Het is niet waarschijnlijk dat dit seizoen de noordpool nog ijsvrij wordt. Het minimale ijsoppervlak komt dit jaar vermoedelijk zelfs hoger uit dan dat in recordjaar 2007.
Dat zeggen deskundigen van het NSIDC ijscentrum in Boulder, Colorado, in een nieuwe analyses van metingen van het ijsoppervlak op de noordpool.
Eerder dit jaar noemden deskundigen van hetzelfde centrum de kans op een volledig ijsvrije noordpool dit seizoen fifty-fifty. Daar lijkt het niet op uit te draaien, omdat het relatief koel is geweest deze zomer rond de pool, met name in Alaska.
Volgens de experts is het jaar 2008 wel opnieuw een jaar waarin het zeeijs verder dan gemiddeld krimpt in de zomermaanden. Ook op de eigenlijke noordpool smelt het ijs.
Bij de conclusie houden ze nog wel een slag om de arm. Het smeltseizoen loopt tot in september door, en het resterende ijs is dunner en dus kwetsbaarder voor kleine temperatuurschommelingen. Inmiddels begint na midzomer de zoninstraling in het gebied weer af te nemen.
Het ijsoppervlak wordt waargenomen met satellieten. IJs is gedefinieerd als minstens 15 procent zeeijs op een geobserveerd oppervlak. Op 1 augustus was het ijsoppervlak 7,71 miljoen vierkante kilometer groot. Dat is onder het gemiddelde in de periode 1979-2000 van 8,88 miljoen vierkante kilometer. In 2007 was het op dezelfde datum nog ongeveer tien procent kleiner.
Uit modelberekeningen komt een schatting dat in 2040 in de zomers het ijs in het noordpoolgebied helemaal zal wegsmelten door opwarming van de aarde. Juist in het poolgebied wordt het sneller warmer dan de gemiddelde opwarming van de aarde, doordat minder ijs en sneeuw het zonlicht ook minder weerkaatsen. M.C
|