Weerspreuk 5 : 'Elke zomer heeft een goede en een slechte maand'

"Het klopt dat vrijwel elke zomer een goede en een slechte periode heeft, maar het zou fout zijn om dat uit te drukken in maanden. Wij rekenen in maanden, maar de natuur doet dat uiteraard niet. Het is gewoon waarschijnlijk dat goede en slechte periodes elkaar opvolgen.
 
Meestal krijg je dan zo'n twee à drie weken na elkaar ongeveer hetzelfde weer en daarna slaat het om. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld de zomers van 1976 en 2003. Die waren uitzonderlijk droog."

Conclusie
Weerspreuken zijn meestal geen goed spek voor een intelligent gevulde klimatologische bek. En dus richten we ons maar beter op weten-schappelijk onderzoek om het weer van de komende zomers te voorspellen.

"Het broeikaseffect speelt natuurlijk een belangrijke rol, zij het op langere termijn. Als we nu een wat mindere zomer zouden hebben, betekent dat nog niet dat het effect onbestaande is", adus Deboosere. "De jongste jaren is de temperatuur alsmaar gestegen en die lijn zal zich zekervoortzetten.
Met hoeveel de temperatuur tegen het einde van deze eeuw precies zal stijgen, weet ik niet. De ramingen zijn heel verschillend en gaan van een stijging met 0,4 tot meer dan 2 graden. De winters worden in elk geval natter en in de zomers krijgen we langere hete periodes, maar er zal ook meer regen vallen op kortere tijd waardoor er meer wateroverlast ontstaat. Koude periodes zullen wel steeds minder voorkomen, maar dat wil niet zeggen dat de zon vaker zal schijnen.

"België wordt door het broeikaseffect wel warmer, maar zeker niet zonniger."
Alles over waar en niet waar met Frank Deboosere