Perpignan, hoofdstad van het departement Pyrénées Orientales,

heeft haar historische wortels in het Graafschap Barcelona, in het koninkrijk Aragon en in het koninkrijk Majorca. Geen wonder dat de stad, en bij uitbreiding de hele Roussillon, vaak meer Spaans dan Frans aandoet. Perpignan is trots op zijn uitgesproken Frans-Catalaanse identiteit: de roodgele Catalaanse vlag wappert overal.

Het hart van de oude binnenstad ligt in het noorden, op het Place de Loge. Temidden van met roze marmer geplaveide straten en smalle stegen staat hier de Loge de la Mer, het beursgebouw en maritieme gerechtshof.

Het is in de 14e eeuw in een prachtige gotiekstijl gebouwd, met plafonds vol houtsnijwerk en gebeeldhouwde raamkozijnen. Ernaast staat het 14de eeuwse Hótel de Ville, met zijn prachtige 17de eeuwse hekwerk, en het 15de eeuwse gebouw van het Palais de la Députation, het parlement van de regio Languedoc-Roussillon.

Het Palais des Rois de Majorque beslaat haast een kwart van de oude stad. Dit enorme paleis verraadt onmiskenbaar Spaans-Moorse invloed met zijn enkele etage, zijn plein met arcaden, zijn koninklijke kapellen met fraaie fresco’s en tegels en zijn grootse gotische ridderzaal.

Le Castillet is een 14de eeuws poortgebouw. Het herbergt het Musée Casa Païral, een museum van Catalaanse tradities en ambachten. Het Musée Rigaud toont werk van de uit Perpignan afkomstige Hyacinthe Rigaud, tezamen met schilderijen van Dufy en Picasso, en sculpturen van Aristide Malliol.

De 14de eeuwse Cathédrale de St-Jean domineert het Place de Gambetta. De kathedraal is uitgevoerd in de Roussillionse traditie van rode baksteen en keien, en heeft een typisch zuidelijk gotische smeedijzeren klokkentoren.