 |
Sinds jaar en dag werkt broeder Guido Icket uit het West-Vlaamse Ruiselede in het 'Cité des Jeunes, Don Bosco' in Kinshasa, de hoofdstad van Congo. Zo'n 2.500 leerlingen, waarvan het grootste deel straatkinderen, vinden er een onderkomen en krijgen zo de kans aangeboden om één of andere opleiding te volgen.
Aan de school is een schrijnwerkerij verbonden waar broeder Guido verantwoordelijk voor is. Hij leidt de afdeling houtbewerking in goede banen en volgt de bestellingen van de meubels op.
Een technische vorming in 'Cité des Jeunes' duurt vijf jaar. Het voorbereidende jaar dient om het niveau van alle leerlingen op eenzelfde hoogte te brengen. Zo leren ze wat werken is, want de meesten zijn het niet gewoon om drie, vier uur aan één stuk bezig te zijn. Na het eerste jaar start dan de eigenlijke opleiding, bestaande uit drie dagen theorie en twee dagen praktijk. Zodra ook dat achter de rug is, krijgen ze een stagecontract van drie jaar aangeboden. Door de ervaring die ze kunnen opdoen, vinden ze nadien gemakkelijk werk bij aannemers of in werkplaatsen in de stad. Tovenarij 'Cité des Jeunes' biedt straatkinderen een dak boven het hoofd. Maar hoe zijn die kinderen op straat terecht komen? "Sommigen worden weg-gejaagd van thuis, omdat ze beschuldigd worden van tovenarij. De familie beweert dan dat zij de oorzaak zijn van de dood of ziekte van een familielid. Men gebruikt hen als zondebok, sluit hen uit en jaagt ze de straat op", vat Guido de schrijnende omstandigheden samen. "Maar de werkelijke. onderliggende redenen zijn bijna altijd economisch van aard.
Waar het goed gaat, worden de kinderen niet weggestuurd. Als er geen eten en geen geld is, worden de kinderen het eerste slachtoffer." Zodra ze op straat hun heil moeten zoeken, gaat het meteen grondig mis. "Dan experimenteren die kinderen met drugs, komen ze bij slechte vrienden terecht en geraken zelden nog uit de spiraal van geweld en misbruik. Een medebroeder, Paul Feyen, heeft een desintoxicatie-programma uit-gewerkt, waarbij een gedeelte erin slaagt om van de drugs af te blijven.
 | Maar het is een zwaar gevecht." Een doordeweekse dag begint voor Guido al om vijf uur 's morgens. Na de kape het ontbijt en de ochtend-woordjes worden de taken voor die dag verdeeld. "Zo'n drie à vier keer per week ga ik naar de stad: om de werken te controleren, inkopen te doen, contacten te leggen ... Dat is een hele onderneming, want de wegen naar Kinshasa zijn in slechte staat. In het regenseizoen gebeurt het wel eens dat wij moeten terugkeren omdat de wegen weggespoeld zijn. Caroline Icket
Rommelen voor het goede doel Meubels verkopen die worden gemaakt in de schrijnwerkerij is één bron van inkomsten. Maar dat is niet voldoende om alle kosten te dekken. Hier en daar krijgen we financiële steun, ook vanuit mijn geboortedorp Ruiselede. Dat is een mooi gebaar. Een groep vrijwilligers organiseert ieder jaar op 1 mei een grote rommelmarkt in en rond het gemeentepark. De opbrengst daarvan gaat naar de aankoop van school-en sportgerief voor de start van het schooljaar. Dat zorgt voor wat ademruimte wanneer een nieuw schooljaar aanbreekt, verduidelijkt Guido.
|