De Zeeuwse kreeft wat weet men over de kreeft die rechtstreeks uit de Oosterschelde komt?
Nadat Zuid-Beveland in 1867 met een dam aan Brabant vastgemaakt werd, kon er geen zoet rivierwater meer vanuit de Schelde de Oosterschelde in stromen.
Dat kwam vooral in de winter vaak voor en dit zorgde ervoor dat het Oosterscheldewater zo nu en dan niet zout genoeg was voor de kreeften. Nu het water zout genoeg bleef konden kreeften in de Oosterschelde blijven. Nakomelingen van kreeften, ontstaan uit larven uit de Noordzee zorgden ervoor dat de Oosterschelde met kreeften bevolkt raakte. Omgetwijfeld hebben ontsnapte kreeften uit Yerseke hieraan ook bijgedragen.
Tegenwoordig komt de kreeft voor in de mond van de Westerschelde, in de Oosterschelde, in het Veerse Meer en in de Grevelingen en een aantal kreeftenvissers verdient hier een goede boterham. Kreeftenvisserij is een ambachtelijk werk. Fuiken of korven met aas worden door een visser met een klein bootje uitgelegd en de andere dag weer opgevist. Met wat geluk zitten er dan één of meer kreeften in.
Het visseizoen is maar kort, van 1 april tot half juli. Dit is zo geregeld om overbevissing te voorkomen. Kleine kreeften (kopschild korter dan 8,5 cm.) worden voorzichtig weer overboord gezet en ook vrouwtjeskreeften, met eitjes onder het achterlijf worden teruggezet. Daar moeten tenslotte later de nieuwe kreeften uit ontstaan.
Kreeften paren in het najaar en de vrouwtjes lopen wel negen maanden met de eitjes onder het achterlijf rond. In het voorjaar komen de eitjes uit en de larfjes zwemmen een dag of tien rond, voordat ze als kleine kreeftjes op de bodem veder gaan. Het duurt wel 6 tot 7 jaar voordat de kleine kreeftjes zover uitgegroeid zijn dat ze gevangen mogen worden.
Kreeften zijn alleseters; ze eten zeewier, schelpdieren, vis, wormen, zeesterren en als ze de kans krijgen ook elkaar. De smaak van onze Zeeuwse kreeften is door het heldere en schone water waarin zij (en ook hun voedsel) leven uitstekend en er is veel vraag naar. De beschermende maatregelen en de verantwoorde viswijze van de vissers zorgen ervoor dat er niet gauw overbevissing optreedt.
|