De wereldberoemde Playmobilpoppetjes vieren hun verjaardag. Ze worden 35 jaar en dat moet gevierd. Het Speelgoedmuseum doet dat met een unieke tentoonstelling.
Hoe populair zijn Playmobilpoppetjes precies? Een paar cijfers. Zet 2,2 miljard Playmobilpoppetjes die sinds 1974 zijn geproduceerd in een polonaise achter elkaar en je slinger omspant tweeënhalve keer de wereld. Het Duitse speelgoed werd in meer dan 70 landen gelanceerd.
Weinig mensen weten het, maar we hebben de poppetjes te danken aan de oliecrisis van de jaren zeventig. Het Duitse bedrijf Geobra Brandstätter had jarenlang grote plastic speeltuigen gemaakt, maar toen de oliecrisis toesloeg, moest het uitkijken naar nieuw speelgoed waarvoor minder kunststof nodig was. Zo zou het speelgoed betaalbaar blijven voor de klant.
Ontwerper Hans Beck, die begin dit jaar overleed, bedacht een eenvoudig figuurtje. 'Laat kinderen een mens tekenen en je krijgt doorgaans een te groot hoofd, twee ogen en een glimlach. De neus laten ze vaak weg. Dat beeld heeft Beck overgenomen voor zijn figuurtjes', vertelt Alain Hellebaut, commercieel directeur voor de Benelux.
De eerste Playmobilfiguurtjes werden in 1974 op de Speelgoedbeurs van Nürnberg voorgesteld, aanvankelijk met weinig succes. Tot op de voorlaatste beursdag een Nederlandse groothandelaar een order plaatste ter waarde van één miljoen Duitse Mark, toen een klein fortuin. En dus werden Nederland en België de landen waar de Playmobilpoppetjes het eerst werden verdeeld. De rest van Europa volgde.
In de Mechelse tentoonstelling staan de eerste figuurtjes die Playmobil op de markt bracht: enkele bouwvakkers. 'Het was een tijd dat er veel wegen werden gebouwd en dus waren arbeiders populair', zegt Hellebaut.
Tegenwoordig bestaan er duizenden verschillende Playmobilmannetjes. Maar de grote evolutie zit vooral in de accessoires: de gebouwen, schepen, vliegtuigen, werktuigen en voertuigen. De expositie laat ook zien hoe met de jaren brandweerauto's en graafmachines veranderden, omdat het bedrijf de realiteit zo dicht mogelijk probeerde te benaderen.
'Nieuwe Playmobilwerelden zoals de Egyptische piramide uit 2008 of de dino's uit 2004, mogen dan een succes zijn, de toppers blijven toch onze klassiekers', zegt Hellebaut. 'Ridders, cowboys en indianen, piraten, brandweer en politie doen het nog altijd uitstekend. Aanvankelijk bood Playmobil alleen jongensspeelgoed aan, maar gaandeweg kwamen er ook meisjesthema's bij. Vandaag is bijvoorbeeld alles wat met dieren te maken heeft, de nummer één bij meisjes.'
Aan trends en afgeleiden van bijvoorbeeld films doet Playmobil niet mee. Ook gewelddadige thema's worden geweerd en het bedrijf houdt zijn productie al jaren Europees. Playmobil wordt gemaakt in Duitsland, Malta, Tsjechië en Spanje. 'Niet in lagelonenlanden. Dat heeft te maken met onze keuze voor kwaliteit. Bij normaal gebruik gaat Playmobil niet stuk. Zo zie je dat kinderen tegenwoordig met de Playmobilpoppetjes van hun ouders spelen. Dat kan perfect want een poppetje uit de jaren zeventig valt moeiteloos te combineren met een auto uit 2009.'
De vraag is natuurlijk of je je kleuters met een figuurtje uit pakweg 1974 wilt laten spelen. Die vroege stukken zijn immers bijzonder gegeerd bij verzamelaars. Kost een nieuw figuurtje in de winkel 2,50 tot 2,95 euro, dan tellen verzamelaars vaak tot honderden euro's neer voor zeldzame stukken in hun oorspronkelijke verpakking. Op de tentoonstelling staan trouwens enkele stukken die collectioneurs zullen doen watertanden, zoals een handgemaakt eerste exemplaar van een brandweerauto, die pas in september in productie gaat. 'Die auto is zeker tienduizend euro waard aan werkuren en ontwikkelingskosten.'
'35 jaar Playmobil, spiegel van de wereld', Speelgoedmuseum, Nekkerspoelstraat 21, Mechelen.
Tot 3 januari 2010. Di. t.e.m. zo. van 10 tot 17uur. Gesloten op ma. en op 24, 25, 31 december en 1 januari. Entree kinderen (3 tot 12): 5 euro. Volwassenen: 7euro. (De standaard)
|