Schatten op zolder. In de komende weken, werken en artikels lezen over de schilders. Romantiek, stilleven (Dahlia's, Rozen, Gladiolen 1896) Als Fantin in 1896 eindelijk bevrijd is van materiële zorgen, schildert hij zijn stillevens alleen nog maar voor zijn eigen plezier. Me dit doek geeft hij in alle opzichten blijk van zijn enorme talent.
In 1896, toen hij dit prachtige boeket dahlia's schilderde, had Fantin-Latour al dertig jaar ervaring in de moeilijke kunst van het schilderen van stillevens achter zich. Hij had er dan ook een ongekend groot meesterschap in bereikt
Henri Fantin-Latour 1836-1904 Dahlias, roses, glaïeuls Olieverf op doek 59 cm x 74 cm Linksboven gesigneerd en gedateerd Fantin 96' Geschilderd in 1896 Bevindt zich te: Parijs, in particulier bezit Tentoongesteld: Parijs, 1906, 1982-1983; Grenoble, 1936; Ottawa, 1983; San Francisco, 1983 Het doek. Al blijft de compositie van dit doek traditioneel, de schilder getuigt toch van durf door het gebruik van zeer levendige kleuren en de creatie van de meest uitbundige harmonieën. De vaas dahlia's overheerst de rozen en gladiolen op de tafel. De rozen beginnen te verwelken en de gladiolen zijn ook niet helemaal vers meer. Deze ode aan een uitbundige schoonheid is doordrongen van nostalgie. De kunstenaar herinnert ons immers tegelijkertijd aan het vergankelijke en kortstondige karakter van schoonheid. Als impressionist interesseert Fantin-Latour zich voor licht- en schaduwspel, maar voor alles zet hij het liefst zijn observeringsvermogen op scherp, waarmee hii alles wat hem onder ogen komt natuur-getrouw overbrengt. Hij staat ver af van de hartstocht van Monet of de weelderige vegetatie van Gauguin. Hij zal zijn schildersezel overigens nooit in een tuin neerzetten. Hij blijft zijn hele leven liever een atelierschilder, een nauwgezet observeerder van bloemendecors, die hij met geduld en smaak componeert, voordat hij het penseel oppakt. Aangezien zijn stillevens door tussenkomst van de kunsthandelaarster Ruth Edwards bij het Engelse publiek veel succes oogstten, specialiseerde Fantin-Latour zich al snel in het schilderen van boeketten. Als in de jaren 1890 tenslotte ook de Franse publieke opinie zijn werk goedgunstig gezind is, kan hij eindelijk boeketten voor zijn eigen plezier schilderen, materiële noodzaak hiervoor is er niet meer.
De kritiek De Engelsen weten als eersten het talent van Fantin-Latour op waarde te schatten. Positieve kritiek kwam in Frankrijk nauwelijks voor. Niettemin onderkende de schrijver Zacharie Astruc het uitzonderlijke meesterschap van de schilder al vanaf de stillevens uit de jaren 1860. "Zijn bloemen zijn zowel wondertjes van smaak, van kunst, als van kleurschakering. Ze houden je aandacht vast en betoveren je, sterker nog ze ontroeren. Ze zijn ritmes van kleur, frisheid en ongedwongenheid, ze zijn van een verrassende levendigheid. Hun schoonheid houdt je in de ban".
Geschiedenis van het doek. Het doek was in bezit van Ruth Edwards, voordat het werd gekocht door F. en J. Tempelaere en daarna door M. Bonjean. Het maakt tegenwoordig deel uit van de Dubosc collectie.
|