Er zijn in de wereld plaatsen waar mensen zich aangetrokken voelen, omdat ze ervaren dat God daar nabij is. oorden van genadiging en zegen. Dadizele is één van deze.
Het is een regelrechte verademing voor alle gelovigen om de prachtige basiliek van Dadizele te betreden waar Mariavrienden samen zijn en waar alles eerbied voor het goddelijke uitademt.
Het Rosarium, met ingang naast de basiliek is een bloemenrijk gebedspark met een openluchtkapel een een stemmige cryptekapel bijzonder geschikt bij vieringen in kleine groepen.
De basiliek binnenin lijkt een streng en rijk monument. Een prachtig koor met verheven kapel, speciaal bestemd voor het Onze-Lieve-Vrouw altaar. Onder dit altaar bevindt zich een prachtige crypte met het praalgraf van Ridder Jan van Dadizele.
Onze-Lieve-Vrouwe van Dadizele, de verering dateert reeds van de veertiende eeuw. Duizenden bedevaarders vinden troost en hulp bij het miraculeus beeld. Op bedevaart naar Dadizele meer dan de moeite waard!
De dienaar Gods, Pater Constant Lievens s.j. 1856 - 1893 Apostel van Chota Nagpur Constant Lievens werd geboren te Moorslede op 10 april 1856. Hij groeide er op in een door en door christelijk gezin. Thuis had hij leren bidden en werken. Hij heeft er gezien hoe zijn vader en moeder de naastenliefde beoefenden. Op het Klein Seminarie te Roeselare behoorde hij tot de 'wonderklasse' (met Rodenbach o.a,). In zijn Retorica had hij Hugo Verriest als leraar. Literatuur en talen trokken zijn geest en hart open voor een wijde wereld. Hij besliste dan bij het einde van zijn humaniora: "Ik wil priester worden". Maar er leefde in hem een stem die hem verder riep. Na het eerste jaar theologie te Brugge trad luj binnen te Drongen bij de jezuïeten en direct na zijn noviciaat vertrok hij naar India (1880). Hij voltooide er zijn theologiestudies en werd priester gewijd te Calcutta in januari 1883. Hij bereidde zich voor op zijn missiewerk in Chota Nagpur door nog enkele inlandse talen te leren. Hij was gereed en vol enthousiasme.
In de omgeving van Torpa en een paar jaar later in het gebied van Ranchi werd hij de grote verdediger van de uitgebuite kastelozen. Zijn inzet voor die armen opende voor hen de weg naar het Evangelie. Gods zegen rustte op zijn werk en er kwam een massale bekeringsbeweging op gang. Lievens leefde helemaal voor zijn mensen en zijn ijver werd gevoed door een geest van harde onthechting en door onophoudelijk gebeel. Hele dorpen kwamen naar Ranchi met een aanvraag om christen te mogen worden. "De kracht van Lievens is niet bij te houden", zuchtten zijn medebroeders.
Wat hij deed, werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Lievens werd o.a. ervan beschuldigd zijn mensen op te jagen tegen de toen Engelse bezettende macht. De beschuldigde werd echter vrijgesproken. Hij kreeg last met zijn gezondheid en moest vernemen dat hij 'tering' had. Daarop reageerde hij: "ik heb nog zoveel te doen" en werkte toch maar door, al was het met verzwakkende kracht.
Toen wijzigde de aartsbisschop de werkmethode: het werkgebied mocht niet meer' verder uitgebreid worden, de volle aandacht moest naar de vorming van de christenen gaan.'Dat was voor Lievens een ontgoocheling maar ook een loutering. Hij beperkte zich nu tot stille activiteit en probeerde nog het Evangelie om te zetten in de Oraon-taal. Totaal uitgeput keerde hij naar België terug, verbleef een tijd te Drongen, ging nog even naar Moorslede om ten slotte in Leuven zijn sterven aan de Heer toe te vertrouwen. Hij stierf op 7 november, was; 37 jaar. 'De graankorrel die in de aarde viel, bracht veel vruchten voort.' De Lievensmissie was; op enkele jaren uitgegroeid tot 80.000 christenen. nu zijn daar meer dan een miljoen katholieken. Moorslede eerde hem met een ruiterstandbeeld (1929), Roeselare zorgde voor een gedenksteen in het Klein Seminarie (1956). Na lang aan-dringen vanuit India werd zijn lichaam overgebracht naar Ranchi (I 993) want. .. daar had hij zijn leven gegeven. Mgr. Vangheluwe, bisschop van Brugge, opende op 15 maart 2001 het diocesaan proces voor de zaligverklaring van onze West-Vlaamse missionaris.
|