Embrun het Nice van de Alpen. Na een korte uitstap naar Italië, maakt de karavaan zich op voor dé koninginnenrit: de tocht over Alpe d'Huez. De rit start in Embrun. Het stadje ligt aan de rand van het stuwmeer van Serre-Ponçon, dat zich prima leent voor watersporten. Er is ook een dijk waar je kunt flaneren. Embrun wordt het Nice van de Alpen genoemd vanwege het microklimaat en het prachtige centrum. De renners rijden ook over de col du Lautaret als aanloop naar de Galibier.
Op die Lautaret moet je de indrukwekkende tuin bezoeken' met ruim 2.000 plantensoorten uit bergstreken van over de hele wereld. Logeren: Hotel-Restaurant Le Cassini wordt uitgebaat door de Antwerpenaars Rob Verschraegen en Dirk Vanackere in Le Freney d'Oisans, een dorpje in de buurt van L'Alpe d'Huez. Vanaf 62 euro per persoon per nacht in halfpension
Het zwaartepunt van deze editie ligt zoals zo vaak in de laatste week: de lastige driedaagse door de Alpen zal voor een knallend vuurwerk zorgen.
 |
Vandaag de laatste dag in het echte hooggebergte, waar de klassementsrenners er nog een keer flink voor moeten gaan om tijdverschillen te maken. Voordat de renners de Alpen gaan verlaten krijgen ze de Col du Galibier, Col du Croix de Fer en de finaleklim op de altijd spectaculaire en gevreesde Alpe dHuez.
De beklimming begint vanuit het dorp Le Bourg d'Oisans en telt 21 (in aftellende orde genummerde) haarspeldbochten. De zwaarste stukken liggen tussen de haarspeldbochten. De steilste bevinden zich voor La Garde, bij het binnenrijden van Huez en tussen de bochten 3 en 2, op 3 km van de top.
De col werd voor het eerst beklommen in 1952 in de 10e etappe Lausanne - Alpe d'Huez gewonnen door Fausto Coppi. Het was de eerste tourrit ooit waarbij de aankomst boven op een col lag. De aankomst lag toen nog in het dorpje Huez, ongeveer halfweg de klim die nu tot de top wordt beklommen. De snelste beklimming staat nog op naam van het fenomeen Marco Pantani die er in 1997 37 minuten en 15 seconden voor nodig had om boven te komen.
|