Er zijn inderdaad heel wat soorten bieslook. Zo heb je bijvoorbeeld grove, fijne en Chinese bieslook. Grove bieslook kan je in het voorjaar zaaien. Fijne bieslook kan je in potten kopen, het lijkt op Engels gras. Chinese bieslook noemen ze ook wel knoflook-bieslook (Allium tuberosum).
Hoe meer je van bieslook knipt, hoe beter hij groeit. Bieslook met brede pijpjes smaakt meer naar look, dan bieslook met fijne. Eens in bloei, is de smaak van bieslook veel zwakker. Als je de bloemen uit elkaar prutst, kan je de kleine bloemdeeltjes gebruiken voor de versiering van je schotels. Weet wel, dat je de plant uitput door ze in bloem te laten komen.
Bieslook mag je niet malen want dan krijg je moes. Je snijdt de pijpjes best klein met een scherp mes. Bieslook kan je niet drogen, dan is de smaak helemaal weg. Je kan de plant wel fijn snipperen en invriezen. Knip de sprieten net boven de grond af. Als je de stengels halverwege afsnijdt, kan het deeltje dat nog blijft staan bruin worden en afsterven. Dat is niet handig en ziet er slordig uit.
Als je de plant in het voor- en het najaar met een kap overdekt, dan kan je negen maanden lang van je eigen bieslook genieten. En er gaat niets boven je eigen bieslook. Recht van de tuin op je bord.
Heeft bieslook ook medicinale eigenschappen? Bieslook werkt, zoals alle planten van de uienfamilie, vochtafdrijvend. Bieslook bevordert het verteringsproces en wekt de eetlust op. Daarom heet het in het Frans appétit. Het drijft ook slijmen af, stilt de hoest en versterkt je lichaam. Als je weet dat bieslook op je maag blijft liggen, dan kan je hem best eerst even meekoken. Dat is dan wel ten koste van de smaak, maar uiteindelijk toch een goede zaak. Want wat ben je met een goede smaak, als dat kruid niet wil verteren?
|