 |
Algemeen Poperinge ligt in het heuvelachtige zuiden van West-Vlaanderen. De stad is met Ieper verbonden door de N38 die verder doorloopt naar de Franse grens. Op het platteland rond Poperinge wordt tachtig procent van de jaarlijkse hopproductie gerealiseerd. Poperinge draagt dan ook niet voor niets de titel van 'hoofdstad van het hoppeland'.
De talrijke historische monumenten, waaronder drie imposante kerken en de schilderachtige deelgemeenten, maken van Poperinge een interessante toeristische stad en een goed vertrekpunt voor de verkenning van de grensstreek.
Geschiedenis Poperinge duikt in de vijfde eeuw in de geschiedenis op als een Frankische nederzetting. Vanaf de 7de eeuw behoorde de landbouwexploitatie in het gebied van de huidige stad toe aan de abdij van Sint-Omaars in het noorden van Frankrijk. Poperinge ontwikkelde zich in de Middeleeuwen tot een voorspoedige lakenstad, met een omzet die de naburige Ieperlingen jaloers maakte.
Uit de bloeiperiode van de 13de en 14de eeuw dateren de gotische Sint-Janskerk en de Onze-Lieve-Vrouwekerk, een eeuw later wordt de Sint-Bertinuskerk herbouwd. Ondanks talrijke belegeringen en verwoestingen slaagde Poperinge erin haar economie te heroriënteren naar de hopteelt. De Eerste Wereldoorlog, die in het nabije Ieper een totale verwoesting aanrichtte, trof Poperinge in geringere mate.
Het Talbot House, dat dienst deed als ontmoetingsplaats voor Britse frontsoldaten, werd bewaard zoals het in 1917 was. Enkele andere bezienswaardigheden in Poperinge zijn het Hopmuseum, het weeuwhof op het Sint-Annaplein en het militaire kerkhof van Lyssenthoek.
|