muziek. Ik herinner mij dat we op zondagavond altijd naar de radio luisterden en we hadden een hele oude pick-up waarop we wel eens klassiek speelden. Dat had wel iets, vond ik. Hoewel ik in een vrij volkse omgeving ben opgegroeid, hebben mijn ouders steeds hun best gedaan om ons cultuur bij te brengen.
Herinner je je een bepaalde cultuurervaring van toen? Ik ben pas fervent beginnen lezen toen ik naar de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen ging. Ik had toen twee leraars die mij daartoe hebben aangezet. Zij gaven me af en toe boeken mee en lieten me naar muziek luisteren. Zij hebben mij echt leren lezen. Het boek De cultuur van het narcisme van Christopher Lasch heeft bijvoorbeeld mijn ogen doen opengaan.
Als je je acteertalent zou mogen ruilen met een ander artistiek talent, waar zou je dan heel goed in willen zijn? Het dichten. Ik vind poëzie fantastisch. Het is een taal is die we wat kwijt zijn, een taal die zoveel meer zegt dan onze normale communicatietaal. Ik zou in al mijn naïviteit willen kunnen spreken in gedichten. Wanneer je een bepaald gedicht niet echt begrijpt, blijf je daarop doorwroeten en plots is het licht daar. Plots begrijp je wat die dichter heeft gezegd die ervaring kan me echt koude rillingen geven. Met veel andere artistieke talenten en daarmee wil ik niet pochen ben ik in zekere mate begiftigd. Ik kan een beetje zingen, tekenen, ik heb een schildersopleiding gehad. Ik heb voor een deel in de muziekwereld gezeten. Dat gaat allemaal wel, maar schrijven
Daarvoor heb ik ontzag.
Welke kunstdiscipline kan jou het meest bekoren? Welke het minst? Vooral tentoonstellingen kunnen me bekoren, omdat de beeldende kunsten mijn eerste liefde blijven en ik een aantal favoriete schilders heb. Soms trek ik naar Parijs, Londen, Groningen of Praag om bepaalde tentoonstellingen te zien de aanleiding voor een citytrip is meestal een tentoonstelling. Ik probeer mij in die materie ook te bekwamen, er over te leren. Ik heb onlangs iets fantastisch gekocht van Thierry De Cordier, waar ik heel blij mee ben. Daartegenover staat dat ik totaal niet van musical hou. Ik vind dat echt een afgrijselijk genre. Een paar jaar geleden hebben ze me gevraagd om de mannelijke hoofdrol te spelen in Mamma Mia!. Maar ik heb dat niet gedaan. Als ik niet kan geloven wat op scène gebeurt, hoeft het voor mij niet dat geldt trouwens ook voor sommige theaterstukken. Net zoals ik het werk van bepaalde kunstenaars niet kan waarderen omdat ik niet geloof dat het met passie is gemaakt.
Stel: je mag een avond gaan tafelen met drie kunstenaars. Wie zou je uitnodigen? Waarover zou het gesprek gaan? Ik nodig vaak mensen uit bij mij thuis. Ik probeer dan figuren bij elkaar te zetten uit heel verschillende disciplines. Onlangs heb ik zo Karim Osmani, die bezig is met interieur en design, samen aan tafel gezet met Stefan Hertmans. Dat is een fantastische avond geworden. Maar moest de selectie zich niet beperken tot de levenden, dan zou ik zeker Leonardo Da Vinci vragen. Ik ben daarnaast ook een ongelooflijke fan van de beeldhouwwerken van Bernini en de schilder Bronzino. Ook Vermeer, Rubens, van Dyck en Mozart mogen komen, en Bach moét komen. En Madonna en zelfs Michael Jackson. En schrijvers! Shakespeare mag niet ontbreken maar ook enkele Zuid-Amerikaanse schrijvers wil ik wel eens aan tafel hebben, Pablo Neruda bijvoorbeeld.
Een volle agenda wordt dat! Welke periode uit de kunstgeschiedenis vind je zo boeiend dat je wel in die tijd had willen leven? De renaissance, het begin van het abstracte schilderen, de eeuwwisseling in Wenen. Alle scharniermomenten in de geschiedenis vind ik belangrijk. Wat er toen allemaal gebeurde! Kunstenaars en wetenschappers kwamen samen om de tijd te bespreken. Ik vind dat dat nu veel te weinig gebeurt. Een Kokoschka, Klimt, Wagner zaten samen aan tafel met Einstein. En in de renaissance was dat precies hetzelfde. Zoveel veranderingen: dat is interessant. Ik denk bijvoorbeeld dat er door de huidige crisis hoewel het spijtig is dat die plaatsvindt ook nu een aantal dingen gaan ontstaan. Ik ben een positief ingesteld persoon: ik denk dat de mens door de fouten die hij maakt tot creatieve dingen komt.
We blijven even in deze kosmische toestand en gaan naar de hemel. Stel dat daar ook cultuur aanwezig is. Wat zou je daar tot in de eeuwigheid wel willen bezichtigen of beluisteren? Heb je nog een uur of drie? Bernini zal daar zeker zijn. Ik hoop ook dat er ook een aantal duivelse kunsten zijn: Francis Bacon of Picasso, maar ook hier bij ons: Sam Dillemans, Thierry De Cordier, dat werk is allemaal heel donker.
Een beetje een stoute hemel dus. Niet teveel gouden lepel en rijstpap-toestanden. Een beetje zoals hier, dus? Ja, eigenlijk wonen we in de hemel, hé?
Welke Vlaamse kunstenaar, ten slotte, verdient een standbeeld? Ik denk dat iedereen het met mij eens zal zijn als ik Hugo Claus noem. Maar ik vind de passie waarmee kunstenaars als Thierry De Cordier of Sam Dillemans maken even wonderlijk, al denk ik niet dat zij op een standbeeld zitten te wachten. (Uit in Vlaanderen)
|