Op 2 oktober 1996 wordt bij de wielrenner Lance Armstrong een uitgezaaide kankertumor ontdekt.
Lance Armstrong - Door de pijngrens Lance Amstrong werd geboren in de Verenigde Staten in Texas. Zijn moeder was pas 17 jaar. Al jong was Lance gek op wilde spelletjes en op snelheid. Als jongen trainde hij voor de triatlon, een wedstrijd met drie onderdelen: wielrennen, zwemmen en hardlopen. Iedere ochtend zwom hij van half zeven tot negen uur. En ook na school trainde hij. Zo zwom hij 10 kilometer per dag en hij fietste 30 kilometer per dag.
Z'n moeder zei tegen hem: 'Beschouw iedere moeilijkheid als een uitdaging, geef nooit op.' Lance kende zijn vader niet want deze ging al bij hem en zijn moeder weg toen hij twee jaar was.
Bij een fietsenmaker die vlak bij woonde, kon Lance goedkoop z'n eerste fiets kopen. Hij racete over de wegen rond de stad waar hij woonde, door de heuvels en de woestijn en hij werd nogal eens door auto's van de weg gereden. Z'n lichaam zat onder de lidtekens van de verwondingen die hij daarbij opliep.
Hij ging aan steeds meer wedstrijden deelnemen en met wielerrondes verdiende hij veel geld. Toen hij 21 jaar was werd hij wereldkampioen wielrennen in Oslo. Nu kon hij alles kopen wat hij wilde: een duur huis en een Porsche.
Tijdens wedstrijden was hij brutaal en hij had een grote mond tegen andere wielrenners zodat ze hem niet echt mochten. Hij luisterde ook niet naar z'n trainer. Hij werd vaak gewaarschuwd om te wachten met ontsnappen tijdens een wedstrijd en pas op het allerlaatst alle kracht te geven. Omdat hij vaak niet kon wachten kon hij veel wedstrijden niet winnen.
Hij reed in de Tour de France mee, maar hij ontdekte dat hij nog niet was opgewassen tegen het klimmen in de bergen. Het was een grote tegenslag toen zijn vriend en ploeggenoot Fabio Casartelli bij een afdeling verongelukte en stierf. Het was één van de moeilijkste dagen in z'n leven. De volgende etappe reed hij voor z'n verongelukte vriend Fabio. Hij won de etappe voor z'n vriend. Hij had het gevoel alsof ze met z'n tweeën op de fiets zaten.
Het jaar erop moest hij na vijf dagen stoppen met de Tour de France. Lance kon veel pijn verdragen, daarom besteedde hij lange tijd geen aandacht aan de pijn die hij steeds meer voelde. Het werd steeds erger. Hij gaf bloed op en moest naar het ziekenhuis. Er werden foto's gemaakt, er werd bloed onderzocht en er werden allerlei andere onderzoeken gedaan. De uitslag van de onderzoeken was: kanker die heel moeilijk te genezen was. Hij moest geopereerd worden, onder meer in z'n hoofd. Hier was hij erg bang voor. Artsen gaven hem niet veel kans om te overleven.
In een flits zag hij z'n leven voor zich: alle wedstrijden, het winnen en verliezen, de blijdschap en de pijn en het gevecht met zichzelf. Er kwam een grote angst in hem op om nooit meer te kunnen wielrennen. Hij dacht tijdens zijn ziekte, die hem steeds meer ondermijnde aan de zware wedstrijden, de kou, de regen, de mist, de afgronden, de zware beklimmingen en afdalingen, het vechten om de overwinning te behalen. Hij dacht ook steeds aan hetgeen z'n moeder vaak tegen hem zei toen hij een kind was: 'Geef nooit op. Moeilijkheden zijn er om te overwinnen.' Het leek erop dat hij zijn ziekte niet zou overwinnen. De medicijnen die hij moest innemen maakten dat hij zich steeds zieker voelde. Maar hij vocht als een leeuw tegen z'n ziekte en na een jaar bleek hij toch de winnaar te zijn. Nog een jaar moest hij iedere maand voor controle naar het ziekenhuis.
Maar de ziekte kwam niet terug. Als dank richtte hij de Lance Amstrongstichting op die geld inzamelde om kankerpatiënten te helpen. Ieder jaar wordt in steeds meer landen de Ride of the Roses gereden waarvan de opbrengst ten goede komt aan kankerpatiënten.
Lance probeerde of hij nog kon wielrennen, maar het bleek erg moeilijk te zijn. Tijdens de wedstrijd Parijs-Nice moest hij afstappen. Hij had opgegeven en hier had hij het erg moeilijk mee. Hij ging naar huis en liet z'n fiets ingepakt staan. Hij haatte z'n fiets. Hij lag op de bank te zappen voor de TV en kwam tot niets meer. Z'n vrouw drong er bij hem op aan: maak een keuze, neem een beslissing. Ga door met wielrennen of ga iets heel anders doen.
Haast niemand geloofde dat Lance weer wedstrijden zou kunnen winnen. Ook de grote bedrijven waarvoor hij had gereden lieten hem vallen. Een paar vrienden waaronder z'n trainer bleven in hem geloven. Het lukte z'n trainer hem mee te nemen naar een bergstreek in de Verenigde Staten waar Lance Amstrong eens een wedstrijd had gewonnen. Hij zou deze bergen nog een keer beklimmen om te kijken hoe het ging. Terwijl hij een steile helling opreed zag hij op de weg iets vreemds. Hij vertelt hierover in zijn boek: 'Mijn naam stond nog altijd op de weg geschilderd, dat was gebeurd bij een wedstrijd vóórdat ik ziek werd. Op de weg stond: Go Lance, Viva Lance, Go Amstrong. Ik zag weer de beelden voor me van de mensen die me aanmoedigden en juichten en ik zag m'n moeder die riep: "Geef niet op." Toen besloot ik om door te zetten en verder te gaan met wielrennen. Boven op de berg zag ik m'n trainer die me met de auto gevolgd was en ik zei: "Ik ga door, Amstrong geeft niet op."
Lance gaat weer trainen en zevenmaal achter elkaar wint hij de Tour de France. Na z'n eerste overwinning in de Tour de France wordt z'n zoontje geboren; Lance heeft z'n eigen leven behouden en maakte de geboorte mee van een nieuw leven.
In de kranten verschijnen artikelen dat iemand met zo'n ziekte achter de rug onmogelijk de Tour de France kan winnen. Maar Lance Amstrong trekt zich hier niets van aan. Hij zegt: 'Ik ben er trots op m'n ziekte te hebben overwonnen, trotser dan op het winnen van de Tour de France. Ik leefde eerst voor het fietsen en nu fiets ik om te leven. De ziekte is het beste wat me is overkomen.'
Lance ontdekt dat het wielrennen en vooral de Tour de France te vergelijken is met het leven. 'Het is lichamelijk en geestelijk de zwaarste wedstrijd, vol vreugde en tragiek. Je wordt blootgesteld aan kou, hitte, bergen en dalen, kuilen, pech, tegenwind, tegenslag, grote schoonheid en slaapverwekkende geestdodendheid.
Vooral wordt je geconfronteerd met de vraag: "Wie ben ik zelf?" (vandaag de dag)
|