Het Veerse Meer is het kleinste van de "grote wateren" van Zeeland. (De Wolfert & Mary kelder).
 |
Het is het eerste water dat werd afgesloten als onderdeel van de Deltawerken. Oorspronkelijk was de bedoeling dat het Veerse Meer zoet zou worden, maar na het besluit om de Oosterschelde open te houden was dat van de baan. Tegenwoordig is het zoutgehalte van het Veerse Meer bijna even hoog als dat van de Oosterschelde.
Veere beslaat een groot deel van de Walcherse kust en het platteland en heeft een kustlijn van 34 km waarvan 28 km strandwal en duinen en 6 km zeedijk. Het hart van het gebied is overwegend agrarisch. De kustgebieden bestaan voornamelijk uit bossen, duinen en strand.
Ter Veere kreeg eind 13de eeuw stadsrechten, werd in 1358 omwald en was in de 15de en 16de eeuw een bloeiende handelsstad. Haar rijkdom heeft Veere voornamelijk te danken aan het huwelijk in 1444 van Wolfert van Borssele, een van de Heren van Veere, met de Schotse prinses Mary Stuart. De fraaie 16e eeuwse 'Schotse Huizen' aan de Kaai waren de opslagplaatsen en kantoren van de wolhandelaren.
 |
De Wolfert & Mary kelder. De kelder dateert van omstreeks 1500 en is genoemd naar Wolfert VI (± 1430- 1447) en zijn vrouw Mary Stuart (± 1432- 1465). Wolfert VI was de laatste heer van Veere (1474- 1487) uit het geslacht van Borsele, Admiraal ter zee (1474- 1487) en standhouder van Holland en Zeeland (1477- 1480). Dankzij zijn huwelijk (1444) met de Schotse koningsdochter Mary Stuart kon de Schotse stapel van Brugge naar Veere worden verplaatst.
Schotse producten waren schaapsvellen, wol, allerlei soorten textiel, huiden, steenkolen, lood en zalm. Tijdens het bestuur van Wolfert VI zijn het stadshuis op de markt (1474) en de grote kerk (± 1476) gebouwd en groeide de stad uit tot de Europoort van het habsburgse huis.
Voor de Westerscheldetunnel in werking was.
|